De kwellende kilt-kwestie

Lieve Ingrid,

Mannen in kilts. Ik heb ze gezien in alle soorten en maten, ik heb ze gesproken, ik heb ze bewonderd. Het heeft toch iets, ik mag ze wel, ja, ik vind ze mooi.
Grappig ook hoe ze in die historische klederdracht toch helemaal bij de tijd zijn: hun gsm bergen ze na gebruik netjes op in het bijbehorende tasje dat ze onder hun buik hebben hangen. Gelukkig is dat geen halve otter meer zoals vroeger, zo zag ik in Dunvegan Castle.
In dat kasteel leerde ik ook veel bij over dat hele clangebeuren waar Schotland van doordrongen is. Een McDonald, een MacKenzie of een McPherson zal vanaf nu voor mij nooit meer zomaar een McDonald een MacKenzie of een McPherson zijn.

Een ideale gelegenheid om meer bij te leren over de lacune in jouw en mijn kilt-kennis diende zich aan toen ik met een groepje jonge mannen in kilt aan de praat raakte op een trouwfeest in Cottiers in Glasgow, een kerk die nu een feestzaal annex pub is. Zij waren al goed in de wind en kwamen afkoeling zoeken in de bar waar Wim en ik ieder met een enorme pint Lager voor onze neus, een hapje zaten te eten.
De ideale gelegenheid voor dé vraag. What’s under the kilt?

Ik heb Google searches gedaan, ik heb rondgesnuffeld in boekhandels en giftshops, ik vond pin-up- en yogakalenders van gespierde mannen in kilts, er lagen stapels kookboeken van mannen in kilts en natuurlijk hingen er kilometers rekken vol kilts in alle mogelijke clan tartans.

Maar de vraag heb ik niet durven stellen.
Die Belgische subassertiviteit toch hè, die trouwens nergens voor nodig was, want op elke vraag die we stelden aan eender welke Schot, kregen we vriendelijk en zeer uitgebreid alle mogelijke info die we maar wensten. Dat hebben we meermaals ondervonden. Wat een fijn volk.
We hadden het ook kunnen vragen aan al die queers en dragqueens in Glasgow na de pride die er net gepasseerd was.
We hebben onze ogen uitgekeken en veel blote poepen gezien. Bijna blote poepen toch, want veel billen zaten in zo weinig stof verpakt dat je in een onderbroek nog aangekleder voor de dag kwam.

Een blote poep onder een kilt hebben we echter niet gezien en een bezoek aan Highland games is er ook nog niet van gekomen. Het zal dus een intrigerend raadsel blijven, waarvoor we nog eens terug naar Schotland moeten.
Dat vinden we geen straf. Want wat hebben we weer genoten!

De highlights? Zwemmen in de Fairy pools op Skye en in Loch Lomond. De weergaloze uitzichten op kliffen, lochs en zeeën, met als orgelpunt Neist Point op het einde van de wereld. De whisky’s. Het verse brood en de koffiebar op Glennbrittle campsite, waar verder in de wijde omtrek geen winkel te bespeuren valt en waar 4G en wifi onbestaande zijn. De white sandy beaches van Big Sand en Red Point. De rit over de huiveringwekkende Bealach Na Ba pass die me een jaar van mijn leven gekost heeft van de schrik.
De paar dagen in een prachtig verbouwd boothuis aan het loch waar we ons alleen op de wereld waanden. En de minke whale en de dolfijnen die we zagen springen op de sea wildlife cruise vanuit Portree, al was het toen een grijze mistige dag en was ik een beetje ziek.
Oh ja, en de jelly babies waarover ik las in de boeken van Raynor Winn, wiens reisverhalen over haar lange afstandswandelingen in Schotland en Engeland ik voorafgaand aan deze reis verslonden heb.
Teveel om op te noemen.

En pas toen jij vroeg: ‘Is het niet te vroeg voor de heide?’, viel me inderdaad op dat elke dag dat we er waren de heide paarser begon te kleuren. Een local vertelde dat mei en september de beste periodes zijn om Schotland te bezoeken. Dat wisten we niet. Het weer was oké (onze norm daarvoor hebben we extreem verlaagd: in Schotland is een mens al blij als het vaak genoeg droog is) en de midges waren ook nog niet goed wakker, dat is dan misschien wel een voordeel van het feit dat we te vroeg waren.

Helaas heb ik je mysterie dus nog niet kunnen oplossen, mijn excuses daarvoor. Misschien neem ik volgende keer toch maar een huisdier mee, dan kan dat onder de kilt kijken als ik het weer niet durf vragen. We moeten toch terug om Ben Nevis te beklimmen, ook dat is er nog niet van gekomen.
We zitten nu op de boot terug naar huis. Benieuwd hoe we kind, kat en huis zullen aantreffen.

Groetjes aan je vis ondertussen en met veel plezier zet ik mijn onderzoek ondertussen voort. Want ik wil het wel weten, what’s under that kilt. 😜

Einde aan de radiostilte

Dag Ingrid, (en bij uitbreiding alle andere door mij verwaarloosde lezers)

Je logeervis is terug, lees ik zonet in je mail, en deze keer zelfs voor lange tijd.
Niet dat we dat excuus nodig hadden om elkaar blogsgewijs te schrijven, maar het helpt wel. Want het klopt dat je niks meer van me gelezen hebt sinds mijn vertrek op de GR5. Wees gerust, alles is goed met mij, meer dan goed zelfs, daar ligt het niet aan.
De kink in de blogkabel lag bij een geheugenprobleem. Gelukkig niet mijn geheugen – voor zover ik weet werkt dat nog naar behoren – maar dat van mijn mediabibliotheek. De backup daarvan nam zoveel ruimte in beslag dat er geen nieuwe foto’s of blogs meer geüpload konden worden, en dus kon je mijn reis niet meer volgen.
Maar gestapt heb ik wel degelijk. Eind mei heb ik de Flixbus genomen naar Luxemburg en daar heb ik in Grevenmacher het GR5 pad hernomen, precies op de plek waar ik vorig jaar gestopt was.

Ruim 500 kilometer heb ik in juni gewandeld op die route naar Nice. Ik ben Luxemburg uitgewandeld, heb Lotharingen doorkruist, ben in de Vogezen beland en heb van de twee wandelgidsen die de Vogezen-route beschrijven het eerste gidsje bijna uitgewandeld. Toen was het op. Nice zal voor een andere keer zijn, bij leven en welzijn komen er nog zomers genoeg.

Ineens was het genoeg. Ik had al twee keer mijn voet omgeslagen, daarna ben ik nog een keer gevallen met zware rugzak en al, en toen merkte ik dat ik onzeker begon te worden en wat krampachtig begon te stappen op hellingen, terwijl het net steeds bergachtiger werd. Daarbovenop kwamen nog andere bezwarende factoren: het werd heet in de Vogezen en de streek was zo desolaat dat het steeds moeilijker werd om nog overnachtingsplaatsen en eten te vinden. Ik kwam wel regelmatig door dorpjes gewandeld, maar geen café meer te vinden dat nog open was. En boodschappen kon je al helemaal vergeten. Trieste bedoening, en toen was de lol er wel af en was het ineens genoeg geweest.
Dus heb ik de trein naar Straatsburg genomen, daar nog een fijne dag gehad en overnacht in een supertof jeugdhotel (ja, ook grijze vijftigplussers zijn daar welkom) waarna de Flixbus me weer veilig naar huis bracht.

Ik heb alweer prachtige ervaringen opgedaan, de mooiste landschappen gezien, ben hartelijk ontvangen geweest bij Warm Showers gastvrouwen en Welcome To My Garden gastheren en heb daar trouw elke dag een reisverslagje van bijgehouden. Maar deze keer dus enkel op papier omdat bloggen niet lukte.
Tegen dat het blogprobleem opgelost was (ook dat lukt als zeer basic reiziger, we blijven natuurlijk altijd en eeuwig verbonden met die telefoon in de hand – over die telefoon moet ik je ook nog vertellen later want wat me vroeger nog nooit overkomen is, namelijk dat ik hem laat vallen, gebeurde nu om de haverklap), vond ik het eigenlijk wel prima. Zo stappen zonder bloggen was best ontspannen. Hele dagen wandelen met die volle rugzak, kamperen, zorgen dat je genoeg gegeten hebt en af en toe gedoucht raakt, was eigenlijk al meer dan genoeg om een dag mee te vullen. Dus ik hield wel een dagboekje bij, maar om dat niet nog eens in een blog te moeten gieten, dat scheelde een hoop tijd en moeite.
Ik dacht: dat doe ik later thuis wel. Maar ook daar bleek ik er weinig nood aan te hebben. Misschien is het niet zo belangrijk meer om al mijn belevenissen te delen in een blog. 

Al moet ik eerlijk zeggen dat ik de reacties op het bloggen wel een beetje miste. Het was altijd zo leuk om na een dag wandelen te lezen wat die paar heel trouwe volgers geschreven hadden. Zo had ik ook echt het gevoel dat ik nooit alleen was, al wandelde ik dan in mijn eentje 
Ook het idee dat er altijd een paar mensen waren die mijn reis van dag tot dag volgden, die er zelfs een routine rond bouwden – bij de eerste kop koffie van de dag reikhalzend uitkijken of er al een nieuwe aflevering gepubliceerd was bijvoorbeeld – vond ik altijd geweldig.

En nog een spijtig kantje van niet bloggen was dat ik zo geen kaarsjes-verzoeken binnen kreeg, op eentje na dan. Maar achteraf was dat een geluk bij een ongeluk: net zoals er onderweg amper cafés of winkeltjes te vinden waren, waren er wél heel veel kerken, maar zelden een die open was. Dus van kaarsjes branden kwam er niet veel in huis.
En zo kwam het dus dat je mijn stapreis niet online hebt kunnen volgen. 

Ondertussen ben ik trouwens alweer ribbedebie: afgelopen woensdag hebben Wim en ik de ferry naar Newcastle genomen, en as we speak zitten we in Big Sands bij Gairloch, vlakbij het punt in Schotland waar we zes jaar geleden onze reis over ‘The North Coast 500’ route eindigden. Destijds met een enorme gehuurde mobilhome en ons voltallig gezin van vijf, nu slechts met ons tweetjes en ons kleine wendbare busje waarmee we wél al die kleine baantjes zullen kunnen doen waar het westelijke deel van de North Coast 500 over gaat en die met die grote mobilhome geen optie waren. Een paar dagen op Skye staan ook op de planning.

Wat verandert een gezin toch op zes jaar tijd hé? De oudste twee zijn het huis uit en wonen al samen (het was trouwens op deze reis zes jaar geleden dat we vol spanning de uitslag afwachtten van zijn ingangsexamen voor de KMS, die memorabele dag staat in ons geheugen gegrift, ik heb er destijds zelfs over geblogd) en de jongste is ondertussen 18 en bleef liever thuis om vakantiewerk te doen en centen te verdienen dan nog eens met pa en ma meegaan op reis. 

Nog één ding moet ik je vertellen, voor ik dit veel te lange verhaal afsluit, en dat is een treurige gebeurtenis. Maar wellicht heb je het al in mijn blog gelezen. Ons hondje Billie is verhuisd naar de eeuwige jachtvelden en zal dus geen berichten meer kunnen sturen vanuit de hondenmand. Wie nu de conversatie met de logeervis gaande moet houden, dat is een ander paar mouwen. 
Sam wellicht? Onze rosse kat met het deurentrauma?

Die is in ieder geval erg blij met het heengaan van de hond. Binnen de week heeft ze het hele huis weer ingenomen en tot haar hoogstpersoonlijke territorium verklaard. Alleen in de berging, waar Billie’s mand stond en waar ze ook sliep, durft ze nog niet komen.
Cheers Ingrid, ik drink hier een Lager op je en hoop dat we de conversatie met de vis nieuw leven kunnen inblazen.

Laatste bericht uit de hondenmand

Door vanochtend op mijn terrasje te gaan zitten mediteren, uitkijkend over het kletsnatte groen waar de regen gestaag op neervalt, kreeg mijn verdriet ruim baan. Billie is er niet meer, we hebben haar gisteren moeten laten inslapen nadat ze voor de derde keer een hond aangevallen had, en het daaraan vastzittende baasje daarbij gevallen was.
Zo hier zittend op mijn kussen, komt het verdriet in golven naar boven. Ik had niet in de gaten hoezeer dat hondje in mijn hart gekropen was, was totaal verrast over het gemis dat ze achter liet.

Ons hondje bleek een wolfje. In huis en op eigen terrein was ze het liefste hondje dat je je kon voorstellen. Een knuffelbeest dat altijd vrolijk en blij was en alles met zich liet doen, geen grammetje kwaad zat daarin. Een echte therapiehond eigenlijk. Ze zag iedereen graag en liet dat merken met alle overgave die ze in zich had.
Binnen een lammetje, maar buiten bleek ze een wolfje. Dat hebben we geleerd van de laatste therapeut tot wie we ons in wanhoop wendden in de hoop haar gedragsprobleem op te lossen. Die hielp ons uit de droom: dit ga je niet kunnen oplossen, zei ze. We hadden altijd gedacht dat het kwam omdat ze geen fatsoenlijke opvoeding had gekregen voor we haar geadopteerd hadden, dat ze niet gesocialiseerd was. Maar daar lag het dus niet aan. En al konden al die therapeuten en de hondenschool ons niet helpen, we begrijpen het gedrag nu beter en dat maakt ook dat we deze moeilijke beslissing konden en moesten nemen en er helemaal achter staan.
Ze heeft hier een zalig leventje gehad, maar het was niet de bedoeling dat het nu al zou stoppen.

Wat mist ons Stellaatje haar vriendje.
Het huis is raar leeg. Geen getrippel meer achter je aan als je door de kamer loopt, geen hond meer die in katzwijm valt als je haar op haar kopje kriebelt en overal vinden we haar speelgoedjes, afgekloven botjes en rondslingerende Crocs waar ze altijd enthousiast mee kwam aandragen als je nog maar het magische woord ‘wandelen’ fluisterde.
De lege mand in de berging, de nu nutteloze doolfhof-eetbak opdat ze haar brokken niet te snel op zou schrokken, alles etaleert een groot gemis.

De euthanasie verliep zacht en goed, maar wat was het raar: heen met hond, terug met een riem, halsband en het laatste gevulde kakzakje.

Lief Billietje, je hebt ons zoveel plezier gegeven, je hebt ons zoveel geleerd, we hopen dat je je naar hartelust uitleeft, daar in je eeuwige jachtvelden. Dat je daar met je sierlijke gazellesprongen over beekjes en hagen zweeft, dat je daar wel vriendjes kan zijn met de andere honden en dat je vrij kan rennen en spelen en niemand meer pijn hoeft te doen. Dag lief schatje!

Er zullen vast voordelen zijn. We kunnen zomaar weg als we dat willen, voorheen was opvang vinden voor ons lam/wolfje lastig. Grote dank aan Katleen en Marie die dat toch zagen zitten. Billie pakte hen prompt in en ze kreeg van hen bergen liefde terug.
Het regent nog altijd. We gaan maar wat wandelen. Zonder hond. Het klopt niet.

PS: als we iemand blij kunnen maken met wat hondenkussens of een ruime bench: kom maar halen!

Take away

‘Ik ben eigenlijk vooral take-away’, zei het meisje achter de toog.
Ze bedoelde er vast iets anders mee, maar het klonk zo mooi. Ik had zin om haar in te pakken en mee te nemen. Dat was geen optie. Koffie, thee, bagels en muffins à volonté, maar zij bleef waar ze was en ik had mijn dagdotatie koffie al ruimschoots binnen. Daar was ik dan ook het tentje niet voor binnengestapt. Ik had een uur zoek te maken had tussen twee treinen, er stonden zo’n aantrekkelijk zeteltjes in het piepkleine zithoekje achter het winkelraam, en van al die koffie moest ik dringend naar het toilet.
Helaas bleek ook dat geen optie. Ondanks dat ze dus eigenlijk vooral take-away was, kon ze dus wel koffie en een zitplek aanbieden, maar voor het toilet zou je door haar keuken moeten en dat lieten allerlei strenge regels niet toe.

Dan maar verder gewandeld.
Snel een Carrefour expres binnen voor een take-away banaan. De manshoog gestapelde bananentoren had alleen groene exemplaren in de aanbieding, dus ook daar wandelde ik onverrichter zake buiten.
Het toilet in het station bood soelaas, en het take-away meisje had een acute aanval van bloginspiratie op gang gebracht die dringend gelenigd moest worden, er was nog altijd een half uur wachttijd te doden.

Ik stapte een Starbucks binnen, had totaal geen zin in nog meer koffie of alle andere zoete troep in de toog – ben net zo goed op mijn eten en lijn aan het letten, dat wil ik niet verknoeien met een ‘Chocolate Lover Cake’, de kapitalen als knaloranje knipperlichten waarschuwend voor het risico bedolven te worden onder deze caloriënbom – dus vroeg ik maar gewoon wat ik echt wou: ‘Ik heb eigenlijk nergens zin in, mag ik hier gewoon even wat zitten schrijven?’
Dat vond het meisje achter de toog helemaal okë, ze gaf er een sympathieke glimlach bij. Alweer een winkelmeisje om in te pakken en mee te nemen.

Ik had ook gewoon een flesje water kunnen kopen, maar mijn rugzakje puilde als gewoonlijk al flink uit, en water had ik al meer dan genoeg bij me. 
Toen m’n blogje af was, liet ik dan maar wat rinkelende centen in haar fooienpotje vallen. 
Tijd om spoor 6 op te zoeken.

Uit de krant van zwerfvuilland

Nieuws van het zwerfvuilfront – oud nieuws want tegenwoordig zit er steeds meer tijd tussen wat ik bedenk en wanneer zo’n kladje eindelijk uitgetikt raakt. Maar goed, oud of nieuw nieuws van het zwerfvuilfront dus.

1. Om dan maar te beginnen met het slechte nieuws: ik heb alweer naast de hoofdprijs gegrepen op de jaarlijkse receptie van de stad voor de (zwerfvuil)vrijwilligers. Alweer geen zwerfvuilkarretje voor mij bij de loting. Vorig jaar had ik gewoon geen geluk, maar dit jaar is het mijn eigen schuld dikke bult. Ik was de receptie ei zo na vergeten en arriveerde dus lang nadat de loting had plaatsgevonden en de prijzen alweer waren uitgedeeld.
Drie maal is scheepsrecht, dus hopelijk volgend jaar meer geluk.

2. Met het werk hebben we op een middag een vrolijk uurtje zwerfvuilrapen doorgebracht. Op een stukje van drie keer niks hadden we op dat ene uur tijd drie volle zakken zwerfvuil bij elkaar geraapt. En dan had het vooraf nog wel geleken of er amper iets lag!
Qua bewustwordingsoefening kon dit wel tellen. De collega’s konden er maar niet over uit hoeveel troep er ligt als je daar eenmaal op gaat letten.
Tja, zelf wist ik dat natuurlijk al lang, maar beginners in de zwerfvuilraperij kunnen daar nog wel van schrikken.
Van het ruimen zelf werd ik wel vrolijk. Lekker buiten actief zijn, en daarna met een frisse energie weer aan het werk, dat kan alleen maar deugd doen. Aan het einde van de werkdag door die proper opgeruimde fietserstunnel naar huis fietsen was ook fijn.

3. Maar wederom slecht nieuws: een dag later lag er alweer verse rommel in de fietserstunnel.

4. En het meest treurige beeld uit zwerfvuilland van de afgelopen weken: er lag zelfs zwerfvuil in de bib, en dat is geen 1 april grap. Je houdt het niet voor mogelijk. Daarom heb ik er ten bewijze een foto van gemaakt.

5. Mijn foto stond levensgroot te pronken op een reclamebord in de winkelstraat. Gelukkig heeft dat maar een week geduurd, want ik sta echt niet graag of de foto. Maar alles voor het goede doel hè. Als dat pronken ook maar 1 of 2 nieuwe zwerfvuilruimers opgeleverd heeft, dan heeft het ding zijn nut gehad.

6. En wie weet zijn er inderdaad alweer nieuwe zwerfvuilruimers aan de slag: aan het einde van de straat waar ik woon, stonden ineens een paar volle zwerfvuilzakken op een plek waar ik die nog nooit gezien heb. Zijn er buren overstag gegaan? Welkom nieuwe collega’s!

Dat was het nieuws uit de krant van zwerfvuilland, voilà u bent weer helemaal bij.

Ook zwerfvuilvrijwilliger worden?
Meld je aan bij ann.bruyninckx@turnhout.be of maak een afspraak op 014/44 33 28. Stad Turnhout bezorgt je dan het nodige materiaal om zwerfvuil te verzamelen: grijpstok, handschoenen, hesje en witte zwerfvuilzakken.
Je ondertekent nog een afspraken- en informatienota en dan kan je aan de slag.
Volle zwerfvuilzakken meld je voor woensdagmiddag aan de milieudienst (per mail of telefoon). De zakken worden dan op donderdag voor je deur opgehaald.

En wat is een zwerfvuilvrijwilliger dan eigenlijk precies?
Dat is iemand die wanneer het hem/haar/hun past Stad Turnhout helpt het openbaar domein proper te houden. Dat is helemaal vrijwillig en je kiest zelf de locatie die je onder handen wil nemen.

En wat als je zwerfvuilvrijwilliger wil worden maar niet in Turnhout woont?
Geen nood. Heelder lappen Vlaanderen werken al met #MooiMakers om hun stad of dorp netjes te houden. Kijk maar eens op de website van je gemeente. Soms komen ze je zelfs al het nodige aan huis bezorgen, zo groot is de nood aan vrijwilligers.

Succes!

Winterprik

Hoe zalig was dat, die winterprik met zijn witte sneeuwpracht en dat heerlijk heldere zonnetje erbovenop.
Wat een cadeau.
Ik heb me er gulzig aan tegoed gedaan, kilometerslange wandelingen gemaakt om het zonlicht in elke porie en hersencel door te laten dringen met zijn oppeppend effect. Pure antidepressiva tegen de winterblues. Ik kon het gebruiken, en ik ben vast niet de enige.

En ja oké, het was kak om erdoor te moeten fietsen, en het was soms akelig glad, maar gelukkig is dat allemaal zonder scha en schande gepasseerd en heb ik braaf mijn helm gedragen voor de zekerheid. Dat zou ik natuurlijk altijd moeten doen maar mijn gezond verstand ligt soms ook in een diepe winterslaap.

Over winterslaap gesproken trouwens, toen ik op zo’n lange wandeling ergens languit op een bankje lag te genieten van de zon, keerde de ene wandelaar die ik hoorde passeren op haar stappen terug. Pas toen ze vlak naast me stil leek te blijven staan, piepte ik eens door mijn oogharen tegen de zon in. ‘Alles goed met u?’, vroeg ze. Waarop ik een lachje niet kon onderdrukken. Ik lag daar zalig te genieten, maar het had er blijkbaar verontrustend uit gezien. Toch lief dat ze even kwam checken. En toen ik haar nadrukkelijk verzekerd had dat alles prima was, wandelde ze verder.

Nog een leuk neveneffect van al die sneeuw: er was amper zwerfvuil. Het was in ieder geval niet te zien. Ik kon dus volop genieten van de schoonheid van de natuur zonder dat de aandacht van mijn geoefende zwerfvuil-blik naar rondslingerende blikjes en andere viezigheid gezogen werd. 

Maar mooie liedjes duren niet lang. De sneeuw smolt, de zon verdween en het zwerfvuil toonde zich weer in vol ornaat. Ik vond zelfs een spiksplinternieuwe schoen, je kan het zo gek niet bedenken. Die schoen heb ik maar even op een paaltje gezet, misschien is het echt een verloren voorwerp en fietst de eigenaar de route nog eens terug. Als de schoen volgende week nog op dat paaltje ligt, dan rijg ik hem onherroepelijk aan mijn prikker en gaat hij de zak in.

Gelukkig is er ook goed nieuws te rapen op zwerfvuilgebied. Minister Demir belooft strenger te straffen – de titel van het krantenartikel klonk niet mis te verstaan: ‘Geen medelijden met asociaal gedrag: meer boetes voor zwerfvuil in 2023’ – en ook op VRT NWS stond een artikel: Strenge aanpak zwerfvuil en sluikstort in Turnhout loont: tien keer zoveel sancties.
Van mij mag het, want er is geen enkel excuus voor het achterlaten van zwerfvuil en sluikstort.
Ooit komt er een tijd dat ik niks meer te ruimen heb. Tot die tijd doe ik gestaag voort. Hoop doet leven. 

In de aanbieding

Voor wie nog niet alles in huis heeft voor het grote feest vanavond, gratis af te halen bij mij:
ontbijtbord met prachtig ‘for you’ design
bijpassend lepeltje
halve fles rose
een zwartgouden flacon Million van Paco Rabanne voor wie nog een cadeautje zoekt
drie vijfgangen menu’s (zie hieronder)
En voor wie morgen nog klusgoesting heeft: een massa schroeven, bouten, moeren, koppelstukken, breekmes, schrijnwerkerspotloden… alles nieuw.

Dat vond ik allemaal op mijn laatste opruimrondje van dit jaar (behalve die vijfgangenmenu’s), en zo kwam ik weer met een volle zak zwerfvuil thuis.

Verder nog in de aanbieding:
– die drie vijfgangen menu’s dus, wegens een door ziekte van zeven naar vier geslonken tafelgezelschap vanavond. Af te halen op eenvoudig verzoek. Of je komt gewoon gezellig bij ons aan tafel zitten, er is plaats.
– een handvol chocoladereepjes.
Aan complimentjes en aanmoediging op mijn opruimrondes was ik al wel gewend, maar vandaag gebeurde er iets verrassend nieuw: een mevrouw stopte om me te bedanken voor het zwerfvuilrapen, stapte van haar fiets af, grabbelde in haar fietstas, en zei: ‘en daar ga ik u voor trakteren’, waarop ze me die chocolaatjes in de hand duwde.
Zo lief!
En zo gebeurt er altijd wel iets als je aan het rapen bent.
Verder ben ik ook verheugd u te kunnen melden dat het probleem van de uitgelebberde elastiek, waardoor de zwerfvuilzakken uit de ring vielen als ze wat te zwaar werden, ook verholpen is intussen. Een paar stevige knijpers deden de truc.

Vier goed vanavond, maak het niet te laat en niet te zat, schiet geen vuurwerk af, en ik wens u allen van ganser harte een gezond en proper 2024! 🎇

Jaaroverzicht in zesentwintig letters – 2023

Ingrid was me weer te snel af met haar jaaroverzicht in 26 letters. Zelf had ik gepland om me daar pas de 31e aan te zetten, maar zoals altijd krijg ik van Ingrids blogs zoveel schrijfgoesting, dat ik er meteen in vlieg, ik heb toch tijd deze keer. Andere keren raakt de opborrelende inspiratie vaak niet verder dan wat snel neergepende kribbels op losse velletjes papier. De meeste ontstijgen die embryonale vorm niet eens naar een volwaardig blog.
Ook knap van Ingrid: ze slaagt er steeds in de dingen compact en gebald te verwoorden. Ik heb altijd veeeeeel meer woorden en zinnen nodig, ik kan niet kiezen, ben slecht in schrappen. Dus kom ik ook niet toe met 26 letters. Een bijwijlen stotterend eindejaars alfabet dus.

Antwerpen. Veel naartoe geweest dit jaar. Decompressie-dag na de werkweek. Heerlijk altijd daar, er valt altijd wat te ontdekken.

Bingen. Ik wou persé The White Lotus en Succession zien. Twee series op Streamz, maar ik heb geen Streamz account, wegens te gevaarlijk (zie V). Dus heb ik me deze kerstvakantie een maandabonnementje gegund en heb in één lange avond en nacht The White Lotus helemaal uitgekeken. Om halfzes ’s ochtends ben ik zeer content gaan slapen, het voelde net als vroeger na een zeer sporadische maar o zo bevredigende lange leesnacht.
En B B B Bootman, weet je nog? Die job die niet doorging. Ook daar staat nog altijd een blog van in de steigers tussen de concepten. Maar ach, dat is ook allang weer oude koek. Al wreef iemand me het laatst nog onder de neus om te argumenteren hoe wispelturig ik kan zijn. Tja, zie T van traumaatje. Zoiets doet gekke dingen met een mens. Sindsdien is vrijheid mijn hoogste goed.

Cargo ship cruise. De onvergetelijke tocht naar Finland met de Kraftca.

Drop the story. Mijn lijfspreuk voor het komende jaar. Drop the story, doe je ogen open en kijk rond. Hier, nu.
En ook de D van Dikke Boeken. Ingrid houdt er blijkbaar niet meer van, maar ik wel! Noodgedwongen – zie de H – konden we deze vakantieweek niet weg, dus had ik mezelf op een flinke stapel boeken getrakteerd uit de bib, onder andere Welzijn van Nathan Hill, 650 pagina’s. Ik ben er nog niet aan begonnen, maar ga het zeker lezen, al was het alleen maar omdat ik zo geweldig genoten heb van zijn eerdere roman ‘The Nix’. Ja Ingrid, ik hou wel van dikke boeken. Misschien toch binnenkort nog eens een nachtje doorlezen. Daar word ik erg gelukkig van.
Qua dikke boeken blijft een vakantie lang geleden in Kreta de mooiste herinnering: de meer dan 900 pagina’s tellende baksteen De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch heb ik toen aan het strand verslonden alsof het een luchtig flutromannetje betrof.

Enjoy your day. Nog even geduld en verder lezen. Straks snap je het wel.

Familie. Ik heb drie geweldige kinderen en twee fantastische zussen, maar het zijn toch mijn twee schoondochters die bij de F van familie met de pluimen gaan lopen. Die twee formidabele dames hebben mijn kinderen het besef van familie bijgebracht. Van mij hebben ze dat niet geleerd, want ik was er zelf erbarmelijk slecht in. Nu pas, nu ik zie hoe hard ze hun best doen om er op alle grote familiemomenten bij te zijn, besef ik hoeveel ik mijn eigen ouders en wellicht grootouders tekort heb gedaan.
Maar wat ben ik dankbaar voor al die fijne familiemomenten die er nu zijn. Niks leuker dan aan een rijkelijk gevulde tafel te zitten en genietend je blik te laten rusten op al die geweldige kinderen, schoonkinderen, zussen, neefjes, nichtjes, grootouders, schoonbroers en schoonzussen.
En toen Wim en ik van hen een ontbijtbon kregen, smolt ik al helemaal. Hebben we het al bij al zo slecht nog niet gedaan misschien.
Lieve L. en B., we zijn zo blij met jullie!

GR 5. In 2024 gaan we verder op dit avontuur. De Alpen over.

Hendrik. Bij gebrek aan Swiekes Black Out, heb ik mezelf een Straffe Hendrik ingeschonken toen ik aan dit blog begon. Lekker, maar er gaat niks boven die Swiekes. We vinden het nergens meer. Wim kreeg van de brouwer de laatste flesjes die hij nog op de plank had staan gratis mee, want ze waren over datum. Toch eens horen bij de schoenmaker – zijn schoonvader blijkt dat Swiekes bier te brouwen – hoe het nu zit met die Black Out. Komt het nog goed?
(Nu ik hier toch over bezig ben… misschien eens kijken op hun website. Yes! Er is nog Black Out, maar dan wel ‘whisky barrel aged’. Tja, slechter zal het er niet van worden hè? Meteen maar een sixpack besteld om eens uit te proberen. Waar zo’n eindejaarsblogje al niet toe leiden kan 😜)
Hond. (zeg niet dat je niet gewaarschuwd was voor het occasioneel gestotter). De H van hond dus. Onze Billie. Ze is nog niet veel aan bod geweest in de dieren-conversatieblogjes tussen Ingrid en mij, al valt er over Billie veel te vertellen. Lief beest, een knuffelhond bij uitstek, maar nooit geleerd hoe ze met andere honden om moet gaan. Dus doet ze dat blaffend en bijtend en bijgevolg kunnen we haar moeilijk kwijt als we eens weg willen.
Vandaar dat ik nu thuis zit, terwijl ik zo graag met het busje op stap was gegaan.
Maar we vonden geen oppas. Billie’s superlieve oppassers waren beiden zelf weg, en op Pawshake vond ik ook geen oplossing.
Ik had mezelf wel opgepept dat een week thuis met dikke boeken en lange binge-nachten ook oké zou zijn, maar was toch liever weg geweest. Tja, dat is de consequentie van een adoptiehond natuurlijk. Je steekt zo’n beest niet zomaar ergens onder een cafétafeltje – hoe graag ik dat zou willen.

Ingrid. Who else? Super blogcollega. Van haar onovertroffen reeks ‘In de vissenkom’ ben ik nog steeds onvoorwaardelijk fan. Wou dat ik zo ad rem en doeltreffend kon schrijven.
Tevens enorme aanjager van ideeën en inspiratie. Nu daar nog iets mee DOEN! Want van uitstel komt altijd weer afstel en zo ligt al die inspiratie weer stof te vergaren. Verspilde moeite, want ook de muze heeft een houdbaarheidsdatum. Dan lees ik oude krabbels terug en denk bij mezelf: waar gíng dit over?
Dankjewel voor al je schrijfaanmoediging, Ingrid! Dank voor het lees- en schrijfplezier, en dankjewel om mij in je jaaroverzicht onder de M te stoppen 🤗
Lees hier Ingrids blog.
IJsberen. (Hoort dat nou bij de I of bij de J? Een mooi tussen wal en schip gevalletje.) Mijn duik in de Oostendse zee afgelopen november met Haïke van Koud&Krachtig is me bijzonder goed bevallen. Gisteren inspectie gedaan van de zwemvijver die misschien de uitvalsbasis wordt van twee Turnhoutse ijsberen. To be continued.

J. Mijn lieve en geweldige tweede zoon die zo’n zwaar jaar heeft gehad, dat altijd positief en zonder een greintje zelfbeklag gedragen heeft, er gelukkig ondertussen bijna helemaal van hersteld is, en ondanks al die miserie met vlag en wimpel geslaagd is voor zijn studie. J, je bent geweldig.
En precies hetzelfde geldt natuurlijk voor W en S. Superkindjes 🤗

Kindjes? Superkindjes!! 🥰

Luchtgitaren, bloembakken, pipigate en zattemansklap. Het was me het jaartje weer wel. Niks beters om zich mee bezig te houden misschien?
Check vooral ‘Katrien van Politiek PR’ op Instagram voor de nodige subtekst bij al deze uitschuivers.
Ook de L van Leven, en zorgelijke regels daarover bij Ingrid.
Ach Ingrid, hoe te leven?
Een vraag waar we ons allemaal dat hele leven lang mee bezig houden.
We doen allemaal maar wat, wij zijn allen gebrekkige mensjes die veel mededogen nodig hebben. Ondertussen klunzen we onverdroten voort.
Vorig jaar heeft een verhaaltje van Leo Babauta (schrijver van zenhabits.net) over een meisje dat ophield met het beschermen van haar fictieve diamant me erg gecharmeerd. En dan vooral deze zin over wat er gebeurde toen ze daarmee ophield: ‘So from that day, she would go about her day, enjoying herself, and trying to make the world a better place’.
Dat lijkt me een mooi devies om bij te leven.
Now, drop the story en go about your day. Enjoy yourself and try to make the world a better place. Ga plasma geven, ruim zwerfvuil op, geniet van het geluk in de kleine dingen die voor je neus liggen. Zoek het niet te ver.

Mediteren. Meer mediteren dit jaar! Daar word je erg gelukkig van.
Mediteren, bewegen en schrijven. De heilige drievuldigheid die ik goed moet bewaken voor een dagelijkse dosis geluk.
Maar ook de M van mailbox. Nagel aan de doodskist. Het houdt nooit op, die stroom aan berichten waar weer vanalles mee moet. Daar word je dus níet gelukkig van.
(maar terwijl ik hier zit te schrijven en ondertussen tien tabbladen heb openstaan bij wijze van research voor dit blog, dienen de oplossingen voor sommige problemen zich – zie ook het Swiekesprobleem hierboven – vanzelf aan: rondsurfend stuit ik op een ander schrijfsel van bovenvermelde Leo Babauta: Mastering your Inbox as a Spiritual Practice heet het. Wie weet biedt het oplossingen voor de nagel aan mijn doodskist. Ik zal het eens kritisch doornemen – als ik tijd over heb nadat ik mijn inbox weer de baas geworden ben.)

NEE!! Een huurprijsstijging van zomaar liefst 150% voor de zaal waar ik mindfulnesstraining geef! Break-even draaien vond ik prima voor die trainingen, ik hoef er niet echt aan te verdienen, maar erop toeleggen, daar word ik niet gelukkig van.
Dus zal mijn prijs omhoog moeten helaas.
En bijna vergat ik het belangrijkste bij de N: Now and Then. Het mooiste liedje van het afgelopen jaar. Het heeft dagenlang op repeat gestaan bij mij.

Oorlog. Zoveel oorlog in de wereld, op zoveel plaatsen. Er valt niet naast te kijken. Het kruipt onder mijn vel en is beangstigend. Hoe moet dit ooit nog goed komen?
Het leed van al die verloren kinderen, babies, vaders, moeders.
Een psychiater zonet op het nieuws: ‘I see cruelty that I have never seen before.’

Plasma Donor Date. Zonet met manlief samen plasma gaan geven. Tenminste, dat was de bedoeling, tot bleek dat ik zelf nog een maandje moest wachten voor ik weer plasma mocht doneren na de preventieve coloscopie in september. Niets aan te doen. Toch kregen we allebei het beloofde filmticket bij de rodekruisactie #donordate. Zo kunnen we binnenkort nog eens samen naar de film en nagenieten van onze goede daad. Moest je zelf nog zin hebben om een goede daad te doen en plasma of bloed te gaan geven: je kan tot 30 december nog terecht voor je eigen #donordate en filmtickets scoren. Doen!

Q. Altijd weer lastig in zo’n overzicht. Wat moet je ook met die letter? Tourette-gewijs plopt bij mij meteen de ‘zin’ I82QB4IP boven. Inzendingen welkom via het contactformulier. Onder de juiste oplossingen wordt een prijs verloot.

Roma. Binnen één week tijd hoor ik van twee mensen hoezeer ze genoten hebben van een concert in de Roma. Ik zal dat toch eens zelf moeten gaan uitproberen.
Rotterdam. Zeer lezenswaardig boek van Arjen van Veelen dat mijn zus me in de handen duwde en dat ik in één ruk heb uitgelezen. Met zijn 346 pagina’s nog wel niet echt dik te noemen, Ingrid 😉 Rotterdam is de stad waar mijn vader opgroeide, ik voel er wel een band mee, en wil zeker die ‘Smickel Inn Balkon van Europa’ waarover van Veelen schrijft eens gaan checken. Een snackbar op de Maasvlakte met vrij zicht over het water? Daar moet ik zijn.
Het Sunrise Appartement in de woontoren De Rotterdam wil ik ook wel eens zien. Het is de airbnb kamer van de openingsscène uit dit boek en klinkt als een droom.

Schrijven. Meer schrijven dit jaar! Daar word ik erg gelukkig van. En Succession uitkijken binnen de maand. Dat valt nog niet mee: vier hele seizoenen van elk bijna tien episodes, dat binge je niet in een nachtje weg. Maar het leven is aan de volhouders, nietwaar?

Traumaatje. Alweer een jaartje meer eelt over gekweekt. Al bezorgde een onverwachte ontmoeting me prompt hartkloppingen. Daar schrok ik wel van. Hoe diep zoiets blijkbaar in je lijf kruipt.
Maar dat traumaatje van mij zinkt gelukkig in het niets bij de toestand in de wereld. Zie de O. Dat zet alles weer in het juiste perspectief.

Uitstapjes met ons busje. Meer dan twintig waren het er dit jaar. Soms niet verder dan de eigen achtertuin, een enkele keer wat verder weg. We worden daar allebei erg gelukkig van.
Het bedje blijft wel erg smal.

Visvriendje. Ook alweer zo’n blogje dat de embryonale fase van losse kribbels nooit ontstegen raakte. Het was alweer van begin november geleden dat Ingrid een blog schreef over haar logeervis en hoe die nood had aan zout en een vriendje. Daarop begonnen bij mij zoveel ideetjes te stromen, maar ik heb ze laten verpieteren en nu is er bijna niets meer van over. Behalve dat ik nog weet dat ik had willen vertellen hoe onze hond Billie en onze rosse kat Sam nu al meer dan twee jaar samen onder één dak leven – elk heeft zich een verdieping toegeëigend – en nog steeds gezworen vijanden zijn. Geen van beide zou een vriendje verdragen, zelfs niet van hun eigen soort. Toen het laatst per ongeluk toch tot een close encounter kwam – Sam kwam, geheel tegen haar gewoonte in, normaal is ze superhard op haar hoede, gewoon de trap af gewandeld terwijl Billie in de woonkamer was – vreesde ik dat het katje onherstelbare schade op zou lopen, zo bruut vloog Billie op haar af en overmeesterde het schreeuwende mormeltje met een paar slagen van haar poten tot Sam hulpeloos op haar ruggetje lag met die grote hond dreigend over haar heen. Gelukkig hield geen van beide er zware verwondingen aan over, maar sindsdien is Sam toch weer haar eigen wantrouwige behoedzame zelfje.
Anyway, over dieren en vrienden had ik speciaal voor dat blogje dat er nooit van gekomen is een artikel uit De Morgen magazine bewaard over die soms onverklaarbaar diepe liefde (en rouw) van mensen voor dieren.
Deze passage markeerde ik met dikke strepen fluo: ‘Bovendien accepteren dieren ons zoals we zijn. Als je geen geld meer hebt of zwaar ziek wordt, verdwijnen sommige vrienden als sneeuw voor de zon. Mensen zullen je misschien de rug toekeren, maar een dier vindt je altijd prima zoals je bent. De hond legt zijn kop op je schoot en zal je nooit het gevoel geven dat je een loser bent. Die dynamiek zorgt ervoor dat we ons geliefd voelen en dat het leven een beetje lichter aanvoelt. Niet dat je meteen je hele leven weer op het spoor krijgt, maar de nabijheid van een dier zal je wel vaak een weldadige glimlach bezorgen.’ En let op, want nu komt het, Ingrid. ‘Ik heb het nu wel specifiek over zoogdieren. Een vis kan je moeilijk knuffelen, hoewel uit Amerikaans onderzoek blijkt dat naar een aquarium turen ook een bloeddrukverlagend effect heeft.’
Hah!
Tot zover dus alsnog een verkorte versie van de nooit-het-licht-gezien-hebbende vriendjesblog. Waar jaaroverzichten al niet goed voor zijn hè, ik sta er zelf van te kijken. Nu kan eindelijk ook dat bewaarde artikel weg. Opgeruimd staat netjes, en zo zit ik hier ter plekke dus 2023 op te ruimen om schoon schip te maken voor 2024.
En dan nog een voorlaatste keer in de stottermodus voor de V. Want dat is ook de V van Verslaving. Omdat ik daar vatbaar voor ben, heb ik me uit het Netflix-account laten zwieren waar ik al zo lang een beetje illegaal op meesurfte, en zeg ik ook die Streamz-account zo snel mogelijk op. Maar eerst Succession uit kijken 🤓

Website. Ik word een beetje ongelukkig van mijn eigen website. Ondanks alle pogingen tot herstel zitten er een paar lelijke bugs in ineens: bepaalde tekens of emoji’s herkent het systeem niet meer. Ik kan ze wel gewoon typen, maar even later zien ze er in een gepubliceerde blog helemaal anders uit. Rommelig, onaantrekkelijk en al een tijdje ook wat oubollig. En op mailtjes reageert mijn webmaster al niet meer. Komt dit nog goed?
Erg bevorderend voor het schrijfplezier is dat ook allemaal niet.
Water. (laatste stotterhapering, beloofd) Ondanks alle waterellende die we gezien hebben op het nieuws en zelfs bij goede vrienden, blijf ik water magisch vinden en zou ik er best ooit aan/in/op willen wonen. Water… ik word er erg gelukkig van.

X. Ik zat er al nooit op toen het nog Twitter heette, en laat het nu ook lekker aan me voorbijgaan. Die openbare toog – of riool zo je wil – van ongelukkigen en misnoegden.

Y. Y = Why? Waarom zit er een Y in mijn alfabet maar meer nog: waarom blijft er oorlog in de wereld? Onbegrijpelijk. Machtsgeile wellustelingen – om niet te zeggen narcisten en psychopaten – houden de wereld in hun greep en ik weet begot niet wat ervoor nodig is om dergelijke ellendelingen een halt toe te roepen. Democratie? Als het daar al niet te laat voor is.
Houd België met uw stem alstublieft vrij van Wilders-scenario’s.
Oh ja, en de Y van Yoga natuurlijk, hoe kon ik dat nu vergeten? Wekelijks een uurtje, hoognodig ter onderhoud van een lichaam dat een vijf als voordeur heeft. Een beetje soepel blijven, dat is belangrijk.

Zwerfvuil. Het is goed voor mijn dagelijks stappenquotum, maar verder word ik er niet gelukkig van. Gisteren heb ik vijf volle zakken geraapt en vandaag, op de route die ik afgelopen week al twee keer onder handen heb genomen, had ik weer een volle zak. Om moedeloos van te worden. Het nut van de beweging wordt volledig teniet gedaan door de zinloosheid van de exercitie.
De gekste dingen vind ik: niet een maar twéé siervelgen, een vol pakje sigaretten (alvast voor de goede voornemens om per 1 januari te stoppen met roken?), luiers, een porseleinen bord, veel te veel bommetjes, compleet doorweekt, ongebruikte pakjes mondmaskers, een fles lenzenvloeistof, een fietsslot, een twintig frank stuk en één gette die even later van mijn eigen husbandy bleek te zijn… verloren op zijn wandeltocht met Billie. Zo is de cirkel weer rond.
Maar al dat zwerfvuil rapen is compleet nutteloos en zelfs contraproductief, aldus Arjen van Veelen, hierboven genoemde schrijver van Rotterdam.
Wij zwerfvuilrapers zijn volgens hem medeplichtig aan het verhullen van de schade die al dat plastic veroorzaakt aan het milieu. Want doordat we het opruimen, wordt het probleem minder zichtbaar en dus minder prangend, en kan de plasticindustrie lekker doorgaan met doen alsof er weinig aan de hand is.
Maar wat moet je dan? Laten liggen is geen optie, ik kan de aanblik niet verdragen.
Dus ruim ik op en probeer de moed erin te houden. De nieuwe MijnMooieStraat app is daarbij een prachtig hulpmiddel. Maar de versleten elastiek van de ring die mijn zwerfvuilzakken openhoudt is dat niet. De zakken vallen eruit als ze nog niet half gevuld zijn. En de tenniselleboog die ik voel opkomen door al dat geprik en gesjouw helpt ook niet.
Maar ach, de vakantie is alweer bijna om, het jaar is bijna uit, bloemen verwelken en scheepjes vergaan, maar al dat zwerfvuil blijft eeuwig bestaan.

En hoe verdorie kom ik nu van een jaaroverzicht weer uit bij dat zwerfvuil geneuzel? Sorry daarvoor.
Voor iedereen alvast een fijne jaarwisseling en de beste wensen. Maak er iets moois van.
(En ga plasma geven, mediteren of zwerfvuil rapen 😅)

Zwie-zwa-zwem ~ naar de sauna

Ik ga naar de sauna en ik neem mee: twee to do lijstjes.
Lege lijstjes welteverstaan, voor alle todo’tjes die mogelijk in mijn hoofd zouden opkomen terwijl ik een dagje hang te luieren en te zweten in de sauna.
De lijstjes blijken totaal niet nodig.
Het was een overladen week met twee nascholingen, 1 mindfulnesstraining en 1 nachtdienst, waarvan ik in de sauna hoopte te bekomen, en dat lukte zo goed dat er geen enkel todo’tje aandacht vroeg.

In de heerlijke zoutsteensauna ligt bij een heerlijke 65°C zowat iedereen op zijn/haar buik te snurken, het buitenzwembad voelt lekker warm en na wat stomen in de hammam, ben ik klaar om me helemaal onder te dompelen in het koude buitenbad dat net iets meer dan 8°C ‘warm’ is. Een reset voor het hoofd, en totale delete van alle mogelijke muizenissen die daar nog rond zouden zwerven.

Koude is hot. Er gaat geen week voorbij of je leest er wel iets over in de krant. Ook vandaag las ik er weer een heel artikel over in De Morgen. Wim Hof is natuurlijk ruimschoots bekend met zijn koudetherapie, en kinderpsychiater Haike De Vlieger met wie ik een paar weken geleden de Oostendse zee in dook, verkondigt ook de voordelen van kou aan ieder die het wil horen met haar Koud&Krachtig workshops.

Maar daar wou ik het eigenlijk allemaal niet over hebben. Ik wou mezelf gewoon even uitlachen met die belachelijke todo-lijstjes in de sauna. In plaats van die lijstjes heb ik het gehouden bij heel veel warmte, lekker luieren, een rosé, een truffelpasta en madame Bovary bij de open haard.
En wat was het opgiet-ritueel in de belevenis-sauna zalig! Ik heb nog nooit meegemaakt dat daar zoveel werk van gemaakt werd. Vier geuren, veel gewapper met handdoeken, ijsklontjes om af te koelen, en een stukje fruit toe.
Veel beter dan lijstjes. Die lopen toch niet weg.

Het wordt stilaan tijd om een ijsberen-club op te richten in Turnhout. Wie doet mee? En waar is een goede open water plek daarvoor te vinden? Alle ijsberen en hun ideeën daarover welkom!