#24 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* back on track *

Vandaag ben ik de grens minstens vijf keer overgestoken. Ja, dat waren allemaal essentiële verplaatsingen, en nee, ik heb nergens politie gezien. De geweldige Michael van MacTastic in Tilburg had mijn laptop zo snel hersteld dat ik hem gisteren al mocht gaan afhalen. Maar waarom de auto nemen als de zon schijnt en je er een mooie fietstocht van kan maken? Een mens moet doelen hebben in zijn leven en bij gebrek aan terrasjes of bibliotheken om naartoe te fietsen, was ik al blij met dit doel dat me op een presenteerblaadje aangeboden werd.

Het was dus een essentiële verplaatsing, want zonder laptop kan ik niet werken, en ik kan er niks aan doen dat de grens rond Baarle Nassau zo’n lappendeken is dat je de grens dus niet één keer maar wel vijf keer passeert als je gewoon rechtdoor fietst. Ik kan er ook niks aan doen dat grote delen van het Bels Lijntje nog niemandsland is dat verstoken blijkt van moderne geneugten als 4G. Maar daarover later meer. Fietsen is een heerlijke bezigheid, zeker met dit fraaie weer. Het hoofd raakt leeg en na een tijd komen er dan vanzelf zinnen opborrelen. Om de haverklap moet ik dan even stoppen om die zinnen te noteren, dus het fietsen schiet niet echt op.
Ik moet zeggen dat de goede cijfers uit de Turnhoutse regio wat corona betreft mijn schuldgevoel over dat het wat rustiger is in de praktijk dan gewoonlijk wel getemperd hebben. De voorzichtig gunstige evolutie verzacht de onderhuidse onrust die me al weken als een klamme deken in de nek ligt. Ik durf weer zonder schuldgevoel genieten van mijn vrije tijd.

Ik luister lekker podcasts (Echt Gebeurd! How to fail! (met deze keer een speciale aflevering: Alain de Botton over het omarmen van kwetsbaarheid in the age of coronavirus! Zandman!), en ook een stukje van de Radio Begijnenstraat podcast die opgenomen wordt in de Antwerpse gevangenis waarover ik hoorde bij ‘Interne keuken’ maar die kan me niet echt bekoren. Wat te artistiekerig voor mij.
In Echt Gebeurd luisterde ik naar aflevering 235, een verhaal over gamen. Een lichtelijk game-verslaafde vriendin van me, vertelt regelmatig over haar hobby. Maar het interesseert me geen flikker. Ik heb niets met gamen, ik snap er niks van. Ik wil er ook niks van snappen, en snap niks van het feit dat mensen er uren tijd aan kunnen spenderen.
Tot ze me onlangs een keer vertelde over de nieuwe game waarmee ze begonnen is, en hoe mooi de graphics daar zijn: ‘Ik spendeer tegenwoordig menig uur in een game aan een vijver, met een vishengel in de hand, om de zonsop- en ondergangen te zien’. Hmm, ja, daar begint me iets te dagen van wat er leuk zou kúnnen zijn aan gamen. Kúnnen, hè…

Maar we dwalen af. Terug naar het fietsen – volgens mij nog altijd beter dan gamen.
Toen ik een beetje podcast verzadigd was, keerde ik terug naar de Classics 1000, net als bij mijn vorige grensovergang. Je moet je eigen tradities creëren, en ja, twee ritten naar het buitenland op het ritme van de Classics 1000 zijn ook een traditie. In onzekere tijden klampt een mens zich vast aan elk stukje drijfhout.
Verrukkelijke muziek, die Classics 1000. Het voert me terug naar die zomer met de scouts en de zelf samengestelde cassettebandjes die we draaiden terwijl leider Kris me het stuur van zijn groene Saab liet overnemen – ik had geen rijbewijs – terwijl hij een sigaret rolde. Natuurlijk was ik verliefd op Kris. Maar ik denk dat ik vooral verliefd was op het leven en plaatsvervangend verliefd werd op elke leuke kerel die mijn pad kruiste. Tienerhormonen enzo.
De eerder vermelde waardeloze 4G langs vele delen van het Bels Lijntje halen me geregeld terug uit dat jeugdsentiment naar het hier en nu. Fietsen. En genieten. En ik zou het bijna vergeten: mijn laptop ophalen. Hij werkt weer, hoera, hoera, driewerf hoera. En ik zit er hier weer op te rammelen dat het een lieve lust is.

Vriend en trouwe bloglezer Luc zei trouwens over die kapotte spatiebalk: ‘Amai, dat gij daar zo een spel van kunt maken, van zoiets onnozels!’
Tja, dat is natuurlijk het plezier van schrijven: overal zit een verhaal in. En ik mag alles zo hard opblazen als ik zelf wil.
Nóg een groot voordeel van die verhalen: als ik ergens pech mee heb, begin ik al meteen te denken hoe ik daar weer een verhaal van kan brouwen. Elk nadeel heb zo letterlijk zijn voordeel ?
(Over de verloren fietssleutel vanmiddag bijvoorbeeld toen ik een plasje moest plegen in het bos en mijn fietssleutel niet terug vond in het bladerentapijt. Maar daar zal ik u niet mee gaan vervelen nu. Ik weet niet of uw aandachtsspanne het al tot hier heeft uitgehouden. In dat geval: proficiat!)
Dus om het verhaal van de spacebar af te ronden: Groundcontrol to Major Tom: no longer lost in space, we’re back on track!
En daar ben ik heel blij om.

En wat jullie betreft: #blijfinuwkot, #wasuwhanden, hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

En: blijf bewegen! Maar als dat er niet meer in zit, is virtueel vissen altijd nog een optie. Daar zit misschien iets in. Misschien. Heel misschien. Als ik ooit oud en versleten ben. Of een dwarslaesie oploop. Of met Covid in bed lig.

Geplaatst in: Blog

2 gedachten over “#24 dagboek van een huisarts aan het coronafront

Laat een reactie achter bij LucReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.