Winterprik

Hoe zalig was dat, die winterprik met zijn witte sneeuwpracht en dat heerlijk heldere zonnetje erbovenop.
Wat een cadeau.
Ik heb me er gulzig aan tegoed gedaan, kilometerslange wandelingen gemaakt om het zonlicht in elke porie en hersencel door te laten dringen met zijn oppeppend effect. Pure antidepressiva tegen de winterblues. Ik kon het gebruiken, en ik ben vast niet de enige.

En ja oké, het was kak om erdoor te moeten fietsen, en het was soms akelig glad, maar gelukkig is dat allemaal zonder scha en schande gepasseerd en heb ik braaf mijn helm gedragen voor de zekerheid. Dat zou ik natuurlijk altijd moeten doen maar mijn gezond verstand ligt soms ook in een diepe winterslaap.

Over winterslaap gesproken trouwens, toen ik op zo’n lange wandeling ergens languit op een bankje lag te genieten van de zon, keerde de ene wandelaar die ik hoorde passeren op haar stappen terug. Pas toen ze vlak naast me stil leek te blijven staan, piepte ik eens door mijn oogharen tegen de zon in. ‘Alles goed met u?’, vroeg ze. Waarop ik een lachje niet kon onderdrukken. Ik lag daar zalig te genieten, maar het had er blijkbaar verontrustend uit gezien. Toch lief dat ze even kwam checken. En toen ik haar nadrukkelijk verzekerd had dat alles prima was, wandelde ze verder.

Nog een leuk neveneffect van al die sneeuw: er was amper zwerfvuil. Het was in ieder geval niet te zien. Ik kon dus volop genieten van de schoonheid van de natuur zonder dat de aandacht van mijn geoefende zwerfvuil-blik naar rondslingerende blikjes en andere viezigheid gezogen werd. 

Maar mooie liedjes duren niet lang. De sneeuw smolt, de zon verdween en het zwerfvuil toonde zich weer in vol ornaat. Ik vond zelfs een spiksplinternieuwe schoen, je kan het zo gek niet bedenken. Die schoen heb ik maar even op een paaltje gezet, misschien is het echt een verloren voorwerp en fietst de eigenaar de route nog eens terug. Als de schoen volgende week nog op dat paaltje ligt, dan rijg ik hem onherroepelijk aan mijn prikker en gaat hij de zak in.

Gelukkig is er ook goed nieuws te rapen op zwerfvuilgebied. Minister Demir belooft strenger te straffen – de titel van het krantenartikel klonk niet mis te verstaan: ‘Geen medelijden met asociaal gedrag: meer boetes voor zwerfvuil in 2023’ – en ook op VRT NWS stond een artikel: Strenge aanpak zwerfvuil en sluikstort in Turnhout loont: tien keer zoveel sancties.
Van mij mag het, want er is geen enkel excuus voor het achterlaten van zwerfvuil en sluikstort.
Ooit komt er een tijd dat ik niks meer te ruimen heb. Tot die tijd doe ik gestaag voort. Hoop doet leven. 

In de aanbieding

Voor wie nog niet alles in huis heeft voor het grote feest vanavond, gratis af te halen bij mij:
ontbijtbord met prachtig ‘for you’ design
bijpassend lepeltje
halve fles rose
een zwartgouden flacon Million van Paco Rabanne voor wie nog een cadeautje zoekt
drie vijfgangen menu’s (zie hieronder)
En voor wie morgen nog klusgoesting heeft: een massa schroeven, bouten, moeren, koppelstukken, breekmes, schrijnwerkerspotloden… alles nieuw.

Dat vond ik allemaal op mijn laatste opruimrondje van dit jaar (behalve die vijfgangenmenu’s), en zo kwam ik weer met een volle zak zwerfvuil thuis.

Verder nog in de aanbieding:
– die drie vijfgangen menu’s dus, wegens een door ziekte van zeven naar vier geslonken tafelgezelschap vanavond. Af te halen op eenvoudig verzoek. Of je komt gewoon gezellig bij ons aan tafel zitten, er is plaats.
– een handvol chocoladereepjes.
Aan complimentjes en aanmoediging op mijn opruimrondes was ik al wel gewend, maar vandaag gebeurde er iets verrassend nieuw: een mevrouw stopte om me te bedanken voor het zwerfvuilrapen, stapte van haar fiets af, grabbelde in haar fietstas, en zei: ‘en daar ga ik u voor trakteren’, waarop ze me die chocolaatjes in de hand duwde.
Zo lief!
En zo gebeurt er altijd wel iets als je aan het rapen bent.
Verder ben ik ook verheugd u te kunnen melden dat het probleem van de uitgelebberde elastiek, waardoor de zwerfvuilzakken uit de ring vielen als ze wat te zwaar werden, ook verholpen is intussen. Een paar stevige knijpers deden de truc.

Vier goed vanavond, maak het niet te laat en niet te zat, schiet geen vuurwerk af, en ik wens u allen van ganser harte een gezond en proper 2024! 🎇

Jaaroverzicht in zesentwintig letters – 2023

Ingrid was me weer te snel af met haar jaaroverzicht in 26 letters. Zelf had ik gepland om me daar pas de 31e aan te zetten, maar zoals altijd krijg ik van Ingrids blogs zoveel schrijfgoesting, dat ik er meteen in vlieg, ik heb toch tijd deze keer. Andere keren raakt de opborrelende inspiratie vaak niet verder dan wat snel neergepende kribbels op losse velletjes papier. De meeste ontstijgen die embryonale vorm niet eens naar een volwaardig blog.
Ook knap van Ingrid: ze slaagt er steeds in de dingen compact en gebald te verwoorden. Ik heb altijd veeeeeel meer woorden en zinnen nodig, ik kan niet kiezen, ben slecht in schrappen. Dus kom ik ook niet toe met 26 letters. Een bijwijlen stotterend eindejaars alfabet dus.

Antwerpen. Veel naartoe geweest dit jaar. Decompressie-dag na de werkweek. Heerlijk altijd daar, er valt altijd wat te ontdekken.

Bingen. Ik wou persé The White Lotus en Succession zien. Twee series op Streamz, maar ik heb geen Streamz account, wegens te gevaarlijk (zie V). Dus heb ik me deze kerstvakantie een maandabonnementje gegund en heb in één lange avond en nacht The White Lotus helemaal uitgekeken. Om halfzes ’s ochtends ben ik zeer content gaan slapen, het voelde net als vroeger na een zeer sporadische maar o zo bevredigende lange leesnacht.
En B B B Bootman, weet je nog? Die job die niet doorging. Ook daar staat nog altijd een blog van in de steigers tussen de concepten. Maar ach, dat is ook allang weer oude koek. Al wreef iemand me het laatst nog onder de neus om te argumenteren hoe wispelturig ik kan zijn. Tja, zie T van traumaatje. Zoiets doet gekke dingen met een mens. Sindsdien is vrijheid mijn hoogste goed.

Cargo ship cruise. De onvergetelijke tocht naar Finland met de Kraftca.

Drop the story. Mijn lijfspreuk voor het komende jaar. Drop the story, doe je ogen open en kijk rond. Hier, nu.
En ook de D van Dikke Boeken. Ingrid houdt er blijkbaar niet meer van, maar ik wel! Noodgedwongen – zie de H – konden we deze vakantieweek niet weg, dus had ik mezelf op een flinke stapel boeken getrakteerd uit de bib, onder andere Welzijn van Nathan Hill, 650 pagina’s. Ik ben er nog niet aan begonnen, maar ga het zeker lezen, al was het alleen maar omdat ik zo geweldig genoten heb van zijn eerdere roman ‘The Nix’. Ja Ingrid, ik hou wel van dikke boeken. Misschien toch binnenkort nog eens een nachtje doorlezen. Daar word ik erg gelukkig van.
Qua dikke boeken blijft een vakantie lang geleden in Kreta de mooiste herinnering: de meer dan 900 pagina’s tellende baksteen De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch heb ik toen aan het strand verslonden alsof het een luchtig flutromannetje betrof.

Enjoy your day. Nog even geduld en verder lezen. Straks snap je het wel.

Familie. Ik heb drie geweldige kinderen en twee fantastische zussen, maar het zijn toch mijn twee schoondochters die bij de F van familie met de pluimen gaan lopen. Die twee formidabele dames hebben mijn kinderen het besef van familie bijgebracht. Van mij hebben ze dat niet geleerd, want ik was er zelf erbarmelijk slecht in. Nu pas, nu ik zie hoe hard ze hun best doen om er op alle grote familiemomenten bij te zijn, besef ik hoeveel ik mijn eigen ouders en wellicht grootouders tekort heb gedaan.
Maar wat ben ik dankbaar voor al die fijne familiemomenten die er nu zijn. Niks leuker dan aan een rijkelijk gevulde tafel te zitten en genietend je blik te laten rusten op al die geweldige kinderen, schoonkinderen, zussen, neefjes, nichtjes, grootouders, schoonbroers en schoonzussen.
En toen Wim en ik van hen een ontbijtbon kregen, smolt ik al helemaal. Hebben we het al bij al zo slecht nog niet gedaan misschien.
Lieve L. en B., we zijn zo blij met jullie!

GR 5. In 2024 gaan we verder op dit avontuur. De Alpen over.

Hendrik. Bij gebrek aan Swiekes Black Out, heb ik mezelf een Straffe Hendrik ingeschonken toen ik aan dit blog begon. Lekker, maar er gaat niks boven die Swiekes. We vinden het nergens meer. Wim kreeg van de brouwer de laatste flesjes die hij nog op de plank had staan gratis mee, want ze waren over datum. Toch eens horen bij de schoenmaker – zijn schoonvader blijkt dat Swiekes bier te brouwen – hoe het nu zit met die Black Out. Komt het nog goed?
(Nu ik hier toch over bezig ben… misschien eens kijken op hun website. Yes! Er is nog Black Out, maar dan wel ‘whisky barrel aged’. Tja, slechter zal het er niet van worden hè? Meteen maar een sixpack besteld om eens uit te proberen. Waar zo’n eindejaarsblogje al niet toe leiden kan 😜)
Hond. (zeg niet dat je niet gewaarschuwd was voor het occasioneel gestotter). De H van hond dus. Onze Billie. Ze is nog niet veel aan bod geweest in de dieren-conversatieblogjes tussen Ingrid en mij, al valt er over Billie veel te vertellen. Lief beest, een knuffelhond bij uitstek, maar nooit geleerd hoe ze met andere honden om moet gaan. Dus doet ze dat blaffend en bijtend en bijgevolg kunnen we haar moeilijk kwijt als we eens weg willen.
Vandaar dat ik nu thuis zit, terwijl ik zo graag met het busje op stap was gegaan.
Maar we vonden geen oppas. Billie’s superlieve oppassers waren beiden zelf weg, en op Pawshake vond ik ook geen oplossing.
Ik had mezelf wel opgepept dat een week thuis met dikke boeken en lange binge-nachten ook oké zou zijn, maar was toch liever weg geweest. Tja, dat is de consequentie van een adoptiehond natuurlijk. Je steekt zo’n beest niet zomaar ergens onder een cafétafeltje – hoe graag ik dat zou willen.

Ingrid. Who else? Super blogcollega. Van haar onovertroffen reeks ‘In de vissenkom’ ben ik nog steeds onvoorwaardelijk fan. Wou dat ik zo ad rem en doeltreffend kon schrijven.
Tevens enorme aanjager van ideeën en inspiratie. Nu daar nog iets mee DOEN! Want van uitstel komt altijd weer afstel en zo ligt al die inspiratie weer stof te vergaren. Verspilde moeite, want ook de muze heeft een houdbaarheidsdatum. Dan lees ik oude krabbels terug en denk bij mezelf: waar gíng dit over?
Dankjewel voor al je schrijfaanmoediging, Ingrid! Dank voor het lees- en schrijfplezier, en dankjewel om mij in je jaaroverzicht onder de M te stoppen 🤗
Lees hier Ingrids blog.
IJsberen. (Hoort dat nou bij de I of bij de J? Een mooi tussen wal en schip gevalletje.) Mijn duik in de Oostendse zee afgelopen november met Haïke van Koud&Krachtig is me bijzonder goed bevallen. Gisteren inspectie gedaan van de zwemvijver die misschien de uitvalsbasis wordt van twee Turnhoutse ijsberen. To be continued.

J. Mijn lieve en geweldige tweede zoon die zo’n zwaar jaar heeft gehad, dat altijd positief en zonder een greintje zelfbeklag gedragen heeft, er gelukkig ondertussen bijna helemaal van hersteld is, en ondanks al die miserie met vlag en wimpel geslaagd is voor zijn studie. J, je bent geweldig.
En precies hetzelfde geldt natuurlijk voor W en S. Superkindjes 🤗

Kindjes? Superkindjes!! 🥰

Luchtgitaren, bloembakken, pipigate en zattemansklap. Het was me het jaartje weer wel. Niks beters om zich mee bezig te houden misschien?
Check vooral ‘Katrien van Politiek PR’ op Instagram voor de nodige subtekst bij al deze uitschuivers.
Ook de L van Leven, en zorgelijke regels daarover bij Ingrid.
Ach Ingrid, hoe te leven?
Een vraag waar we ons allemaal dat hele leven lang mee bezig houden.
We doen allemaal maar wat, wij zijn allen gebrekkige mensjes die veel mededogen nodig hebben. Ondertussen klunzen we onverdroten voort.
Vorig jaar heeft een verhaaltje van Leo Babauta (schrijver van zenhabits.net) over een meisje dat ophield met het beschermen van haar fictieve diamant me erg gecharmeerd. En dan vooral deze zin over wat er gebeurde toen ze daarmee ophield: ‘So from that day, she would go about her day, enjoying herself, and trying to make the world a better place’.
Dat lijkt me een mooi devies om bij te leven.
Now, drop the story en go about your day. Enjoy yourself and try to make the world a better place. Ga plasma geven, ruim zwerfvuil op, geniet van het geluk in de kleine dingen die voor je neus liggen. Zoek het niet te ver.

Mediteren. Meer mediteren dit jaar! Daar word je erg gelukkig van.
Mediteren, bewegen en schrijven. De heilige drievuldigheid die ik goed moet bewaken voor een dagelijkse dosis geluk.
Maar ook de M van mailbox. Nagel aan de doodskist. Het houdt nooit op, die stroom aan berichten waar weer vanalles mee moet. Daar word je dus níet gelukkig van.
(maar terwijl ik hier zit te schrijven en ondertussen tien tabbladen heb openstaan bij wijze van research voor dit blog, dienen de oplossingen voor sommige problemen zich – zie ook het Swiekesprobleem hierboven – vanzelf aan: rondsurfend stuit ik op een ander schrijfsel van bovenvermelde Leo Babauta: Mastering your Inbox as a Spiritual Practice heet het. Wie weet biedt het oplossingen voor de nagel aan mijn doodskist. Ik zal het eens kritisch doornemen – als ik tijd over heb nadat ik mijn inbox weer de baas geworden ben.)

NEE!! Een huurprijsstijging van zomaar liefst 150% voor de zaal waar ik mindfulnesstraining geef! Break-even draaien vond ik prima voor die trainingen, ik hoef er niet echt aan te verdienen, maar erop toeleggen, daar word ik niet gelukkig van.
Dus zal mijn prijs omhoog moeten helaas.
En bijna vergat ik het belangrijkste bij de N: Now and Then. Het mooiste liedje van het afgelopen jaar. Het heeft dagenlang op repeat gestaan bij mij.

Oorlog. Zoveel oorlog in de wereld, op zoveel plaatsen. Er valt niet naast te kijken. Het kruipt onder mijn vel en is beangstigend. Hoe moet dit ooit nog goed komen?
Het leed van al die verloren kinderen, babies, vaders, moeders.
Een psychiater zonet op het nieuws: ‘I see cruelty that I have never seen before.’

Plasma Donor Date. Zonet met manlief samen plasma gaan geven. Tenminste, dat was de bedoeling, tot bleek dat ik zelf nog een maandje moest wachten voor ik weer plasma mocht doneren na de preventieve coloscopie in september. Niets aan te doen. Toch kregen we allebei het beloofde filmticket bij de rodekruisactie #donordate. Zo kunnen we binnenkort nog eens samen naar de film en nagenieten van onze goede daad. Moest je zelf nog zin hebben om een goede daad te doen en plasma of bloed te gaan geven: je kan tot 30 december nog terecht voor je eigen #donordate en filmtickets scoren. Doen!

Q. Altijd weer lastig in zo’n overzicht. Wat moet je ook met die letter? Tourette-gewijs plopt bij mij meteen de ‘zin’ I82QB4IP boven. Inzendingen welkom via het contactformulier. Onder de juiste oplossingen wordt een prijs verloot.

Roma. Binnen één week tijd hoor ik van twee mensen hoezeer ze genoten hebben van een concert in de Roma. Ik zal dat toch eens zelf moeten gaan uitproberen.
Rotterdam. Zeer lezenswaardig boek van Arjen van Veelen dat mijn zus me in de handen duwde en dat ik in één ruk heb uitgelezen. Met zijn 346 pagina’s nog wel niet echt dik te noemen, Ingrid 😉 Rotterdam is de stad waar mijn vader opgroeide, ik voel er wel een band mee, en wil zeker die ‘Smickel Inn Balkon van Europa’ waarover van Veelen schrijft eens gaan checken. Een snackbar op de Maasvlakte met vrij zicht over het water? Daar moet ik zijn.
Het Sunrise Appartement in de woontoren De Rotterdam wil ik ook wel eens zien. Het is de airbnb kamer van de openingsscène uit dit boek en klinkt als een droom.

Schrijven. Meer schrijven dit jaar! Daar word ik erg gelukkig van. En Succession uitkijken binnen de maand. Dat valt nog niet mee: vier hele seizoenen van elk bijna tien episodes, dat binge je niet in een nachtje weg. Maar het leven is aan de volhouders, nietwaar?

Traumaatje. Alweer een jaartje meer eelt over gekweekt. Al bezorgde een onverwachte ontmoeting me prompt hartkloppingen. Daar schrok ik wel van. Hoe diep zoiets blijkbaar in je lijf kruipt.
Maar dat traumaatje van mij zinkt gelukkig in het niets bij de toestand in de wereld. Zie de O. Dat zet alles weer in het juiste perspectief.

Uitstapjes met ons busje. Meer dan twintig waren het er dit jaar. Soms niet verder dan de eigen achtertuin, een enkele keer wat verder weg. We worden daar allebei erg gelukkig van.
Het bedje blijft wel erg smal.

Visvriendje. Ook alweer zo’n blogje dat de embryonale fase van losse kribbels nooit ontstegen raakte. Het was alweer van begin november geleden dat Ingrid een blog schreef over haar logeervis en hoe die nood had aan zout en een vriendje. Daarop begonnen bij mij zoveel ideetjes te stromen, maar ik heb ze laten verpieteren en nu is er bijna niets meer van over. Behalve dat ik nog weet dat ik had willen vertellen hoe onze hond Billie en onze rosse kat Sam nu al meer dan twee jaar samen onder één dak leven – elk heeft zich een verdieping toegeëigend – en nog steeds gezworen vijanden zijn. Geen van beide zou een vriendje verdragen, zelfs niet van hun eigen soort. Toen het laatst per ongeluk toch tot een close encounter kwam – Sam kwam, geheel tegen haar gewoonte in, normaal is ze superhard op haar hoede, gewoon de trap af gewandeld terwijl Billie in de woonkamer was – vreesde ik dat het katje onherstelbare schade op zou lopen, zo bruut vloog Billie op haar af en overmeesterde het schreeuwende mormeltje met een paar slagen van haar poten tot Sam hulpeloos op haar ruggetje lag met die grote hond dreigend over haar heen. Gelukkig hield geen van beide er zware verwondingen aan over, maar sindsdien is Sam toch weer haar eigen wantrouwige behoedzame zelfje.
Anyway, over dieren en vrienden had ik speciaal voor dat blogje dat er nooit van gekomen is een artikel uit De Morgen magazine bewaard over die soms onverklaarbaar diepe liefde (en rouw) van mensen voor dieren.
Deze passage markeerde ik met dikke strepen fluo: ‘Bovendien accepteren dieren ons zoals we zijn. Als je geen geld meer hebt of zwaar ziek wordt, verdwijnen sommige vrienden als sneeuw voor de zon. Mensen zullen je misschien de rug toekeren, maar een dier vindt je altijd prima zoals je bent. De hond legt zijn kop op je schoot en zal je nooit het gevoel geven dat je een loser bent. Die dynamiek zorgt ervoor dat we ons geliefd voelen en dat het leven een beetje lichter aanvoelt. Niet dat je meteen je hele leven weer op het spoor krijgt, maar de nabijheid van een dier zal je wel vaak een weldadige glimlach bezorgen.’ En let op, want nu komt het, Ingrid. ‘Ik heb het nu wel specifiek over zoogdieren. Een vis kan je moeilijk knuffelen, hoewel uit Amerikaans onderzoek blijkt dat naar een aquarium turen ook een bloeddrukverlagend effect heeft.’
Hah!
Tot zover dus alsnog een verkorte versie van de nooit-het-licht-gezien-hebbende vriendjesblog. Waar jaaroverzichten al niet goed voor zijn hè, ik sta er zelf van te kijken. Nu kan eindelijk ook dat bewaarde artikel weg. Opgeruimd staat netjes, en zo zit ik hier ter plekke dus 2023 op te ruimen om schoon schip te maken voor 2024.
En dan nog een voorlaatste keer in de stottermodus voor de V. Want dat is ook de V van Verslaving. Omdat ik daar vatbaar voor ben, heb ik me uit het Netflix-account laten zwieren waar ik al zo lang een beetje illegaal op meesurfte, en zeg ik ook die Streamz-account zo snel mogelijk op. Maar eerst Succession uit kijken 🤓

Website. Ik word een beetje ongelukkig van mijn eigen website. Ondanks alle pogingen tot herstel zitten er een paar lelijke bugs in ineens: bepaalde tekens of emoji’s herkent het systeem niet meer. Ik kan ze wel gewoon typen, maar even later zien ze er in een gepubliceerde blog helemaal anders uit. Rommelig, onaantrekkelijk en al een tijdje ook wat oubollig. En op mailtjes reageert mijn webmaster al niet meer. Komt dit nog goed?
Erg bevorderend voor het schrijfplezier is dat ook allemaal niet.
Water. (laatste stotterhapering, beloofd) Ondanks alle waterellende die we gezien hebben op het nieuws en zelfs bij goede vrienden, blijf ik water magisch vinden en zou ik er best ooit aan/in/op willen wonen. Water… ik word er erg gelukkig van.

X. Ik zat er al nooit op toen het nog Twitter heette, en laat het nu ook lekker aan me voorbijgaan. Die openbare toog – of riool zo je wil – van ongelukkigen en misnoegden.

Y. Y = Why? Waarom zit er een Y in mijn alfabet maar meer nog: waarom blijft er oorlog in de wereld? Onbegrijpelijk. Machtsgeile wellustelingen – om niet te zeggen narcisten en psychopaten – houden de wereld in hun greep en ik weet begot niet wat ervoor nodig is om dergelijke ellendelingen een halt toe te roepen. Democratie? Als het daar al niet te laat voor is.
Houd België met uw stem alstublieft vrij van Wilders-scenario’s.
Oh ja, en de Y van Yoga natuurlijk, hoe kon ik dat nu vergeten? Wekelijks een uurtje, hoognodig ter onderhoud van een lichaam dat een vijf als voordeur heeft. Een beetje soepel blijven, dat is belangrijk.

Zwerfvuil. Het is goed voor mijn dagelijks stappenquotum, maar verder word ik er niet gelukkig van. Gisteren heb ik vijf volle zakken geraapt en vandaag, op de route die ik afgelopen week al twee keer onder handen heb genomen, had ik weer een volle zak. Om moedeloos van te worden. Het nut van de beweging wordt volledig teniet gedaan door de zinloosheid van de exercitie.
De gekste dingen vind ik: niet een maar twéé siervelgen, een vol pakje sigaretten (alvast voor de goede voornemens om per 1 januari te stoppen met roken?), luiers, een porseleinen bord, veel te veel bommetjes, compleet doorweekt, ongebruikte pakjes mondmaskers, een fles lenzenvloeistof, een fietsslot, een twintig frank stuk en één gette die even later van mijn eigen husbandy bleek te zijn… verloren op zijn wandeltocht met Billie. Zo is de cirkel weer rond.
Maar al dat zwerfvuil rapen is compleet nutteloos en zelfs contraproductief, aldus Arjen van Veelen, hierboven genoemde schrijver van Rotterdam.
Wij zwerfvuilrapers zijn volgens hem medeplichtig aan het verhullen van de schade die al dat plastic veroorzaakt aan het milieu. Want doordat we het opruimen, wordt het probleem minder zichtbaar en dus minder prangend, en kan de plasticindustrie lekker doorgaan met doen alsof er weinig aan de hand is.
Maar wat moet je dan? Laten liggen is geen optie, ik kan de aanblik niet verdragen.
Dus ruim ik op en probeer de moed erin te houden. De nieuwe MijnMooieStraat app is daarbij een prachtig hulpmiddel. Maar de versleten elastiek van de ring die mijn zwerfvuilzakken openhoudt is dat niet. De zakken vallen eruit als ze nog niet half gevuld zijn. En de tenniselleboog die ik voel opkomen door al dat geprik en gesjouw helpt ook niet.
Maar ach, de vakantie is alweer bijna om, het jaar is bijna uit, bloemen verwelken en scheepjes vergaan, maar al dat zwerfvuil blijft eeuwig bestaan.

En hoe verdorie kom ik nu van een jaaroverzicht weer uit bij dat zwerfvuil geneuzel? Sorry daarvoor.
Voor iedereen alvast een fijne jaarwisseling en de beste wensen. Maak er iets moois van.
(En ga plasma geven, mediteren of zwerfvuil rapen 😅)

Zwie-zwa-zwem ~ naar de sauna

Ik ga naar de sauna en ik neem mee: twee to do lijstjes.
Lege lijstjes welteverstaan, voor alle todo’tjes die mogelijk in mijn hoofd zouden opkomen terwijl ik een dagje hang te luieren en te zweten in de sauna.
De lijstjes blijken totaal niet nodig.
Het was een overladen week met twee nascholingen, 1 mindfulnesstraining en 1 nachtdienst, waarvan ik in de sauna hoopte te bekomen, en dat lukte zo goed dat er geen enkel todo’tje aandacht vroeg.

In de heerlijke zoutsteensauna ligt bij een heerlijke 65°C zowat iedereen op zijn/haar buik te snurken, het buitenzwembad voelt lekker warm en na wat stomen in de hammam, ben ik klaar om me helemaal onder te dompelen in het koude buitenbad dat net iets meer dan 8°C ‘warm’ is. Een reset voor het hoofd, en totale delete van alle mogelijke muizenissen die daar nog rond zouden zwerven.

Koude is hot. Er gaat geen week voorbij of je leest er wel iets over in de krant. Ook vandaag las ik er weer een heel artikel over in De Morgen. Wim Hof is natuurlijk ruimschoots bekend met zijn koudetherapie, en kinderpsychiater Haike De Vlieger met wie ik een paar weken geleden de Oostendse zee in dook, verkondigt ook de voordelen van kou aan ieder die het wil horen met haar Koud&Krachtig workshops.

Maar daar wou ik het eigenlijk allemaal niet over hebben. Ik wou mezelf gewoon even uitlachen met die belachelijke todo-lijstjes in de sauna. In plaats van die lijstjes heb ik het gehouden bij heel veel warmte, lekker luieren, een rosé, een truffelpasta en madame Bovary bij de open haard.
En wat was het opgiet-ritueel in de belevenis-sauna zalig! Ik heb nog nooit meegemaakt dat daar zoveel werk van gemaakt werd. Vier geuren, veel gewapper met handdoeken, ijsklontjes om af te koelen, en een stukje fruit toe.
Veel beter dan lijstjes. Die lopen toch niet weg.

Het wordt stilaan tijd om een ijsberen-club op te richten in Turnhout. Wie doet mee? En waar is een goede open water plek daarvoor te vinden? Alle ijsberen en hun ideeën daarover welkom!

Zwie zwa zwem ~ het dopamineshot

‘Ik heb geen greintje medelijden met je.’
‘Dit heb je helemaal jezelf aangedaan.’
Nee, veel aanmoediging had ik van mijn liefhebbende echtgenoot niet te verwachten, en gelijk had hij natuurlijk, ik had er helemaal zelf voor gekozen toen ik me aan het einde van de zomer inschreef voor een workshop ‘Koud & krachtig’. Pas toen de datum daarvoor eind november naderde, begon ik er spijt van te krijgen. Brrrr, zwemmen in de zee is zalig ja, IN DE ZOMER! Dus toen we vorig weekend langs het strand wandelden en ik keer op keer rilde bij het idee een week later in diezelfde zee te liggen dobberen, kaatste Wim me gezwind mijn overmoed terug: ‘Ik zal eens goed lachen als ik je daar zie rillen van de kou.’

Het idee voor die workshop kreeg ik na het beluisteren van de Grensverleggers-podcast aflevering met Haïke De Vlieger, waterrat, kinderpsychiater en kanaalzwemmer. Toen leek het een geweldig idee, maar gaandeweg ging ik er steeds meer tegenop zien. Waarom wou ik dit ook weer zo nodig? Waarom moet ik toch altijd van die rare dingen doen? Goed gek, ja.
Dus toen afgelopen week de mail van Haïke kwam met alle nodige info en de betaalinstructies, heb ik snel de centen overgemaakt, zodat ik nu wel echt moest gaan.
Waarna ik gisterenavond om de haverklap mijn mail checkte om te zien of de workshop alsnog niet afgelast zou worden vanwege de stormwinden die langs de kust raasden. Maar niks hoor, geen mail, geen annuleringen, zwémmen zouden we!

Zo stonden we dus vanochtend met een clubje wat te rillen op de zeedijk van Oostende, terwijl Haïke ons wegwijs maakte in de genoeglijke effecten van koudetherapie. Een dopamineshot van 250% en een portie zelfvertrouwen om u tegen te zeggen beloofde ze om ons tot deze zelfkastijding te verlokken. Nu was ik al geen katje om zonder handschoenen aan te pakken, maar Haïke belooft ons dat dat katje een leeuw ziet als ze na deze duik in de spiegel kijkt.
Verder houdt ze ons nog de wortel van een ’total reset’ voor de neus, alsmede ‘het als sneeuw voor de zon verdwijnen van je to-do-lijstje’.
Wabliefteru?? Daar moet ik zijn!! Kom maar op met die koudetherapie.

Twintig minuten zijn we vervolgens in de woeste golven gebleven. Ik ging een paar keer kopje onder, kreeg een vinger in mijn oog, verloor een lens en leerde dat een tankini niet de handigste badkleding was voor dit ruige water, maar al bij al was het een geweldige belevenis.
Koud heb ik het amper gehad – het zeewater was met zijn 10,9°C warmer dan de buitentemperatuur – alleen mijn voeten werden gevoelloze klompjes waardoor ik ook nog eens een teentje verstuikte.

Aankleden was nog het moeilijkste van de hele onderneming, die wat mij betreft absoluut voor herhaling vatbaar is. Wie gaat mee? Allen daarheen!

Laatste bericht uit de erker ~ Introverte vuilnismannen

Martine en Ingrid, u kent ze als bloggers, corresponderen ook met elkáár - al dan niet via hun bonte beestenboel - over wat het dagelijks leven met hen doet. En het aardige is: u mag allemaal meelezen.

Zouden er geen introverte vuilnismannen bestaan?
En dan bedoel ik niet die van het muurbloempjes-soort, maar de introverten in de betekenis die de Meyers Briggs Type indicator geeft aan het begrip introvert: degenen die hun energie halen uit stilletjes hun eigen ding doen en zelden gedijen bij lawaai.

Daar dacht ik aan toen ik de vuilniskar op een ochtend in onze straat zag passeren met altijd die luide schelle muziek erbij.
Wat denk jij, Ingrid? Zouden er ook vuilnismannen zijn die liever zonder muziek zouden werken? En mogen ze dat dan? En wat denkt jouw vis?
Heeft jouw vis het slechte nieuws uit mijn vorige blog al verwerkt? Over die lawaaivervuiling die zich ook al ónder water voltrekt?

Lawaaivervuiling is er blijkbaar niet alleen overal, maar is ook van alle tijden, zo leer ik uit de inspirerende artikelenreeks De Oorzaak in De Morgen over het thema geluid, die maar niet ophoudt met graven en spitten naar alle aspecten van geluid, lawaai en stilte in deze wereld.
Al in 1800 waren er actiegroepen die de noodklok luidden over het toenemende lawaai in de samenleving, verzet tegen lawaai is blijkbaar van alle tijden.
‘In het Londen van koningin Elisabeth I, in de zestiende eeuw, stonden er gevangenisstraffen op nachtelijk hoorngeschal en ‘een plotselinge schreeuw in de stilte van de nacht’, lees ik bijvoorbeeld in dit artikel, en Charles Baudelaire had na een bezoek aan Brussel in een pamflet zijn beklag gedaan over het lawaai in die stad. Zelfs aan het geblaf van de honden ergerde hij zich, wat de journalist van dit artikel doet besluiten dat schrijvers klaarblijkelijk de spreekwoordelijke kanaries in de koolmijn waren, ‘want min of meer in dezelfde periode beplakte Marcel Proust de muren van zijn slaapkamer met kurk, ten einde raad door de verbouwingswerken bij de buren, en drukte Franz Kafka de wens uit om eindelijk, eindelijk, eindelijk een hotelkamer te vinden die hem zou toestaan “zich af te zonderen, niets te zeggen, plezier te scheppen in stilte en ’s nachts te schrijven’.

Daarop volgde de oprichting van de Society for the Suppression of Unnecessary Noise, ‘niet zozeer een vereniging tegen lawaai, want veel lawaai is onvermijdbaar, maar wel tegen onnodige geluiden.’
En ook zeer interessant in dit artikel: filosoof Theodor Lessing vond lawaai ‘een teken van onvolwassenheid. Als individu, maar ook als samenleving. Naar zijn gevoel plaatsten burgers in de jongere westerse samenlevingen hun persoonlijke, biologisch gedrag nog te gemakkelijk boven het belang van het collectief, terwijl in de oudere oosterse beschavingen stilte al wel als een kenmerk van zelfdiscipline en wijsheid werd beschouwd.
In één adem uitte Lessing kritiek op het materialisme, de individualisering en het consumentisme dat hij rondom hem volop op gang zag komen. mensen raken gemakkelijk verslaafd aan producten en de meeste van die producten maken lawaai, daar kwam het volgens Lessing op neer. Het lawaai van de stad, vond hij, was “de wraak van hen die met hun handen werken op hen die met hun hoofd werken en hen wetten opleggen.”‘

Het verhaal eindigt ermee dat er toen al stiltedagen en stilteweken gehouden werden om het publiek de kracht van stilte – toen al stilaan een zeldzaam goed – aan den lijve te laten ondervingen en een soort ‘lawaai-etiquette’ bij te brengen.

En dan was er nog Adriaan Fokker die stelde: ‘De demon van het geraas moet worden bestreden met een nieuw beschavingsoffensief. Lawaai is altijd een teken van slechte machines of van slechte manieren.’

Daar kan ik het niet hartgrondiger mee eens zijn.

Dit was de laatste dag in de erker, ons vakantietje Zuienkerke zit erop. We hebben Ciarán zien passeren maar gelukkig ook een prachtige droge zonnige dag gehad, een flinke strandwandeling gemaakt, steengoeie garnaalkroketjes gegeten in ’t Werftje, de zonsondergang op een haar na gemist omdat er plots een wolkendek over de hemel gleed en ook vermeldenswaard ter aanvulling op het vorige Bericht uit de erker: na de derde saunaronde heb ik me alsnog in de buitendouche gewaagd. Dat viel buitgengewoon goed mee. Tot mijn telefoon en bril van de houten schutting gleden. Mijn telefoon zat gelukkig in een waterdicht zakje, maar die bril was erger – stel je voor dat ik erop trapte voor ik hem terugvond in het donker en die berg herfstbladeren op de grond. Maar met het lampje van de gsm is ook dat gelukt en zo viel er vanuit Zuienkerke niks dan goeds te melden. En wat was het er stil. Ik wed dat zelfs de vuilnismannen hier in stilte hun werk doen.

De grote vragen van het leven.

In het leven zijn er dingen die ik doe en dingen waar ik over schrijf.
Dingen die ik doe maar waar ik zelden over schrijf: werken, mediteren, lezen, eten, plasma geven, yoga en praten met mijn kinderen. Dingen waar ik over schrijf: zwemmen, wandelen, de kat en de hond, uitstapjes met ons busje, mijn kinderen toen ze nog klein waren en het nog niet erg vonden dat ik over ze schreef.
Toch zou ik soms beter wél schrijven over de dingen die ik doe zonder dat ik erover schrijf. Over dat mediteren bijvoorbeeld. Laatst hoorde ik namelijk acteur Peter De Graef (die al heeeeel veeeeeel meditatie-uren op zijn teller heeft) over mindfulness, en dat was zo inspirerend dat ik de pen dan toch ter hand genomen heb en de opgedane kennis bij deze graag met jullie deel.

Drie zaken trokken mijn aandacht: het introductietekstje in de nieuwsbrief dat interesse voor zijn lezing moest wekken, de theorie over de drie soorten van kennen die de acteur uit de doeken deed en het schoeisel waarmee de heer De Graef het podium besteeg.

Het intrigerende introductietekstje knip en plak ik hier rechtstreeks van de site van de Mindfulnessvereniging, die de lezing organiseerde, want meer to the point dan dit wordt het niet.
De titel van de lezing was: Het verhaal waarin we leven. En de tekst daarbij luidde als volgt.
‘We hebben allemaal, vaak zonder dat we dat weten, een verhaal verzonnen over hoe alles ineen zit. Een verhaal waarin de grote vragen van het leven worden beantwoord of op z’n minst een plaats krijgen. Wie ben ik? Is er leven na de dood? Wat is de bedoeling van het leven? Bij ieder mens komen die vragen langs en worden ze behandeld. Al is het alleen maar in de zin van: Dat is een mysterie. Dat kunt ge niet weten. Om op die manier de handen vrij te hebben en zich bezig te kunnen houden met wat we wél kunnen weten. – carrière, relaties, zonnepanelen, barbecuerecepten etc. – Wàt ook het verhaal is dat we onszelf vertellen; van één ding kunnen we zeker zijn. Het is niet waar! Het klopt niet!? Geen enkel verhaal! Van niemand! Toch gebruiken we dat innerlijk verhaal als richtingaanwijzer, als kompas waarmee we in het leven orienteren. We navigeren dus op een kompas dat niet klopt. Wat is daar aan de hand!?’

Zeg nu zelf, dat is een goede vraag, nietwaar? ‘Wat is daar aan de hand?’
Niet dat ik het ná die lezing nu wel weet, maar zeker weten dat het verhaal dat we onszelf voortdurend vertellen niet klopt, dat alleen al maakt ons wijzere en bewuste mensen. Je trapt er niet meer zomaar in, in al die verhalen die we onszelf wijsmaken. Geloof niet wat je denkt, het is de waarheid niet.
En of wat we vervolgens denken te weten over carrière, relaties, zonnepanelen en barbecuerecepten de waarheid is, ook daar valt nog wel een boompje over op te zetten.

De introductietekst had me zo nieuwsgierig gemaakt om te gaan. Punt twee dat die middag vervolgens mijn aandacht trok: de drie soorten van kennen waarover wij als mens beschikken, maar waarvan we er meestal maar één gebruiken en vertrouwen: het kennen en weten van het brein. De wetenschap, de theorieën, de boekenwijsheid…
Daarnaast bestaan er nog wijze vormen van kennen en weten, maar die blijven meestal onderontwikkeld en vooral onbenut. Met name de wijsheid van het hart: onze intuïtie, en de wijsheid van ons lichaam: ervaring. Mindfulness en meditatie brengen ons precies daarmee terug in contact, herstellen de verbinding met die sterke vormen van kennen en versterken die wijsheid om gezonder, bewuster en gelukkiger in het leven te staan.
Peter De Graef had voor deze theorie van het kennen zijn mosterd gehaald bij Steiner. Ik vond het bijzonder boeiend en vooral herkenbaar: door al mijn jaren mindfulness en zen heb ik ervaren hoeveel wijsheid ons lichaam te bieden heeft. En hoe weinig gebruik we daarvan maken. Met mindfulness valt daar een wereld te winnen.

En dan was er nog één detail dat mijn aandacht de hele middag vastgehouden heeft: de blauwe Crocs die De Graef met zwierige flair droeg onder zijn mooie blauwe kostuum met daaronder wit hemd en wit giletje.
Een mens die Crocs kan dragen onder zijn kostuum zonder zijn geloofwaardigheid te verliezen, ook dat is het mysterie.

Berichten uit de erker ~ Ciarán

Martine en Ingrid, u kent ze als bloggers, corresponderen ook met elkáár - al dan niet via hun bonte beestenboel - over wat het dagelijks leven met hen doet. En het aardige is: u mag allemaal meelezen.

Knusjes ingenesteld tussen de kussens in het erkertje van ons tijdelijke HomeExchange huisje in Zuienkerke, kijk ik uit over de tuin waarin storm Ciarán woest tekeer gaat. De takken van de enige boom midden in de tuin worden gegeseld door de storm en struiken zwiepen heen en weer. Naast me staat een flinke kop thee, er ligt een stapeltje boeken, de krant op de iPad, en mijn laptop heb ik op schoot.  Gelukkig hoef ik helemaal nergens naartoe. 
Hond Billie logeert bij Marie (jaha, wij bloggers stick together) en rosse Sam is gewoon thuisgebleven en krijgt haar natje en droogje van buurman Boudewijn. Wat moet een mens zonder Maries en Boudewijns?

Het is alweer een tijdje geleden dat ik geschreven heb, waar waren we gebleven? Oh ja, bij de thema’s lawaai, stilte, rust en dieren. De Morgen blijft artikelen over deze thema’s spuien in de reeks De Oorzaak. Daardoor ben ik weer een illusie armer. Ik verkeerde namelijk in de zalige veronderstelling dat Ingrids vis door zijn natuurlijke habitat in het water gespaard mocht blijven van de gruwel van onze lawaaierige buitenwereld. Quid non. Op maandag 30 oktober stond er namelijk deze kop boven een nieuw artikel: ‘Lawaai onder water. hoe geluidsoverlast de walvis parten speelt’.

Nee, echt?? Is het ook ónder water al om zeep met de rust in deze wereld? Heeft zelfs Ingrids vis geen rust meer in zijn leven?
Waar moet het heen, waar moet het heen?
‘Straks klinkt de oceaan voor een walvis als een rumoerig café’, zo stond er te lezen. De hoop dat er dan tenminste érgens op de wereld nog rust heerst, al is het dan onder water, kan bij deze ook op de schroothoop.
En het is waar. Ook als ik ga zwemmen (sorry, hier beginnen mijn thema’s geluid/lawaai en zwie-zwa-zwem een beetje door elkaar te lopen, maar ook dat komt door Ingrid, ik leg het je zometeen uit) is er steeds minder rust.
Onder water valt het nog wel mee, maar als je zoals ik schoolslag zwemt, breng je minstens de helft van je zwemtijd door bóven water, en daar is er veel geluid, lawaai en drukte. 
Ingrid raadde me naar aanleiding van mijn zwie-zwa-zwem-reeksje het boek De zwemmers van Julie Otsuka aan. Daar ben ik gisterenavond in begonnen hier in ons HomeExchange huisje in Zuienkerke. Eerst kregen we de kachel niet aan de praat, maar toen het vuur daarin eenmaal lekker knetterde, raakte ik ook op dreef in het verhaal.

Grinnikend van de pret las ik deze zin: ‘Mensen voor wie je moet uitkijken: agressieve baantjestrekkers, verbeten trappelaars, onbekommerde rugslagzwemmers, en ‘mannen van middelbare leeftijd die per se moeten versnellen zodra ze merken dat ze bijna ingehaald worden door een vrouw’.
Zo herkenbaar! Ik denk zelfs dat ik er ooit zelf al over heb geschreven.
Otsuka adviseert ook uit de buurt te blijven van de competitieve crawlers, en ook dat advies kan ik alleen maar onderschrijven nadat ik me voor de zoveelste keer verslik in een golf chloorwater door de deining die zij veroorzaken.
In de sauna na het zwemmen, is stilte ook een steeds schaarser goed. Zelden ben ik er alleen, en dat is helemaal niet erg want de sauna van het zwembadcomplex is er voor iedereen, maar hoe heerlijk zou het zijn als mensen daar gewoon hun mond hielden! Een sauna is geen babbelplek, het is een oord van rust en stilte.
Wat dat betreft, heb ik vandaag geluk: in het huisje hier in Zuienkerke is een sauna, en aangezien mijn Wim daar een hekel aan heeft, weet ik één ding zeker: vandaag ben ik zeker alleen in de sauna en zal er niets dan rust heersen, terwijl de storm buiten voortraast. Of ik na de sauna gebruik zal durven maken van de buitendouche, dat is weer een ander paar mouwen. Ciarán trotseren zal meer moed vergen dan ik in mijn lijf heb, en de storm is nog niet eens op zijn hoogtepunt, die gaat in de volgende uren nog aan kracht winnen, zo lees ik op de nieuwssites.

Maar terug naar de stilte en de vissen voor wie er net als voor ons mensen steeds minder van over blijft. Bij hen blijkt het een onverwacht effect van de klimaatverandering: door onze uitstoot van CO2 wordt het oceaanwater steeds een beetje zuurder. En omdat geluid in zuurder water volgens de wetten van de natuurkunde iets minder wordt afgeremd, draagt het geluid van bijvoorbeeld scheepsschroeven in een steeds zuurdere oceaan ook steeds verder. Voor het hele artikel kan je hier terecht, maar ondertussen blijf ik hier wel vol medelijden zitten in mijn erker (note to self: zo’n erker op de wish list van ons volgende huis zetten). Arme vis van Ingrid, arme walvissen en arme boom daarbuiten in de storm.
Ik denk dat ik nog maar een kop thee neem en heb te doen met Marie. Het is geen weer om een hond door te jagen. 

Antwoord uit de kattenmand ? Tik tik tik

Schrijver en collega-blogger Ingrid schreef - in het kader van onze wederzijdse blog-correspondentie - een geweldige reactie op mijn vorig blogje 'De luide medemens'. In antwoord verscheen haar blog Tik tik tik. Dat stuk kan je hier lezen.
Goed hè? 

Sinds De Morgen haar grootschalige burgeronderzoek naar geluid in Vlaanderen lanceerde, blijft het artikelen regenen over geluid, lawaai, stilte en de impact op onze gezondheid.
Zelf bleef ik er ook mee bezig. Ik merkte nog andere storende geluiden op die op het hinderlijke lijstje ontbraken: muggen en hun slaapverstorende gezoem! Elke dag executeren mijn man en ik zeker een mug of drie zonder enige vorm van proces en dan nog worden we wakker van gezoem.
Sam vindt zo’n insect af en toe heel leuk spelmateriaal, maar muggen vangen, ho maar.
Snurken! Ik ben de ergste van ons twee. En ook daar kan ik niks aan doen, mijn atopische constitutie is de boosdoener in dit geval: hooikoorts, astma en de kat die op ons bed resideert.

Aya Sabi schreef binnen dit thema ook een column over lawaai vs haar nood aan stilte. Ze besluit: ‘Ik ben hypersensitief, dat weet ik. Tegelijk weet ik ook dat de wereld te luid is.’
Ik ben het zo met haar eens. Die luide wereld is te vaak te luid.
En de tinnitusprofessor – audioloog moet ik eigenlijk schrijven – die gisteren in de krant aan het woord kwam over de vervelende tuut-ziekte die zoveel mensen treft, poneert heel stellig: ‘Onze problemen met geluid zijn een expressie van een overbelast brein. Mensen willen geen stilte, ze willen rust.’ Hear hear, zeg ik hardop tegen niemand in het bijzonder – Sam slaapt boven op bed en Billie scharrelt rustig rond tussen de stapel snoeihout die op een hakbijl wacht – en trommel eens goedkeurend met mijn knokkels op het houten tafelblad.
Verderop in datzelfde interview: ‘Het probleem wordt versterkt doordat we behoorlijk overprikkeld zijn. […] Mensen zijn overmatig gespannen en dan komen geluiden veel harder binnen.’
Tja denk ik dan, maar dat is een kip-en-ei-probleem. Wat was er eerst? Onze complexe, veeleisende en luide samenleving of de overprikkeling die maakt dat je dit allemaal lastiger verdraagt?

De tuut-professor vervolgt: ‘Veel heeft te maken met je emotionele en mentale staat. Hoe luid je geluid beleeft, is heel persoonlijk. […] Persoonlijkheid speelt daarin een rol. De patiënten die ik zie, hebben wel wat gemeen: ze zijn gevoelig, hebben de neiging om spanning op te kroppen, zijn perfectionistisch en houden van controle. Ze worden er gek van dat ze dat geluid niet kunnen controleren. […] Tinnitus is een alarmbel. Een psychosomatische klacht die wijst op andere problemen. Als je niet voldoende ventielen hebt waarlangs de druk kan ontsnappen, dan komt de stoom uiteindelijk bijna letterlijk uit je oren. Daarom is inzicht in hoe je zelf in elkaar zit en hoe je denkt heel belangrijk in de behandeling van tinnitus.’

Ik had gelukkig een disclaimer genoteerd in mijn blogje, namelijk dat het een niet-exhaustief lijstje betrof, dus u zult er als lezer vast zelf nog allerlei hinderlijks aan toe kunnen voegen. Het blijft nu eenmaal voor een groot deel subjectief, wat we kunnen verdragen en wat niet.

Dit stukje schrijf ik in het zachte nazomer-zonnetje aan de terrastafel. Twee tuinen verder ratelt de grasmaaier, en ergens achter mij wordt een haag bijgeschoren. Gelukkig is het zaterdag, dan mag het en heb ik er weinig last van. Op zondag verdraag ik dat geluid niet. En zo leren we bij, over hoe dat werkt met lawaai in ons brein.
Doe dus mee en leen uw oren aan De Oorzaak om geluid in Vlaanderen in kaart te brengen: demorgen.be/oorzaak.

Oh ja, u hebt allemaal de groeten van Sam. Die heeft nergens last van. Ze slaapt, op ons bed. Zodat ik vannacht weer een verstopte neus krijg en niks kan doen aan mijn gesnurk.

Naschrift
Dit blogje schreef ik op zaterdag. Ik kon het niet posten omdat er iets mis is met de automatische publicatieknop naar de volgers en naar Facebook, en zelf kreeg ik dat euveltje niet opgelost. De webmaster bleek met vakantie.
Zo werd het zondag. Buiten op het terras zat ik heerlijk met mijn neus in de weekendkrant toen verderop in de straat een heggenschaar de zondagsrust doorbrak. Vriendelijk ben ik gaan vragen om dat niet op zondag te doen. Nu zal ik wel het etiket van verzuurde buur krijgen. Maar wie weet hoeveel buren blij zijn dat toch íemand er iets van durfde zeggen.

Berichten uit de kattenmand ~ De luide medemens

Martine en Ingrid, u kent ze als bloggers, corresponderen ook met elkaar - al dan niet via hun bonte beestenboel - over wat het dagelijks leven met hen doet. En het aardige is: u mag allemaal meelezen.

Luid knorrend loopt Sam voor me uit de gang door. Haar staartje priemt kaarsrecht de lucht in, alleen het uiterste puntje is gebogen. Een pijltje waarmee ze lijkt te wijzen ‘hier is het te doen’. ‘Hier’ dat is haar etensbakje aan het einde van de gang. Zodra ze in alle vroegte merkt dat er iemand wakker wordt – de kunst is dus om zo weinig mogelijk te bewegen zodat je nog een beetje kan doezelen – springt ze enthousiast op ons bed en klautert op het bewegende lijf. W?e haar ontbijt voorziet, dat maakt haar niet uit, maar wel dat dat zo snel mogelijk gebeurt. Helemaal vrolijk bij het vooruitzicht op ontbijt, spint ze zo hard als ze kan, laat zich heel eventjes aaien en rent de gang in als ze denkt beet te hebben: de ontwakende mens maakt aanstalten om op te staan. Waarna dus dat luide geknor in de stille donkere gang weerklinkt.
Dagelijks ochtendritueel, heerlijk geluidje.

Niet zo heerlijk: de luide medemens.
Die komt in vele vari?teiten, hierbij een poging tot een niet-exhaustieve lijst (van hinderlijke mensen en geluiden).
De bellende mens op bus en trein – maar daar heb ik al genoeg over gezeurd.
De Facebook-scrollers die alle langskomende filmpjes afspelen zonder oortjes of koptelefoon.
Muzak in wachtkamers, koffiebars en winkelstraten… of nog erger: vrije radio vol gewauwel en reclame ertussen.
De mannen – ja, altijd mannen – die in de sauna zuchten, steunen, kreunen, hun neus ophalen, rochelen, de houten hoofdsteuntjes kletterend opzij schuiven en wellustig het zweet van hun lijven blijven wrijven.
Of die in de sauna komen om godbetert te kletsen.
De feestende buurtmens – tenminste als het feest me belet in slaap te vallen, maar gelukkig lukt me dat meestal wel met oordopjes in en het slaapkamerraam dicht.
Knetterend opgevoerde brommers.
Het nerveuze ’tsss tsss’ waarmee Marokkaanse moeders hun kinderen sussen en wat ook ‘nee’ kan betekenen. Die kinderen worden er net zo nerveus van als ik. Vanuit mijn eigen opvoeding klinkt het geluid nameljk heel anders dan zij het bedoelen: ik hoor afkeuring en afwijzing.
Luide Hollanders in Antwerpen, in de film,… Ik hoef echt niet je hele gesprek te kunnen volgen als ik zes rijen verder zit.
De piepjes van al die notificaties die mensen niet afzetten en zo onbedoeld opdringen aan hun omgeving. Vooral het standaard Andro?dgeluidje voor binnenkomende berichten is me een doorn in het oor.
De sloffende mens. Til je voeten op!
De smakkende en prakkende medemens.
De met open mond kauwgom kauwende medemens.
Lepels die hard neerkomen op potten en pannen.
Deuren en lades die de luide medemens hard dicht gooit.
Campingburen met keiharde muziek.
De afschuwelijke airco in het slaapkamertje op de huisartsenwachtpost.
De snoodaard die het waagt op zondag zijn gras te maaien of de haag te scheren. Bladblazers en hogedrukspuiten idem dito. Bekentenis: soms stofzuig ik zelf op zondag mijn tuinkamer. Wie zonder zonde is werpe de eerste steen.

De Morgen gaat een groot onderzoek doen naar lawaai. Doe mee en schrijf je in voor De Oorzaak, het grootste burgeronderzoek over geluid. Al de hele week staat de krant vol artikels over lawaai en wat het met ons doet. Hoe het vele mensen vele levensjaren kost. Lawaai is dodelijk.
Ik leer veel bij uit die artikels. Dat de ervaring van geluid in grote mate subjectief is. Wat voor de ene persoon bijzonder storend is, merkt de ander helemaal niet op. Of zoals een van de journalisten schrijft: als mijn buurman op zaterdag met de grasmachine in de weer is, hoor ik dat nauwelijks. Maar wanneer hij hetzelfde lawaai produceert op zondag, irriteert me dat enorm.’
Het wordt nog complexer omdat de ervaring van geluid voor een stuk genetisch bepaald is. Er is meer aan de hand dan alleen subjectieve beleving. Zo verschilt ook de manier waarop je lichaam op geluidsgolven reageert en hoe je hersenen geluid interpreteren per persoon.
Ik zal mijn man dit krantenartikel eens onder zijn neus duwen als hij weer met zijn ogen rolt op mijn vraag om oortjes in te doen als hij zijn door zijn tijdlijnen scrolt, want h?, het is niet mijn schuld dat dat geluid zich rechtstreeks een weg wurmt naar mijn amygdala. Het is de schuld van hersenen, ik kan er niks aan doen.
‘Emoties zoals machteloosheid en bezorgdheid wegen ook door’, zo lees ik nog. ‘Zit je met het frustrerende gevoel dat wie verantwoordelijk is voor het lawaai het zou kunnen vermijden maar niets doet?’
Ja, nu snap ik waarom de bus-beller mij zo tot waanzin drijft.

‘De waterkoker van mijn moeder ’s morgens in de badkamer’, zou mijn dochter nog toevoegen aan deze waslijst van ergerlijke geluiden. ‘En als ze uit ochtendlijke klunzigheid weer maar eens haar haarborstel laat vallen.’ Plastic op een harde vloer, aauw!
Nog pijnlijker aan haar jonge oortjes: het gezoem van de leeslamp in de woonkamer. Wij horen dat niet meer, ouder worden heeft soms zijn voordelen.

Ik dacht altijd dat er niets heerlijkers was dan een kat te zijn. Sam knort lekker overal doorheen. Maar sinds ik Ingrids vis heb leren kennen, begin ik te denken dat dát het walhalla moet zijn. Welbeschouwd is de hele leefwereld van zo’n vis één gigantische koptelefoon.