Dag 2, Sint Gillis Waas – Brugge, 86 kilometer, 27°C, wind in de rug

Met een croissantje achter de kiezen en wat digitale krant, zijn we klaar om erin te vliegen op dag twee van de fietstocht. Ik zadel de fiets weer op maar de batterij blijkt nog niet helemaal opgeladen. Niet erg, ik moet toch nog uitchecken bij de B&B waar ik gelogeerd heb, dus hopelijk is hij tegen dan 100% vol: vier blokjes.
Dat eventjes afrekenen duurde nog een heel eind: de dochter des huizes lag nog in haar bed, en verder was er niemand thuis blijkbaar. Ocharme, kind van zelfstandigen hè, zelfs in een extra vakantieweek mee moeten werken. In ieder geval was mijn batterij nu wel echt vol.

Om 9.20 vertrokken. Voor ’t eerst dit voorjaar in korte broek.
Ik heb er zin in, en de fiets ook. Het is net of die vlotter loopt na gisteren weer eens goed gerodeerd te zijn. Of zijn dit die ‘goeie benen’ waar renners het te pas en te onpas over hebben?
Geen wind (so far), wel vliegjes met hopen. Het is zalig fietsen door het ontwakende Waasland. Op het pittoreske kerkpleintje van Moerbeke-Waas drink ik mijn koffietje met een speculaaskoek erbij. Het is er muisstil. Om de hoek ligt een prachtig gemeentehuis en vooral het park daarbij ziet er prachtig uit. Man, hoe mooi is dat hier?
Het is zalig fietsen vandaag, het motortje zoemt dat het een lieve lust is, en als ik een katje was, zou je mij nu ook horen spinnen van puur genot. Is het het mooie weer dat me in deze opperste staat van gelukzaligheid brengt? Of het fietsen? Of beide?
Antwoord: ja en ja en ja.
Vraag: is deze volledige zen-staat-van-zijn te bereiken zonder een portie gezonde beweging? Ik denk haast van niet…

Eindeloos lange zalige fietspaden (kijk maar eens naar de foto – het vogelgezang moet je er maar bij fantaseren), maar het fietsen schiet niet op. Er is zoveel moois te zien dat ik om de haverklap stop om foto’s te maken. Kijk nu naar die bontgevlekte schaapjes met hun lammetjes in de wei. Hees blatend komt het grootste lammetje nieuwsgierig kijken wat ik aan het doen ben. Om daarna stoer bovenop zijn knollenberg te klimmen, terwijl beneden een ander lammetje zich tegoed doet aan de melk van moeder schaap, het staartje hevig kwispelend in de lucht.
En als ik niet moet stoppen voor mooie natuurfoto’s, is het wel om foto’s te maken voor mijn #TrashTuesday blogs. Ongelooflijk hoeveel promotie in deze regio wordt gemaakt voor zwerfvuilrapers.

Ik moet echt stoppen met foto’s maken want zo geraak ik nooit in Brugge.
Maar dan is er alweer een mooi bos: het Kloosterbos. Foto! Want hier wil ik zeker een keer terugkomen.
Op een haar na passeer ik later de Nederlandse grens. Oef, net geen Coronaregel overtreden.

Ondertussen is het Waasland naadloos overgegaan in het Meetjesland en slaat de kerkklok van Assenede al de noen. Ik heb er pas 37 kilometer op zitten.
Gelukkig gaat het hier nu op die lange windstille fietswegen vlot vooruit.
Of tenminste, zóu het vlot vooruit kunnen gaan, moet ik eigenlijk zeggen, want is het niet het mooie landschap dat me halt doet houden om foto’s te maken, dan zijn het wel zinnen voor mijn reisblogje die me te binnen schieten en dringend neergeschreven moeten worden voor ze weer verdwijnen.
Al helpt dat neerschrijven van die zinnen niets. Het enige effect daarvan is dat het de weg vrijmaakt voor alweer nieuwe zinnen om op te ploppen in mijn hoofd.
Het fietsen heeft de stop uit de fles gehaald en nu is de geest uit de fles. De zinnen blijven maar stromen. Zo gaat dat nu eenmaal als ik in mijn hummetje ben. En dat ben ik.
Al zou het nóg mooier zijn om dit met z’n tweetjes te kunnen doen, maar mijn man fietst niet graag. En eerlijk is eerlijk: elke tien minuten halt houden voor een foto of een paar zinnen is niet leuk, dat snap ik wel.
(Volgende week gaan we wel samen de tuinkamer onder handen nemen. Die staat er ook alweer bijna acht jaar (ik heb het net opgezocht: augustus 2014) en heeft dringend een onderhoudsbeurt nodig. De onderste planken zien af van het vocht en slaan groen uit. Schimmel zegt de tuinman.)
Dat is dan weer het handige van wandelen. Stappend kan je nog wel wat woorden neerkribbelen, op de fiets lijkt dat nergens op. Al had ik wel een hele constructie gemaakt met een plankje om onderweg wat op te kunnen schrijven, maar die constructie ligt thuis.
Misschien toch eens een dictafoontje aanschaffen voor op de fiets? (Nee, die op de iPhone is niet handig, dat heb ik al uitgeprobeerd. Bovendien is uitschrijven van ingesproken zinnen veel minder aangenaam dan van papieren aantekeningen. Spraakherkenningssoftware installeren zeg je? Zeeeeg… we zijn wel op fietstocht, hè. Het is al erg genoeg dat ik mijn laptop overal mee naartoe sleur. Al die high tech… trop is teveel. Oh ja, nog even over die telefoon die niet handig is als dictafoon: dan loopt ook de batterij te snel leeg, wat lastig kan zijn als je hem ineens dringend nodig hebt. De weg kwijt bijvoorbeeld en op de gps moeten rijden. Of geen overnachtingsplek vinden en dan plots veel moeten surfen en bellen. En ja, ik heb een powerbank bij. Maar nu houd ik erover op, ben al veel te ver afgegleden van het onderwerp.)

Waar waren we? Ah ja, kleine detour om even te plassen en dan schrijfverbod tot knooppunt 96. Dat is slechts zeven knooppunten te gaan. Ik foetel wel een beetje: ik leg het notablokje dwars in mijn fietsmandje zodat ik toch schots en scheef wat steekwoorden kan noteren als de nood te hoog is. Dat rammelt wel. Jammer dat die stevige constructie thuis stof ligt te vergaren.

Mijn maag begint te knorren. En binnen de honderd meter na mijn zelfopgelegde schrijfverbod, zak ik al genadeloos voor de test. Ik kan het gewoon niet – níet schrijven. Het lukt niet. Als ik gelukkig ben, moeten de woorden eruit. (Als ik ongelukkig ben, of boos, ook.)
Ook stap ik nog even af om mijn fluo windstopper uit te doen en mijn zonnebril op te zetten. Zo warm is het ondertussen al geworden.
Even intermezzo: je mag me trouwens te rusten leggen op de Parkbegraafplaats in Bassevelde als mijn tijd gekomen is. Een vrediger plek heb ik zelden gezien.

Wat een weer, wat lekker die windstilte vandaag, zelfs wind mee. 61 Kilometer al gefietst ondertussen en nog maar één batterijblokje verbruikt van de vier.
Goeie keuze trouwens ook vanochtend om dat shortje aan te trekken. De zon heeft al een mooi fondke kunnen leggen voor het blotebenenseizoen dat eraan zit te komen.

14U, lunchpauze. Ondertussen zijn het de kenmerkende jaagpaden van de Damse vaart die het landschap vormgeven. Ik zet me in het gras tegen een boom en eet met smaak mijn pistoletje met kaas, een snee peperkoek en een appeltje toe. Een flinke beker rozebottelthee erbij, want van fietsen krijg je dorst. De chocoladereep die ik nog van thuis had meegenomen, moet ik weggooien. Helemaal gesmolten.
Met al die bomen hier rond me, bedenk ik dat ik hier gerust even mijn hangmat zou kunnen ophangen voor een kleine siësta. Er is geen haast.
Toch maar niet… het is hier net niet verlaten genoeg om op je gemakt te zijn. Daar zijn deze fietsroutes te populair voor. Zeker met dit mooie weer.

En dus stap ik op voor de laatste etappe en fiets nu recht naar Brugge. Daar wacht me het beste terras van de stad: dat van mijn zus ?
Een drankje, een soepje, een babbel en dan een heerlijke tajine met 2 rode puntpaprika’s, 1 oranje paprika, 2 pastinaken, 2 zoete aardappelen, 3 wortelen, 3 ajuinen, een bokaal kikkererwten, 1 venkel, 1 courgette, 1 aubergine en stukjes lams- merguez- en chipolataworstjes. Het geheel gekruid met veel kurkuma, komijn, peper, chilivlokken, raz el hanout, géén zout en heel veel liefde.
Daarbij een Siciliaans wijntje van een Nero d’Avola druif. En gemberwater.
Aan tafel!





Geplaatst in: Blog

3 gedachten over “Dag 2, Sint Gillis Waas – Brugge, 86 kilometer, 27°C, wind in de rug

  1. Hilde Blancquaert schreef:

    Een mens krijgt spijt dat hij er niet bij was na dit verslag te lezen. Het lezen voelt al heerlijk. Wat moet het beleven dan niet zijn! En die tajine… het water loopt me in de mond!
    Voor onszelf staat er volgende week woensdag een dagje Brugge op de planning. We logeren aan zee, maar willen meer doen dan alleen de zee zien. Onze 4 kinderen (7j, 11j, 12j en 14j) waren nooit eerder in Brugge (met 4 jonge kinderen deden we lange tijd amper uitstapjes en nu is het – in niet-coronatijden dan vaak zooo druk met alle hobby’s), dus hét moment om hen die stad een keer te tonen!

  2. Carine Embrechts schreef:

    Ohh, ziet er zalig uit, genieten zit in grootse kleine dingen, of zeg ik kleine grootse dingen? Wind door het haar, kopke terug wat leger, goed gezelschap en lekker eten. Geniet er van?!

Laat een reactie achter bij Hilde BlancquaertReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.