#69 dagboek van een huisarts na de lockdown

* yes, 69! *

Door het vriendelijke mailtje van een trouwe lezer van dit dagboek die echt dacht dat het dagboek ging stoppen, kreeg ik van de weeromstuit prompt schrijfgoesting.
‘Zo jammer’ was het onderwerp van haar mailtje, en ze schreef: ‘Dag Martine, met veel plezier volgde ik je “corona”-blogje en keek stiekem uit naar een live ontmoeting  met de dappere en erg grappige dokter bij wie ik een mindfulness training zou gaan volgen.’
Het jammere sloeg vervolgens niet op het stoppen van het dagboek maar op haar vakantie waardoor ze niet kon deelnemen aan de training.
Jammer is dus relatief, en die live ontmoeting zal er echt nog wel een keer van komen, maar ondertussen werd ik toch maar blij van dat mailtje en van schrijf-complimenten gaan mijn vingers altijd meteen jeuken. 

Al waren er nog andere aanleidingen om verder te willen schrijven aan deze corona-diaries. Omdat ik achteraf een betere titel had verzonnen voor de voorgaande blog (‘keep calm and carry on’). Goede invallen komen per definitie pas nádat je op de verzendknop hebt gedrukt, herkent u dat?
Of omdat de Nederlandse collega die mijn blog volgt, reageerde dat de terugkeer van het ik-mij-mijn-complex helaas herkenbaar was. Zo jammer dat we weer een illusie armer zijn en de hoop dat we na de pandemie in een betere wereld terecht zouden komen bij het groot huisvuil kunnen zetten.
Er was nog een aanleiding om verder te schrijven: namelijk dat net als overal elders ook in de huisartsenpraktijk de meerderheid van de mensen zich wél netjes aan de regels houdt, en beleefd, vriendelijk en aangenaam is in de omgang. Ik moet ervoor waken een paar rotte appels mijn dag niet te laten bederven. Ik beken dat ik nogal de neiging heb teveel aandacht te laten weglekken naar een paar zeurpieten. De ik-mij-mijners blijven toch uitzonderingen, het helpt om dat voor ogen te houden. (en hoogstwaarschijnlijk ben ik zelf af en toe zo’n vervelende zeurpiet voor anderen – ken uzelve – in dat geval hierbij een nederig aangeboden mea culpa)
Dat is dan meteen een goede insteek voor een vervolg van de corona-blogjes: wat ging er vandaag goed? In welke contacten zat het plezier?

Zonder ambitie om de opsomming van redenen om voort te bloggen volledig te willen maken, zijn er nog twee te belangrijk om onvermeld te laten: een mens houdt niet vrijwillig op bij nummer achtenzestig hč?
En naast al deze redenen, die allemaal heel waar zijn, is de belangrijkste reden dat het dagboek nooit zal stoppen deze: ik kan het schrijven gewoon niet laten.

* De cartoon is van Braaf Varken, De week volgens Bart Schoofs in dm.magazine

#68 dagboek van een huisarts na de lockdown

* keep your cool *

‘Beeld u eens in hoe erg het dan zónder zen zou geweest zijn!’
De eerste patient van vrijdagochtend is onbedoeld getuige van een lastig telefoongesprek dat ik voer met een – pardon my french – stronteigenwijze dame die ondanks spierpijn van kop tot teen en vermoeidheid zich niet op Covid wil laten testen, want ze vindt haar kappersafspraak belangrijker en het is te lastig om naar de drive-in te geraken.
Ik probeer haar met alle mogelijke redelijke argumenten te bewegen om toch mijn advies op te volgen, maar ze houdt voet bij stuk en wil niet.
‘Dat is niet verstandig, u bent echt eigenwijs,’ zeg ik haar rechtuit. Ook dat hoort de man die rustig op de onderzoeksbank zit te wachten op zijn bloedname.
Hij is geschrokken van het telefoongesprek, zegt hij. ‘Ik wist niet dat zo’n dingen gebeurden in een huisartsenpraktijk.’ En nog: ‘Dat moet veel energie kosten, zulke gesprekken.’
‘En dat is nu precies waarom ik al jaren elke dag op dat kussen zit,’ antwoord ik. Hij weet dat ik mediteer en ik weet van hem dat hij al jaren trouw aan yoga doet.
Op dat punt kwam dus die ‘beeld u eens in hoe erg het dan zonder zen zou geweest zijn’ reactie van hem.
Ik beeld het me liever niet in. Ik blijf liever dagelijks mediteren.
Want met het einde van de lockdown kwam er helaas ook een einde aan de fijne nevenwerkingen daarvan. Het respect, het geduld en het begrip vlogen met een rotgang het raam uit en de wereld draait voor de meesten weer om ‘ikke, ikke, ikke’.
Dit trio is ook berucht onder de codenaam: me, myself and I.
Mensen die ondanks de vele pictogrammen in de praktijk toch gewoon komen binnenlopen zonder mondmasker. Of zonder afspraak. Terwijl dat op zoveel manieren gecommuniceerd is. Ze trekken er zich niets van aan.
Als ik voor een groot gezin acht aanvragen voor een covid-test moet doen tussen de raadplegingen door, klinkt er uit de wachtkamer alweer gemopper dat het uitloopt.

Maaaar… er is gelukkig ook altijd goed nieuws.
Zoals: ToBE gaat morgen weer open, en wat is het daar mooi geworden!! Ik heb gisteren een hele rondleiding gehad en heb mijn ogen uit gekeken. In dat prachtige gebouw mag ik binnenkort weer van start gaan met mindfulness trainingen.
Aanstaande woensdag eerst een terugkomdag voor iedereen die al mediteert of een mindfulness training gevolgd heeft, en woensdag 17 juni start ik er met een nieuwe mindfulness training. Spread the word en maak reclame aan al wie oren heeft naar stilte, rust en de heilzame effecten van een beetje mindfulle aandacht om mee te surfen op de golven van het leven. Hoe nodig dat is, hebben we in de afgelopen lockdown maanden aan den lijve ondervonden.

Voor alle info en inschrijvingen, één adres: martine.schrage@tobe-kempen.be

#67 dagboek van een huisarts in tijden van corona

* gamen, huh?? *

Disclaimer: ik heb niks met gamen. Nul, nada, niente, nougatbollen, helemaal niks. Maar echt helemaal niks dus. Waarom ik er dan toch over schrijf? Omdat er blijkbaar met dat gamen iets aan de hand is. Om de haverklap hoor of lees ik er iets over waarvan ik denk: ‘Huh? Zou dat echt waar zijn?’
Bijvoorbeeld: zou gamen zo serieus aan het worden zijn dat PXL Hasselt er een opleiding aan gaat wijden? Ja dus: Hogeschool PXL start unieke opleiding esports en gaat haar esporters professioneel begeleiden. Gamen een sport? Ja, blijkbaar.
Of de manier waarop gamen de laatste tijd in de media komt: een man die erover schreef dat hij meer rust haalde uit het spelen van de Pokemon spelletjes uit zijn jeugd dan uit meditatie.
Terwijl een mediterende vriendin in het game waar zij een uitzonderlijk hoog level in bereikt blijkt te hebben uiteindelijk het liefste gaat staan hengelen aan een virtueel vijvertje in dat game en daar net zoveel mindfulness uit haalt als uit het zitten op haar kussen.
Maar in diezelfde media uiten allerlei deskundigen ook veel zorgen over de uren die onze jeugd collectief gamend doorbrengt, apathisch wegkwijnend voor hun schermpjes terwijl hun wekelijkse schermtijd-rapporten vervaarlijk pieken.

Saldo van al deze berichten: veel negatiefs en veel positiefs. Zoals met de meeste dingen des levens zeker?
En waarom ik er toch over schrijf? Omdat ik ook iets moois zie groeien in al die online activiteit. Verbinding.
Daar genoot ik gisteren van: dat ik al mijn drie kindjes, vanuit welke plek ze zich ook bevinden, samen hadden afgesproken voor een spelletje World of Tanks. Dat is het mooie aan gamen: het maakt niet uit waar je bent, het maakt niet uit of een virus je gijzelt, er zijn altijd plekken waar je kunt samenkomen. En of je nu tanks afschiet of aan een vijvertje staat te kijken hoe de zon opkomt, we’re all in this together.
Nu alleen nog een manier vinden om dat vermaledijde virus gamend klein te krijgen.

#66 dagboek van een huisarts in tijden van corona

* huppelen *

Vandaag stond ik oog in oog met een hertje.
Ik had net de peuken, blikjes en andere troep opgeruimd rond het bankje in het groene Vennengebied waarop ik me geďnstalleerd had na de wandeling (de met kaka besmeurde papieren zakdoekjes zullen voor een volgende keer zijn vanwege geen handschoenen bij me) en zat met een koffietje bij te komen van de wandeling.

Toen ik opkeek na een slok koffie, stond dat hertje daar. Minutenlang hebben we elkaar in de mooie ogen (de hare) gekeken. Toen draaide ze zich om en huppelde met een gemoedelijk drafje uit beeld.