Ping ping ping

Met een wandeling in de Liereman schud ik de werkweek van me af. Geen betere buffer tussen een rommelige werkweek en het begin van het weekend dan tienduizend stappen.
‘Ping’ gaat de telefoon in mijn rugzak. Ik kijk straks wel denk ik, en wandel verder.
‘Ping’ roept de telefoon weer. Laat maar pingen, dat zal wel de tweede ping van hetzelfde berichtje zijn. Ik vervolg mijn stappen. Het is zalig buiten. En een onverwachte meevaller: het is schoon! Op de hele wandeling scoor ik nog geen half zakje zwerfvuil. Geen Half Zakje! Waar is al het zwerfvuil gebleven? Opgeruimd door medestanders in de war on dirt? Of nog beter: preventief NIET weggegooid door de vervuilers? Hebben ze hun lesje geleerd?
Als de telefoon met een derde ‘ping’ naar mijn aandacht hengelt, haal ik het ding toch maar tevoorschijn. Lap: drie verse Covid-positieven. De oogst van één testdag. Zucht. Terug naar de praktijk, we beginnen maar weer een belrondje.

Ik weet dat het niet fraai is, maar even, héél even, denk ik: Doe allemaal vooral zo door. Feest, lach, drink, pak mekaar vast, kom gerust de praktijk binnen ondanks 75 verbodsborden en denk niet na over de domme acties die u uithaalt zonder na te denken. Dan is die volgende lockdown binnen de kortste keren een feit en kan de wereld weer even stil worden, net zo stil als de natuur hier. En kunnen uw dokters zich opladen voor de nieuwe golf.

Ik weet het, een lelijke gedachte, en mijn hart gaat uit naar iedereen die diep getroffen is door de lockdown en alle huidige maatregelen.
Maar wat zou de rust welkom zijn.