Ode aan de winter

Sinds een tijdje schrijf ik elk seizoen een stukje voor de nieuwsbrief van Touch training & coaching, bestierd door de heerlijke Desiré van Teeffelen.
Voor de winterversie van deze nieuwsbrief die verscheen op 21-12-2021, was dit mijn bijdrage.

HET HEFT IN EIGEN HANDEN

Buiten waait de wind woest over de Cadzandse polders. Het is de eerste dag van een korte mindfulness retraite en dit eilandje van rust kon niet gelegener komen. 
Ik zit wampjes binnen. Buiten gaat het wild tekeer, binnen heerst meditatieve stilte.
Het scherpe contrast weerspiegelt feilloos wat zich momenteel afspeelt in de buitenwereld. Zoals in de hele zorgsector, bestaan mijn dagen uit pompen of verzuipen, terwijl ik binnen in mezelf een stabiele kern van rust ervaar.
Tijdens de week loop ik haast op mijn tandvlees, maar na een goeie nacht en een vrije ochtend ben ik meteen gerecupereerd.

Ik ken deze plek goed en had me verheugd op ochtendthee op het vlondertje aan het water zoals ik dat gewend was van eerdere lente- en zomerretraites. Ik had een dikke sjaal voorzien en een schapenvachtje om in de stoel te leggen.
Maar ik heb me mispakt aan het seizoen. De ochtend is koud, donker en nat. Die ochtendthee kan ik wel op mijn buik schrijven.

Toch is het hier, in volle vierde golf, een paradijselijk eilandje van rust. Toen ik thuis mijn tas had ingepakt en klaarstond om te vertrekken, checkte ik nog snel de mail. Daaruit steeg een hete crisiswalm op: wij huisartsen pikken het niet meer, alweer onvoldoende maatregelen, we nemen het heft nu in eigen handen en schakelen zelf over op de nieuwe teststrategie waarop Domus Medica al weken aandringt bij de overheid.
Ook in de krant is daar vanochtend een groot artikel aan gewijd: ‘Huisartsen komen in opstand tegen teststrategie van regering’.

Een plotse regenbui steekt de kop op en waait al even onverwacht voorbij om weer plaats te maken voor felblauwe lucht. Liggend op mijn rug, in een poging mijn aandacht bij mijn adem te houden (wat niet lukt, er duiken steeds nieuwe woorden en zinnen op voor deze column), kijk ik naar de voorbijdrijvende wolken. Vooraan in de zaal weerklinkt een diepe snurk.
‘Stel jezelf de vraag: hoe gaat het nu met mij?’ instrueert de mindfulnesstrainer ons.
Het gaat goed met me, danku. Het blijft goed met me gaan, zelfs als het niet goed gaat.
Mijn veerkracht is intact: van bijna door mijn hoeven zakken naar fit for duty en weer terug. Misschien geen al te gezonde balans, maar ook een balans.
Ik wijt deze mentale fitheid aan twee belangrijke zaken: het feit dat de pandemie iets externs is, waarvoor ik alles geef wat ik in huis heb en zodoende mezelf niets te verwijten heb. Als het niet te behappen is, hóef ik het ook niet te kunnen behappen.
En ten tweede aan mijn dagelijkse fietstocht van en naar de praktijk. Stampend op de trappers laat ik de stresshormonen in mijn bloedbaan naar een aanvaardbaar niveau zakken, terwijl ik podcasts luister, interessante mensen hoor en fantastische ideeën opdoe.
Dat fietsen weiger ik op te geven, ook al bevriezen soms mijn tenen, is het vaak nat en vrees ik het naderen van gladde tijden.
Verder heb ik nog een paar heilzame gedachten als reddingsboei: ik ben máár de waarnemer deze keer, en eind februari zit deze waarneming erop en kan ik weer een tijd vakantie nemen. Als ik dat wil.

Of is deze rust hier maar schijnbaar? Is het het oog van de storm? Gaat ons zorgsysteem nog verder kraken? Is barsten mogelijk?
Niemand die het weet, hoeveel epidemiologische modellen er ook berekend worden.

Winter doet me altijd verlangen naar de intimiteit van een knetterend vuurtje in de kachel, onder een dekentje op de bank liggen lezen, warme chocomelk en lang slapen onder een dik dekbed terwijl het puntje van mijn neus ijskoud wordt. 
De veel te lange werkdagen vol Covid-hectiek verdringen deze winter-intimiteit.

Maar we maken er wat van.
Terwijl iedereen gaat ontbijten, tik ik deze column in alle rust op mijn meditatiekussentje in de nu lege meditatiezaal.
Daarna drink ik koffie aan het riviertje. De zon breekt door, het is droog, de wind waait nog steeds hard maar van dit moment heb ik kunnen genieten. Het woeste past perfect bij de tijdgeest.
We maken er wat van. En dat moeten we blijven doen om met zijn allen vol te houden. Houd je ogen goed open voor mogelijke geniet-momentjes en pak ze, hoe klein ze ook zijn.
Zorg net zo goed voor jezelf als je dat voor zoveel anderen doet!
Als de zon blijft, fiets ik zometeen naar het Zwin. De wind houdt me niet tegen.