‘Lief dagboek…wil je mijn vriendje worden? Ik zal je alles vanaf nu vertellen!’
Mijn eerste dagboekje kreeg ik in 1980 van mijn lieve kromme grijze pianojufje, mevrouw Denis. Ik was twaalf. Ik ben nooit meer gestopt met schrijven.
Puberlief en -leed vond er zijn plek en later was het het zachte kussen waar het leven van dag tot dag mocht landen, even stoom af kon blazen en het hoofd te rusten mocht leggen. Vanaf nu – met zesendertig jaar vertraging en bijwijlen het schaamrood op de kaken – een letterlijk stukje van mijn leven.
De namen heb ik veranderd, verder is alles waar.
‘I have to go to the painfull places. It must be true.’
Karl Ove Knausgård
Het gaat over onzekerheid en over leven met je eigen middelmatigheid. Het publiceren van dit dagboek is een ‘oefening in schamen’. Wat meer dan dertig jaar geleden is, is soms al lastig genoeg om in al zijn eerlijke naaktheid te laten zien. Het is zaak nu eelt te kweken, zodat ik – als ik honderd ben – de zinnen van vandaag durf publiceren. 🙂