Kronkelwegen in euthanasieland

Het kan raar lopen in euthanasieland. Maanden zijn we al in gesprek met Gerard die ver heen is in zijn alzheimerdementie en eruit wil stappen.

Gelukkig kan Gerard zijn doodswens en de ondraaglijkheid van zijn lijden nog voldoende duidelijk maken. ‘Er is niks meer in mijn hoofd. Dit is leeg. Dit is geen leven… Is goed geweest zo… Wordt nooit meer beter.’ De ondraaglijkheid van zijn lijden is vast komen te staan. Dat vinden wij als arts en verpleegkundige van het Levenseindekliniek-team dat Gerard al die maanden heeft bezocht, dat vinden ook de SCEN-arts, de geraadpleegde ouderenpsychiater die zijn wilsbekwaamheid heeft getoetst en de artsen en verpleegkundigen van de Levenseindekliniek die meedoen aan het multidisciplinair overleg dat aan elke euthanasie-uitvoering voorafgaat en waarin de verschillende teams nog eens met een vergrootglas naar elkaars casus kijken: zien we niets over het hoofd? Is er genoeg zorgvuldigheid betracht? Zijn er nog open eindjes? Zitten we nog met een vraag?

Ook zijn eigen huisarts is betrokken gebleven bij het hele proces en kan zich erin vinden. Gerards gezin steunt hem. Kortom, aan de wettelijke eisen is voldaan en ook de RTE zal dit als zorgvuldig toetsen, zo blijkt later.

Toch struikelt dit verhaal precies een week voor de uitvoering. De eigen huisarts had al een goed woordje voor me gedaan bij Gerards apotheker.

Ik bel met de apotheker die me doorverwijst naar een collega-apotheker. Deze man staat me vriendelijk te woord en stelt een persoonlijk bezoek op prijs, waarbij hij ook graag het SCEN-verslag wil inzien. Dat begrijp ik volkomen, ik ben natuurlijk voor hem een onbekende arts, je wilt graag weten wat voor vlees je in de kuip hebt. We maken een afspraak voor twee dagen later, ik laat er een nascholing voor schieten waarvoor ik me al maanden geleden had ingeschreven – Gerard gaat voor – en rij de lange rit erheen.

De apotheker met wie ik afgesproken had, is er niet. Hij laat zijn collega de honneurs waarnemen. Ik zit dus intussen met de derde apotheker in dit verhaal. Een alleraardigste man die me met veel diplomatie vertelt dat hij niet gaat meewerken. Niet bij dementie als reden voor de euthanasie tenminste, ‘dan voel ik me een beul’. Anders had hij graag de euthanatica geleverd.

Ik vraag me af wat erger is: niet dood mogen als je dat echt wil en door buitenstaanders verplicht worden de hele ellendige rit te moeten uitzitten, of meewerken aan een zacht en waardig sterven in familiekring.

Wat een teleurstelling. Wat een tijdverlies ook. (Artsen wordt al jaren op het hart gedrukt om direct te laten weten als je morele bezwaren hebt, zodat de patiënt dit vroegtijdig kan meenemen in zijn overwegingen.) Had me dat meteen aan de telefoon gezegd, dan had ik zoals gepland naar de nascholing kunnen gaan en hoefde ik nu niet een andere apotheker te vragen en die onder tijdsdruk zetten. Want voor Gerard ga ik echt wel vechten.

‘Ja maar, er is toch geen haast,’ zegt de vriendelijke apotheker, ‘je kunt de datum toch nog wel wat opschuiven?’

Nee, natuurlijk is euthanasie geen spoed. Maar hoe denk je dat zo’n gezin ernaar toe leeft? En hoe moet ik aan Gerard uitleggen dat hij nog wat langer moet wachten op de spuit waar hij zo naar verlangt? Wel tien keer per dag moet zijn echtgenote hem op de kalender laten zien dat het díe woensdag gaat gebeuren en hoeveel dagen dat nog duurt. Dan heeft hij weer even rust.

Hoe bizar is het eigenlijk dat de apotheker de eigen huisarts, de SLK-arts, de SCEN-arts en de psychiater kan overrulen en njet zegt – vier dagen voor de verlossende datum? Sterker nog: voor de patiënten van deze samenwerkende apotheken zou het dus betekenen dat geen enkele dementiepatiënt euthanasie mag krijgen, want ik begreep dat de andere apothekers sowieso niet meewerken aan euthanasie.

Is uiteindelijk de apotheker de bepalende factor? Dit moet toch niet kunnen? Ik wens het niemand toe, maar wat als het u overkomt, meneer de apotheker, dat u gaat dementeren en voor uzelf euthanasie overweegt? Tijd voor een ‘Levenseinde-apotheek’?

Gelukkig vind ik een bevriende apotheker bereid me te helpen. Gelukkig voor Gerard.

Apothekers, hierbij een ferme oproep: help ons helpen.

* Gerard is een fictieve naam, ook andere elementen in dit verhaal zijn aangepast zodat het niet te herleiden is op de persoon. Al zal de apotheker zich er wellicht in herkennen, en is het zeker niet mijn bedoeling deze vriendelijke man in een kwaad daglicht te stellen. Ik zou al blij zijn als dit verhaal mensen aan het denken zet en dingen in beweging krijgt.

(Deze tekst verscheen eerder op Medisch Contact – medischcontact.nl)