#36 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* wie schrijft die blijft *

Mijn callcenter shift van gisteren mag dan slaapverwekkend saai geweest zijn, de beloning achteraf was groot.
De eerste was dat ik ’s avonds op mijn wenken werd bediend na de vaststelling dat we overbemand zijn: het nieuws kwam dat de triagecentra deels afgebouwd gaan worden. Een heel goed teken natuurlijk.
Het callcenter zit boven in het gemeentekantoor en toen ik van daar naar beneden liep, lag daar in de hal de tweede verrassing: gigantische stapels van het nieuwe stadskrantje ‘Seuzzie’. Want wie stond daar op pagina twee pontificaal te pronken? Moi, in levende lijve! – verbeeld u er gerust de intonatie van Miss Piggy bij. En behalve Miss Piggy mag ik er ook Trump bijsleuren, want helaas is mijn tronie op de foto bij de column even oranje uitgeslagen als dat van de onoverwinnelijke keizer van het fake news, door columnist Mark Coenen al schamperend The Tangerine Wankmaggot genoemd.

Van niets word ik zo blij als van schrijven, van mensen die een momentje plezier beleven door mijn stukjes en van het allermooiste: een krantje of tijdschrijft openslaan en dan mijn eigen tekst daar zien staan.

Daarom werd ik ook zo blij van de originele suggestie van de premier van Nieuw-Zeeland vanochtend in de krant. Zij suggereerde in plaats van de omstreden traceerapp om het virus in te dammen, dat iedereen een dagboek zou gaan bijhouden. Voor mij een peulenschil, want ook van het schrijven in mijn dagboek word ik blij, dus dat doe ik al mijn hele leven.
En behalve dat je in zo’n dagboek kan bijhouden met wie je allemaal contact hebt gehad, is het ook een perfecte plek om even de dag door te nemen en af te ronden. Terug te kijken op wat je allemaal gedaan hebt en hoe je je voelt, een dagelijks rondje introspectie. In lockdown-tijden een even nuttige manier om je mentale welzijn op orde te houden als sporten, mediteren en het handhaven van een duidelijke dagstructuur.
Amerikanen noemen het bijhouden van een dagboek altijd zo mooi ‘journaling’.

En nu weer over naar de orde van de dag: de scholen zijn herbegonnen, zij het virtueel. En de CRA-arts die ik een tijdje geleden mijn diensten heb aangeboden, stuurt een berichtje: ‘het virus begint ook hier in het woonzorgcentrum binnen te sluipen, ik denk dat het verstandig is dat ik op zoek ga naar ondersteuning. Is je aanbod nog geldig?’

#blijfinuwkot (tot 3 mei), #wasuwhanden (voor de rest van uw leven), #starteendagboek, hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

#35 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* callcenter verveling *

We zitten hier met zijn vieren voor piet snot. Ik kijk om me heen en zie drie huisartsen die alweer een stuk van hun weekend opofferen om het covid-callcenter te bemannen, geconcentreerd over hun laptops gebogen. Ik doe hetzelfde: mails en vakliteratuur bijwerken, blogje beginnen, bezigheidstherapie. Want de telefoon blijft stil.
Het wordt tijd om dit af te gaan bouwen, we zijn overbemand.
Er zijn veel redenen te bedenken waarom het zo rustig blijft: de regio doet het vooralsnog goed in de covid-cijfers, we hebben geluk gehad. Maar verder went een mens aan alles, dus ook de grote schrik van in het begin is geluwd en we krijgen minder telefoontjes die ontstaan zijn uit angst. Verder is het zo dat door afstand, isolatie en handen wassen ook andere infectieziekten minder voorkomen. We zijn op dat vlak gemiddeld gezonder geworden. Maar we zien ook minder accidentjes en wonden en dergelijke. En als je nu bijvoorbeeld rug- of schouderpijn hebt en je bent toch gewoon thuis van je werk, tja, dan pas je je maar een beetje aan aan de mogelijkheden.
We zien van alles dus veel minder: mensen bellen niet en blijven weg.

We zitten hier dus nu met vier werkeloze huisartsen, en hebben een zee van tijd. Veel mensen hebben nu een zee van tijd.
Collectief zijn we aan het bakken geslagen, aan het knutselen en handwerken. We naaien mondkapjes of wagen ons aan zuurdesembrood.
Mijn zoon is gemberbier beginnen maken (zie foto hierboven) en ik waag me vanmiddag met mijn dochter aan een cheesecake. Uit een pakje. Dat moet zelfs mij lukken ondanks mijn abominabele huisvrouwkwaliteiten.
Verder had mijn andere zoon met zijn lief eergisteren een geweldige watermeloen-cocktail gemaakt. Daar was nog zoveel van over dat ik daar ijsklontjes van heb gemaakt. Dat bleek helemaal niet zo moeilijk en niet om mezelf op de borst te kloppen, hoor, maar ik durf zelfs beweren: de klontjes zijn heel goed gelukt. En zo zijn we weer bij alcohol beland – naast mindfulness een favoriet onderwerp in mijn coronablogs – en kan ik hier terwijl ik toch niks te doen heb mijn blogje tikken en alvast reikhalzend uitkijken naar het aperitief van vanavond ?

Omdat het in het weekend allemaal wat luchtiger mag zijn, heb ik in het kader van de alcoholische ontspanning hieronder een paar grappige memes verzameld die ik in de loop van de afgelopen weken daarover binnen kreeg. Ik ben blijkbaar niet de enige die zich ermee amuseert: naast brood en cakes bakken is drank blijkbaar een nationale hobby geworden.

En omdat nu mijn mailbox leeg is, mijn tijdschriften gelezen zijn en zelfs mijn blog al af is, ga ik voordat ik hier omval van verveling het advies van een goede vriend opvolgen. Ik heb de tip ter harte genomen en geef ze hierbij ook aan jullie door. Doe er je voordeel mee!

Beste vrienden,
Mag ik jullie vandaag een leuke tip geven?
Deze goede raad kreeg ik van een vriendin, en omdat het voor mij ook goed gewerkt heeft wil ik het met jullie delen…
Een arts zei op tv dat je, als je tot innerlijke rust wilt komen, alle dingen waaraan je begonnen bent af moet maken.
Omdat we eigenlijk allemaal wel wat meer rust in ons leven
willen hebben, ben ik hier thuis gaan rondsnuffelen naar zaken
waaraan ik begonnen was en nooit had afgemaakt.
Algauw vond ik een fles Cognac die nog halfvol was.Vervolgens zag ik een geopende fles Chardonnay in de koelkast staan. Toen een vles Bailies en een vles wum. Toen ook noch een dos znoepies van M em M, en noch wad gips van Smis. Ook noch un ressie wiskie. Je hep cheen noossie van hoe ik mu nu foel.
Stur did an al ju vrinden die rusd noodeg hebbe. En seg da je fan ze hout.
Kuzzes fan joeli frintin Matine.

Geniet van het weekend, geniet gerust van een drankje, maar doe dat met mate en hou het leuk.
Maar vooral: #blijfinuwkot (tot 3 mei), #wasuwhanden (voor de rest van uw leven), #flosuwbrein, hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

#34 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* #flosuwbrein *

Hoera, ik ben nog niet dement! Nee, want ik had jullie beloofd om het over mediteren te hebben en dat ga ik nog doen ook.
Waarom?
Eerst en vooral omdat het zo zalig is om de dag mee te beginnen. Dat heb ik namelijk zonet gedaan, op het terrasje van de tuinkamer naast mijn huis. De vogels floten uit volle borst hun ochtendconcert en voor de rest was de wereld zo stil als hij enkel op zondag of in lockdown kan zijn. Het was weer genieten.
Voor ik dertien jaar geleden met mediteren begon had ik altijd gedacht dat ik mijn werk niet mee naar huis nam. Wat een misvatting. Als ik zit te mediteren, komen er altijd beelden en flarden van patiënten- of praktijkverhalen terug. Vaak is het ook de plek waar nieuwe ideeën ontstaan: om deze blog te schrijven bijvoorbeeld, maar ook invallen om patiëntenvraagstukken op een andere manier te benaderen. Of open eindjes ploppen op. Zo weet ik dat de dingen altijd wel afgerond zullen raken en er niets blijft liggen.

Als je zo mediterend je eigen gedachten eens in ogenschouw neemt, leer je ook opmerken hoe groot de impact kan zijn van alles om je heen. Dat een thriller kijken je lijf letterlijk opjaagt en dat alle nieuws rondom corona diep inwerkt in je normale bestaan.
Goed om dat allemaal op te merken, want die impact is er toch. Het grote verschil is: heb je dat ook in de gaten? En als je het in de gaten krijgt: wat doe je er dan mee?

Mediteren heeft ook superpraktische kanten: nu ik hier zo twintig minuten kaarsrecht gezeten heb, is dat meteen ook wat welgekomen rugtraining. Dat kan ik wel gebruiken op mijn leeftijd ?
Bovendien schijnt het te beschermen tegen dementie, en ook dat kan ik wel gebruiken ?
(vanochtend ontdekte ik trouwens een grijze wenkbrauwhaar. Grijs was ik al lang, maar grijzende wenkbrauwen, dat is echt next level.)

Voor mij is mediteren (en mindfulness, want dat ziet er alleen aan de buitenkant anders uit, vanbinnen is het precies hetzelfde) als het flossen van mijn brein. Een dagelijkse reiniging in alle hoekjes en kantjes, en dat geeft een lekker opgeruimd gevoel. Net zoals het fijn voelt om met je tong langs je tanden te gaan na het poetsen en flossen. Met tandenpoetsen stop je toch ook nooit van je leven? Awel, met dat dagelijkse meditatieve hygiënische onderhoud van mijn brein stop ik ook nooit meer.

En als ik je niet kan overtuigen, dan misschien David Lynch. De regisseur van cultklassiekers als ‘Twin Peaks’, ‘Blue Velvet’ en ‘Mulholland Drive’, biedt tegenwoordig gratis cursussen transcendentale meditatie aan aan uitgeputte en oververmoeide zorgverleners om hen beter te leren omgaan met stress en hen te wapenen tegen een burn-out.

In diezelfde krant vertelde iemand anders dat hij het geprobeerd had, dat mediteren, maar dat hij uiteindelijk meer zijn heil vond in Pokemongames en ik heb ook al eens geschreven over die vriendin die het liefst haar uren gamend doorbrengt aan een virtuele visvijver waar ze staat te hengelen in het licht van de op- of ondergaande zon.
Mooi zo, ieder zijn ding, en van mij moet er helemaal niks. Ik kan alleen zeggen hoe waardevol ik meditatie vind, en ik ben geen David Lynch, maar ik kan het u wel leren.

Geniet van het weekend en #blijfinuwkot (tot 3 mei), #wasuwhanden (voor de rest van uw leven), #flosuwbrein, hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

#33 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* overzicht *

Drie maal is scheepsrecht. Het is zover: ik lijd aan hersenverweking, word dement (dat tiert aan beide kanten van de familie welig) of het is de alcohol.
Het was vandaag de derde keer dat ik aan een corona-shift ging beginnen en er niet moest zijn.
Ik kan het aan het virus wijten dat ons werk helemaal overhoop heeft gehaald: ons werk is rommeliger en minder efficiënt georganiseerd, en ik moet tegenwoordig een stuk of acht agenda’s in de gaten houden om te zien voor welke shifts ik ingeroosterd sta. Als er dan wijzigingen zijn die niet meteen in alle agenda’s doorgevoerd worden, dan gebeurt er dus wat er vandaag gebeurde: alweer stond ik paraat voor een shift die niet op mijn naam stond. Altijd nog beter dan het omgekeerde: ineens telefoon krijgen dat je van wacht bent, zonder dat je ervan wist. Dat overkwam een collega afgelopen dinsdag, en dat is echt naar: je blijft dan de hele avond het gevoel hebben achter de feiten aan te hollen.

‘Martine,’ zo speechte mijn vader plechtig op ons huwelijksfeest, ‘je leeft geprogrammeerd en strikt volgens schema.’
Dat stak.
Had hij niks lievers te melden op dat moment? Misschien bedoelde hij het – zelf boekhouder zijnde – als een compliment?
En behalve dat het stak is het ook niet waar. Als ik zo strikt volgens schema leefde, torste ik niet die eeuwige zeven kilo overgewicht met me mee.
Maar hij had ook gelijk. Ik gedij bij voorspelbaarheid, planning en overzicht. Ik weet graag waar ik aan toe ben.
En deze rommelige Covid-19-pandemie haalt dat onderuit.
Ik heb de agenda’s eens nageteld: het zijn er effectief zeven:
– de praktijkagenda voor raadplegingen
– de praktijkagenda voor huisbezoeken (die we nu voor telefoontjes gebruiken aangezien er toch geen huisbezoeken zijn)
– mijn eigen papieren Moleskine agenda waarin ik overzicht probeer te houden. Tegenwoordig noteer ik daar vooral schrappingen
– de Permamed agenda voor de wachtdiensten. Dat zijn er tegenwoordig ook twee: apart voor de weekwachten en de weekendwachtdiensten
– ‘mijnonlineagenda’ waarin we de infectieraadplegingen en -huisbezoeken voor de containers noteren
– en dan ontvangen we per mail de overzichten van extra call shiften en van bovenstaande planning voor de infectieraadplegingen in de containers. Dit vind ik de onhandigste agenda, want je kunt nooit even checken of je wel de laatste versie hebt.
– oh ja, en dan hebben we nog een gezinsagenda. Die is leeg, dat is dan weer makkelijk.

Om maar te zeggen: het is wat veel en ik mis het overzicht.
Aan de andere kant past een mens zich ook weer snel aan aan grote veranderingen door zich nieuwe routines eigen te maken. Voor mij zijn dit de nieuwe routines sinds de lockdown: de krant lezen, mijn zoon dagelijks skypen in plaats van wekelijks, het journaal kijken, wandelen en deze blog. En dan zou ik nog bijna het aperitief vergeten. Mogelijk bevordert die mijn huidige toestand van hersenverweking, maar ik ga hem daarvoor toch niet laten staan.
Ten eerste omdat de president van Wit-Rusland in al zijn wijsheid heeft besloten dat een flinke scheut alcohol de in- én uitwendige mens beschermt tegen het virus en ten tweede – en veel belangrijker – omdat mijn zoon en zijn lief vanavond een sensationeel aperitief bereid hebben:

Zal ik dan nu maar eens stoppen met over alcohol te schrijven?
Ik beloof u plechtig dat ik vanaf morgen weer over meditatie zal schrijven.
Al ben ik dat morgen waarschijnlijk alweer vergeten.

#blijfinuwkot (tot 3 mei), #wasuwhanden (voor de rest van uw leven), hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

#32 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* doktersjas *

‘Afzondering en alcohol, een gevaarlijke cocktail’.
Links en rechts van de titel heeft mijn man uitroeptekens gezet, hij was me voor met de krant vandaag.
Natuurlijk gaat het artikel over Corona, what else, valt er tegenwoordig nog iets te lezen dat een keer niet over de epidemie gaat? Ik lees het stuk met aandacht, en kan gelukkig vaststellen dat ik aan slechts twee van de drie risicocriteria beantwoord: vrouw en hoogopgeleid. Single ben ik vooralsnog niet en ook niet van plan dat te worden.
Maar het blijkt dus dat de lockdown voor iedereen zwaarder begint te wegen en dat vooral de drie genoemde categorieën zich slechter voelen.
En naar het schijnt drinken we dus allemaal wat meer alcohol.

Ik drink ook. Maar vandaag niet: halverwege de dag misselijk en met hoofdpijn naar huis gekomen, maar nu alweer een stuk beter. Ik vreesde dat het de eerste dag zonder blog zou worden, en dat zou ik echt heel jammer gevonden hebben. Stel je voor: een over corona bloggende huisarts die haar blog moet staken vanwege corona.
Maar dat is het niet. Ik heb geen koorts, moet niet hoesten, ben niet kortademig en ben na een Brufen, een paar uur bedrust en vervolgens een gezonde dosis Netflix alweer helemaal boven water. Het leek wat migraine. Al heb ik dat eigenlijk niet.

Vandaag was het extreem kalm op de praktijk. Weinig telefoontjes, weinig zieken, een paar consultaties gedaan en dan nog twee huisbezoeken. Deed deugd om nog eens bij mensen aan huis te gaan, het lijkt zo lang geleden.
Ik ben mijn doktersjas terug beginnen dragen. Voelde me terug helemaal studentje toen ik hem aantrok, een fijn gevoel. Misschien een beetje nostalgie zelfs.
Ik zie op de wachtpost meer huisartsen die terug de witte jas aantrekken. Misschien is dit wel een prima nevenwerking van de epidemie die we straks gewoon gaan handhaven. Dokter terug in doktersjas, duidelijke taal, duidelijke rol, toevallig ook hygiënisch en een heel heel heel klein beetje terug op een voetstuk kan ik op deze grijze leeftijd misschien wel hanteren.

Verder was het vandaag secretaressedag. En omdat wij toevallig de beste en liefste secretaresse van de wijde wereld hebben, hebben we haar in de bloemetjes gezet. Daar was ze zo blij mee dat ze prompt terugstuurde: ‘Jullie zijn topbazen!’ Daar worden wij natuurlijk weer blij van.

En waar we ook blij van werden: de verrassing van een mooie stoeptekening voor de deur bij de praktijk: ‘?? VOOR DE ZORG’.
Nu gij weer.

#blijfinuwkot (tot 3 mei), #wasuwhanden (voor de rest van uw leven), hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.


#31 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* koninklijke behandeling *

De koning is jarig vandaag. Hiep hier hoera, lang leve de koning!
Ik denk er ook maar pas aan als ik mijn man op deze mooie ochtend in de tuin zie schoffelen. Man werkt thuis, en als hij thuis werkt zit hij minstens acht uur achter elkaar vastgeplakt op zijn bureaustoel. Natuurlijk mopper ik daar als huisarts en echtgenote over, hoe slecht dat wel is en dat hij minstens elk uur even zou moeten opstaan en iets anders gaan doen. Al is het maar voor twee minuten. Of liever nog dat hij een deel van zijn werkdag staand zou werken. Maar het mag allemaal niet baten. De koning krijgt hem wel van zijn stoel. Want als de koning jarig is, hebben alle militairen vrij en is mijn man dus even vrijgesteld van zijn stoel en heeft hij tijd om het camouflagenet op te hangen boven ons terras. Want met die felle zon wordt het nu al te warm wordt in ons kot.

Hoe zou de koning het ondertussen stellen in zijn kot? Een beetje klein behuisd als hij is, ben ik daar wel eens bezorgd over. En als de koning ineens door zijn rug gaat, belt hij dan zijn huisarts?
In ieder geval worden patiënten hier als koningen behandeld. Tijdens mijn wachtdienst ving ik een telefoongesprekje op aan de balie. Een vrouw was door haar rug gegaan, en vroeg om een huisarts. De secretaresse bood hierop meteen een huisbezoek aan. ‘Want,’ zo zei ze tegen de dame aan de telefoon, ‘ik veronderstel dat u niet tot hier kan komen?’
Terwijl we notabene tegenwoordig de luxe van een triage arts hebben die elke vraag eerst telefonisch inschat. Zo’n arts stelt hele andere vragen bij rugpijn. En als een doktersbeoordeling nodig is, lijkt mij de volgende logische vraag: ‘Kan u tot hier komen?’
Er is nog veel werk aan de winkel als we de overgang willen maken van een ‘u vraagt, wij draaien’-systeem naar een systeem waar de patient krijgt wat medisch gezien nuttig en nodig is. Dat is een cultuuromslag die normaal jaren en jaren vergt maar die in de huidige omstandigheden een versnelde leercurve doormaakt.

Verder was het een relatief rustige wachtdienst. Té rustig eigenlijk voor het vijf man sterke team: een secretaresse, een chauffeur en maar liefst drie huisartsen. Hoe lang gaan we nog met man en macht paraat staan voor een tsunami die maar niet komt? Dat is goed nieuws maar tegelijk is het onmogelijk om deze krachtinspanningen vol te blijven houden. Ik verwacht stilaan afslanking van de hoeveelheid mankracht. In de krant lees ik ‘de collectieve adrenaline-opstoot waarmee we de Covid-19-golf te lijf gaan ebt weg. […] De eerste weken waren nog een daad van nationale trots maar nu zijn de wittebroodsweken van de lockdown officeel voorbij.’ Journalisten zouden nog een van de laatste beroepscategorieën in deze samenleving zijn die nog op adrenaline draaien.
Ze vergeten de huisartsen. Wij gaan gewoon door. Maar liever niet met meer volk dan nodig is. Vandaag horen we hoe de lockdown verder gaat, en ik verwacht dat we ook snel – een kleine – afbouw van de medische reservetroepen gaan zien.
Al die containers staan daar nu ook maar onbenut te staan. En voor de koning verwacht ik niet ze ooit nodig te hebben.

Al is de koning ook maar een mens die zomaar Covid kan krijgen, misschien een glas teveel drinkt door al die zelfisolatie, of rugklachten krijgt. Of het Noro-virus. We zouden bijna vergeten dat er nog andere virussen rondwaren op zoek naar slachtoffers. Zo brak ergens in de al zo geplaagde woonzorgcentra nog een Norovirus-uitbraak door. Opgelucht reageerde het personeel: ‘Oef, het is máár Noro!’
Met zin voor humor riep de meldende huisarts de huisartsen op tot een nieuwe variant van het maandthema: “blijf in uw dokterskabinet !” (tenzij ge van wacht zijt, dan moet ge natuurlijk naar de wachtpost !)

Aan alle anderen: #blijfinuwkot, #wasuwhanden, hou u goed en zoals beloofd: de zon is alweer terug???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

Hoog tijd voor een dutje in de hangmat. Een mens wordt moe van al die telefoontjes, wachtdiensten en blogjes.

PS: een huisarts die bij de koning op huisbezoek gaat, dat bestaat ook. Die huisarts was ik ?. Lees maar in dit blogje, geput uit mijn rijkgevulde huisartsenarchieven.

#30 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* kaarslicht in de koffiebar *

Eigenlijk zijn er maar twee dingen die ik – een heel klein beetje – mis: bibliotheken en koffiebars. Mijn favoriete koffiebar in de Herentalsstraat was jarig vandaag. Het feestvarken werd een ferme peuter van twee maar een feestje zat er niet in.
En toch had ik behoefte aan een pauzemomentje buiten de praktijk, want het beloofde een eivolle dag te worden. Op een bankje in het park durf ik al lang niet meer te gaan zitten. In het begin van de lockdown heb ik dat nog wel eens gedaan, en een politiecombi die toen langs reed stopte niet eens. Hadden ze dat wel gedaan, dan had ik mijn verhaal klaar: een huisarts die even uitrust van de dagelijkse telefoonmarathons, die gingen ze wel met rust laten.
Maar ondertussen zijn de regels steeds strenger geworden en ik heb geen 250 euro over voor een pauzemoment. (al zijn de pauzemomentjes samen met onze secretaresse op het terrasje van de praktijk tussen de afvalcontainers ook bijzonder gezellig ?)
Op goed geluk fietste ik vandaag dan maar eens lang de kapel in de Herentalsstraat. En yes, die was gewoon open! In normale omstandigheden al een eilandje van rust in de stad, was het nu helemaal een hemeltje op deze geteisterde aarde.
De kapel hing trouwens vol met bedankingen en aansporingen voor helden en andere gedoodverfde zorgverleners.

Ik zat er even te mijmeren, stak een kaarsje aan voor de dochter van lieve vrienden. Alweer een slachtoffer van het virus. Ze ligt opgenomen en heeft zuurstof nodig. Haar mama waarschuwt in een berichtje: ‘We houden ons hart vast. Voorzichtig zijn he. Gevaarlijk virus.’
En ik dronk er mijn koffietje. Bij gebrek aan koffiebar, promoveer ik de kapel tot koffiebar. Voor elk probleem is een oplossing.

Al zal Charles Darwin geen koffiebar-surrogaat voor ogen hebben gehad toen hij zijn beroemde uitspraak “It is not the strongest of the species that survives, nor the most intelligent. It is the one that is most adaptable to change” deed.

Opgekikkerd begaf ik mij ik naar het tweede deel van de werkdag: een shift in de containers. Waar ik bij aankomst op de reservelijst bijk te staan en dus helemaal niet had hoeven komen. Dat is nu al de tweede keer. Corona maakt van mij een kieken zonder kop.
Dat brengt me dan weer op een mail die een patiënte me stuurde omdat ze stilaan gek begon te worden van de quarantaine. Haar man kon haar echter gerust stellen. Omdat ook psychiaters het te druk hebben werden er criteria opgesteld om te bepalen wanneer je gek wordt en dus naar de psychiater moet: ‘Wanneer je in deze tijd van corona tegen je planten begint te praten, is dat volstrekt normaal en hoef je geen afspraak te maken.
Wanneer echter de planten beginnen terug te praten dan moet je dringend naar de psychiater.’

Ik heb niks met planten dus zover zal het met mij niet komen, en tegen de onverwachte vrije uurtjes zeg ik geen nee natuurlijk. Tijd om een blogje te schrijven op de dag dat ik vreesde daar voor het eerst geen tijd voor te hebben, want ik heb ook nog wachtdienst tot middernacht.
En zo werd blogje nummer 30 een feit en ga ik nu mijn tas inpakken om nog een paar uurtjes wacht te gaan doen. Hou het rustig! Dan probeer ik ook mijn hoofd erbij te houden.

#blijfinuwkot, #wasuwhanden, hou u goed en wees gerust, de zon komt snel terug???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! (niet voor die zon hè) Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

ons sfeervol terras ?

#29 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* nachtwacht *

Stiekem had ik natuurlijk gehoopt op net zo’n fijne rustige wacht als de collega in de vorige blog, maar dat zat er voor mij niet in. Vrolijk en wel zwaaiden we bij de aflossing de dagshift uit en kort daarna had ik mijn eerste consultatie in de container waar we de mogelijk Covid-besmette patiënten onderzoeken. Omgekleed in mijn ghostbuster-pak toog ik naar buiten en werd pardoes overvallen door een – terecht – boze dame die me toeriep ‘ik sta hier al anderhalf uur te wachten op de parking en nu gaat gij eerst een andere patiënt onderzoeken?!’
Bleek dat het callcenter het laatste uur de raadplegingen was vergeten door te geven aan de wachtpost…
Met een flinke achterstand moesten we dus spoorslags flink de handen uit de mouwen steken. Gelukkig was het heel rustig met huisbezoeken, dus mijn collega sprong meteen bij en zo was tegen middernacht zowel de parking als de wachtzaal leeg. Oef. Het gaat allemaal wat trager in die containers met alle ontsmettingsrituelen tussen de patiënten in, maar op die ene boze mevrouw na waren de mensen vooral heel vriendelijk en geduldig. Ze hebben er alle begrip voor dat alles nu langer duurt.

De heerlijke ‘feed the nurses’ maaltijden van Hendrickx Feesten in de koelkast zijn ook zeer welgekomen om de moraal hoog te houden. Bij gebrek aan nurses op de wachtpost, aanzien we onszelf maar als nurses. Zorgen is zorgen, hè?

Wat ik verder vooral begon te merken deze nachtdienst, waren twee zaken: 1. de uitgestelde pathologie begint door te wegen en 2. de psychische last wordt steeds zwaarder om dragen. Voorbeelden van dit laatste: een moeder die belt voor haar zoon die twintig pillen tegelijk heeft ingenomen van zijn antipsychotische medicatie. Gelukkig een super adequate moeder en een superhandig vergiftigingen-programma dat ons beiden kon geruststellen: intoxicatie mild, geen behandeling nodig. Ik belde voor de zekerheid toch maar even de psychiater van wacht uit bed, maar die was ook akkoord met de voorgestelde aanpak van watchfull waiting.
En een jonge vrouw die voor de zoveelste keer gehecht moest worden aan een flinke snijwond.

Voorbeelden van die uitgestelde pathologie: een man wiens bloedwaarden verslechterd waren maar amper informatie kon krijgen van zijn specialist en die letterlijk snákte naar een normale raadpleging met genoeg tijd voor uitleg en het opmaken van een plan van hoe verder. En een mevrouw met buikpijn bij wie ‘iets gezien was op de CT’ maar het vervolgonderzoek was allemaal opgeschort en daar wordt een mens natuurlijk angstig en onzeker van. En dan krijg je… buikpijn. Op de wachtpost kan ik met mijn beperkte instrumentarium natuurlijk alleen maar vaststellen dat er niks acuuts aan de hand is en dat het verder via de eigen huisarts moet opgevolgd worden. Maar het wordt wel tijd dat we terug afspraken bij specialisten kunnen gaan maken om niet-superdringende maar wel belangrijke vervolgonderzoeken uit te voeren.

Met het geweldig functionerende callcenter vóór de wachtpost raken onnodige consulten er niet meer door, behalve deze: ‘ik heb dringend een voorschrift voor mijn anticonceptiepil nodig’! Hoezo is dat iets voor spoed? Geen seks of gewoon een condoom gebruiken, is ook een optie. Zo had ze het nog niet bekeken… Ik heb het voorschrift maar meegegeven, ze was er nu toch, maar ik heb ook duidelijk gemaakt dat dit echt wel misbruik van de wachtdienst was.

Nog een afknapper: ik moest een keelonderzoek doen in de infectie-container en er bleek nergens een gezichtsscherm te zijn. Keelonderzoek wordt al echt afgeraden, en als het echt moet, dan minstens met gezichtsscherm. Verdwenen… nergens meer een spatscherm te bespeuren. Het is een uiterst treurige zaar, maar blijkbaar verdwijnen er regelmatig zaken uit de containers. Ik kan en wil niet geloven dat dit door collega’s gebeurt. Maar hoe anders?

Verder zijn veel mensen heel ongerust (zoals de 70-jarige vrouw die sinds een paar uur blaasjes voelde in haar mond maar verder totaal niet ziek was en die niet wist of ze nu nog mantelzorg mocht verlenen aan haar 90-jarige moeder) of slecht geïnformeerd: ‘Ik slaap zo slecht, mag ik mijn apnoemasker dragen? Want dat durf ik al een week niet meer,’ en ‘wat mag ik mijn dochter van 17 geven voor haar keelpijn?’ (het verhaal over het risico van brufen en andere NSAID’s bij mogelijk Covid is al naar het rijk der fabelen verwezen maar de eerdere geruchten daarover blijven lang nazinderen)

Er bleef niet veel slaaptijd over, maar goed slapen is toch al een onmogelijke opgave in een nachtdienst. Toch viel de vermoeidheid achteraf goed mee. Lekker op deze vrije paasmaandag een paar uur liggen bingewatchen (kijk de heerlijke Zweedse serie ‘Bonusfamiljen’ op Netflix!), even geskypet met de zoon in Zweden die een fijne roadtrip had gemaakt met twee vrienden in het enige Europese land waar een mens nog kan genieten van niet-essentiële verplaatsingen en daarna scheen de zon alweer en was er tijd voor de vaste lockdown rituelen: een wandeling, een blog en een Aperol. Met een therapeutische dosis slaaptekort tikt de Aperol eens zo hard aan. Ook therapeutisch als je het mij vraagt.

#blijfinuwkot, #wasuwhanden, hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

#28 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* zalig pasen *

Wat is er aan de hand? Huisartsen beginnen de loftrompet te steken over elkaar en steken her en der pluimen in het gat van hun collega’s.
Het is Pasen, dat is er aan de hand. De paasgedachte, urbi et orbi. En we zitten nog altijd in quarantaine. Dat zou er allemaal aan de hand kunnen zijn. Maar het is meer.

Toen ik op deze mooie paasochtend mijn mailbox opende (die nogal eens hapert sinds we massaal Netflixend en e-aperitievend het internet zwaar op de proef stellen), stroomde een waterval aan haast lyrische mails door de sluizen naar beneden.
Dokters complimenteren elkaar over en weer met de ervaren samenwerking en teamspirit, de inzet die de CRA’s tonen in de woonzorgcentra, en zelfs van het ziekenhuis mochten we een complimentje ontvangen: ‘Ze merken dat onze verwijzingen zo goed als allemaal terecht zijn en dat we het qua triage heel goed inschatten! Ze zijn heel tevreden over de samenwerking en over de triage vanuit onze triageposten!’, zo schrijft de voorzitter van de wachtpost.
‘Blije Gui’ promoveert deze hardwerkende voorzitter prompt tot ‘HVRT Corona Paashaas’.
En ook in de andere richting klinken er positieve geluiden: ‘Het omgekeerde is ook waar : de onderlinge communicatie met de spoedartsen ervaar ik sedert de Coronacrisis als zeer constructief!’

De crisis haalt bij velen het beste in de mens naar boven. De voorzitter van de huisartsenvereniging sleurt er niemand minder dan The Queen bij om een historisch feit in de schijnwerpers te zetten: ‘voor het eerst in onze carrière schrijven we op het forum met Pasen!’

Dat is allemaal waar. Maar daaronder ligt nog iets diepers. Getuige daarvan deze regels die ik uit de mail van een andere huisarts pluk:
‘Ik heb de laatste twee maanden misschien minder verdiend, maar meer genoten van mijn job als arts dan ooit tevoren, en ik heb de indruk dat ik niet de enige ben.’ en ‘Vandaag een meer dan aangename shift gedraaid in de wachtpost. Rustig, nauwelijks zinloze consultaties, leuke gemotiveerde collega’s en dankbare patiënten. Ik heb zelden zo een fijne zinvolle wacht meegemaakt: het was een verademing, dankzij de inzet van triage-collega’s.’

Daar ligt een grote bron van al deze positiviteit en energie: nu de nood aan de man is, nu zijn we op ons best: hiervoor zijn we arts geworden. Blijkbaar ligt dat soms een beetje ondergesneeuwd, verborgen onder een stoflaagje van zinloos ervaren werk, geclaimd worden, het gevoel hebben tijd te verdoen aan nutteloze zaken..
Huisartsen zijn – net als de meeste mensen – op hun best als je hen laat doen waarvoor ze opgeleid zijn, het échte werk.
Samen sterk is een gevoel dat vleugels geeft, en door deze positieve mail lawine kunnen we weer even verder. Want we zullen nog een hele tijd moeten vliegen!
En waar huisartsen soms wat mopperende bromberen zijn, vervellen ze nu tot waarderende vriendelijke applaudisserende teamgenoten.
Een bende zachte eitjes, dát zijn we aan het worden.
Prima! Houden zo.

Vriendelijke groet,
de paashaas

#blijfinuwkot, #wasuwhanden, hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.
En eet u geen hartaanval van al die chocolade, hè!

#27 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* praatjes *

Meer dan 18 jaar geleden was mijn leven overboekt: ik was net weer aan de slag gegaan na een bevallingsverlof, had een baby aan de borst die de hele nacht door om de twee uur wou eten en was een huis én een praktijk aan het bouwen. Het viel niet mee om met donkere wallen van het slaaptekort al die bordjes in de lucht te houden. Even zeuren en klagen hielp wel, maar mocht beslist niet van een superlieve collega in de praktijk die van thuis uit het levensmotto ‘niet zeuren, gewoon doorgaan’ had meegekregen.
Ze kwam uit een stevig boerengezin waar hard werken de norm was en tot haar groot verdriet was haar eigen huwelijk kinderloos gebleven, waardoor gejammer over een vermoeiende baby niet ontvankelijk werd verklaard.
Verder is ze nog altijd de liefste vrouw die ik ken, maar dat ik nooit even mijn beklag mocht doen, dat stak.

Ik bleef het natuurlijk toch doen. Een potje klagen lucht op, zo ervoer ik altijd, daarna kon ik weer verder. Met mijn werk en met het tellen van mijn talloze zegeningen.
In de krant van vandaag krijg ik gelijk. De Morgen brengt een artikel over eenzaamheid. ‘Iedere getuige in dit verhaal zegt het: we zijn gezond, leven niet in armoede, en hebben een netwerk, dus eigenlijk mogen we niet klagen. Jawel, dat mag wel, zegt Filip Raes, hoogleraar psychologie aan KU Leuven (en toevallig ook actief mindfulness beoefenaar en promotor… just saying). ‘Gevoelens van angst en onzekerheid zijn normaal. Je mag die dus gerust erkennen, ook al weet je dat er mensen zijn die er veel slechter aan toe zijn dan jij. Jezelf terechtwijzen dat je je zo niet mag voelen, brengt alleen maar meer stress teweeg.
Een potje klagen helpt dus wel degelijk, en als de prof zegt dat het mag, dan mag het. Punt.

Daarna moet je natuurlijk wel gewoon verder. Gedeelde smart is halve smart, je bent een beetje van de last kwijt en dat draagt weer een stuk lichter. Nu hoor ik dus bij die groep die zich bevoorrecht voelt in deze moeilijke tijden: gezond, zinvol werk, grote kinderen, wonend in een fijn huis met een fijne tuin. Nee, in deze lockdown heb ik niets te klagen. Maar het mág dus wel.

In het betreffende artikel bleken ook de eenzamen weinig te klagen te hebben. Ook zij rekenden zich gelukkig met hun zegeningen.
Toch zijn er ook veel eenzamen die het nu loeizwaar hebben. Een mooi initiatief is ‘Alleen maar niet eenzaam’ van fysicus en slaapcoach Heidi Holvoet. Ze biedt samen met een team vrijwilligers een eenvoudige babbel aan aan wie daar nood aan heeft. Maar het is heel moeilijk om de meest noodlijdende mensen te bereiken. Ze vragen geen hulp of durven het gewoon niet. Gisteren had ik zelf nog een patiënte op de prakijk die nog maar kort geleden uit een diepe put gekrabbeld was. Net toen haar leven weer op de rails begon te komen, daalde de lockdown over ons neer. Ze dreigt weer in haar diepe put te vallen en durfde amper naar de praktijk te bellen: ‘Jullie hebben het al zo druk, ik schaam me om tijd te vragen voor mijn onnozele probleemkes.’
Er was veel overredingskracht nodig om haar op andere gedachten te brengen.
Maar het is gelukt. Daarom ben ik ook zo blij met initiatieven als dat van Heidi Holvoet.

Er zijn nog geweldige ideetjes. Laat me u daarom een stukje voorlezen uit ‘100 Gelukkige dagen’ van Fausto Brizzi dat ik pas gelezen heb:

‘Ik zie een winkeltje dat ik nooit eerder heb gezien. Het uithangbord is pas nieuw. Ik ga naar binnen, aangetrokken door de naam: Praatjes. Ik word verwelkomd door Massimiliano, een gepensioneerde oud-politieagent. In de winkel zie ik een niet-brandende open haard, twee banken en een fauteuil die niet bij elkaar horen en waar een widescreentelevisie tegenover hangt, een koelkast, een keukenhoekje waar theewater opstaat en een tafeltje. Het lijkt net de woonkamer van een ouderwets huis, met meubels die op een marktje bij elkaar zijn geraapt. Sterker nog, het is een echt huis.
Massimiliano ziet er goed uit voor zijn zeventig jaar, is nooit getrouwd en heeft geen familie meer. Hij is ontwikkeld en intelligent. Hij legt me uit dat hij zich na zijn pensionering algauw ging vervelen: hij sleet zijn dagen in zijn woning op de begane grone en hield zich bezig met oude films en zijn eeuwige passie voor koken. Maar dat was hem niet genoeg. Hij voelde zich verschrikkelijk alleen en van zijn pensioentje kon hij niet de wereld over reizen. Dus schilderde hij een bordje met het opschrift PRAATJES en hing dat buiten boven de voordeur van zijn huis, waarna hij zijn gewone deur verving door een glazen winkeldeur. Toen wachtte hij tot er iemand toehapte.
‘Het idee is eenvoudig,’ legt hij me uit. ‘Ik ontvang volslagen onbekenden bij me thuis, zet een lekker kopje thee met koekjes voor ze neer, we maken inderdaad een praatje en kijken samen wat tv, dat soort dingen. Kortom, we houden elkaar gezelschap.’
Een praatjeswinkel. Simpel, maar geniaal. Daar was zelfs Leonardo da Vinci niet opgekomen. Handel in vriendschap.
Hij voegt eraan toe dat zijn klanten als ze weggaan een vrijwillig bedrag mogen acherlaten als bijdrage in de kosten (meestal vijf euro).
‘En hoe gaan de zaken?’
‘Heel goed. Vandaag de dag hebben mensen niets nodig, behalve iemand die naar hen luistert. Ik heb vrijwel nooit een uurtje vrij.’

#blijfinuwkot, #wasuwhanden, hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.
En vergeet niet te bewegen, op uw happy-go-lucky-fucking-ray-of-sunshine-fiets bijvoorbeeld.