Dutjes helpen altijd

Niks beter dan een dosis Elisabeth Gilbert op Insight Timer om een mens terug op het droge te trekken, en daarna – dutje, zonnebadje en Gageleertje later – gezellig op café te gaan met Barack Obama en Bruce Springsteen.
De zo verhoopte praktijkovername liep niet zoals gedroomd, alweer zat ik vastgeklikt in een rollercoasterrit van adrenaline, telefoontjes, regelgedoe en zorgen. Van high naar low en weer naar high, het scheen alsof ik met al mijn goede bedoelingen het voor iedereen lastiger leek te maken in plaats van beter. Kortom een algeheel gevoel van falen waar een mens niet echt blij van wordt.

Gelukkig was daar een vrije woensdagmiddag om even op adem te komen van deze rollercoaster. En de zon. Te moe om te gaan wandelen of fietsen, een tuinstoel in het zonnetje sleuren lukte nog net.
Daar lag ik. In de zon. Te bekomen.
Ik klik de Insight timer app open op de telefoon en doe mijn oortjes in. Al snel klinkt Elisabeth Gilmers’ zachte stem die me kalmeert met de bezwerende zinnetjes die ze ook al in mijn oor fluisterde toen ik net het Whatsapp berichtje van mijn ontslag geïncasseerd had. Toen hield ze me overeind, en nu hebben haar zachte zinnetjes hetzelfde helende effect.
Ik val in slaap en dut even in de warmte van de zon.
Dutjes helpen altijd.
De zon helpt altijd.

Energielevel ondertussen opgekrikt van onvoldoende naar een matig zesje. Toch alweer dat.
Ik lees de krant van vanochtend en kom daar een kort artikeltje tegen over de podcast die Barack Obama opneemt voor Spotify en waarin hij praat met zijn goede vriend Bruce Springsteen, beide heren u wellicht bekend van horen zeggen.
Elisabeth Gilbert en Barack Obama liggen op zo’n smartphone tegenwoordig maar een klikje van elkaar. Dus switch ik van de Insight Timer app naar de Spotify app en treed binnen in de studio van Bruce waar ik gezellig aanschuif voor een persoonlijke babbel tussen de twee heren van stand.
Ze hebben het over hun gedeelde gevoel van outsider te zijn, en het is zalig om naar te luisteren.
Doe dat ook.
Niets beter om uit rollercoasters te stappen dan een dutje en dan uitgerust naar heren van statuur te luisteren in gesprek over de hobbels en bobbels van this human life and its suffering.

Dr Seuss

‘Oh, the Places You’ll Go!’, fluistert Dr Seuss me toe vanaf de badkamerspiegel. Ik had de quote maanden geleden uitgeknipt en daar opgehangen om mezelf eraan te herinneren dat elke crisis ook kansen biedt. In de donkere momentjes van het life eventje dat mijn ontslag toch wel was, was de verleiding soms groot om me mee te laten zuigen in een neerwaartse spiraal. Best begrijpelijk uiteraard. Dit knipseltje spoorde me aan om positief en zelfs nieuwsgierig te blijven. Desnoods tegen alle verwachting in. Dr Seuss bezwoer me: ‘Blijf goed rondkijken, wie weet wat voor goeds hiervan komt?!’
Dat drukte ik mezelf ook keer op keer op het hart. Al moest ik me soms dwingen om het te geloven, want alles leek het tegenovergestelde te roepen.

Ik kende Dr Seuss niet, ik heb even moeten googelen: Dr Theodor Seuss “Ted” (2 maart 1904 – 24 september 1991) is een Amerikaanse kinderauteur, politiek cartoonist, illustrator, dichter, animator en filmmaker, leer ik van Wikipedia.
‘Oh, the Places You’ll Go,’ fluistert Dr Seuss me dus al maanden toe, en gaat dan verder:
‘You have brains in your head.
You have feet in your shoes.
You can steer yourself any direction you choose.’

En begot, bij het rechtere eind had hij het niet kunnen hebben, die Seuss.
Want dacht ik eerst nog dat de brains in my head en de feet in my shoes me naar de Oostkantons zouden brengen, kijk nu eens naar welke places ze me hebben gebracht – tromgeroffel – …
Ik heb een praktijk in Turnhout overgenomen!

Dat had ik in mijn stoutste dromen niet kunnen bedenken.
In amper een paar dagen tijd, viel dit wondertje uit de lucht en landde met donderend geraas in mijn leven.
Sindsdien bevind ik me – weer maar eens – op een rollercoaster. Mijn buik is deze keer mijn gids: dat buikgevoel zit zó goed, ik sta er zelf van te kijken.
Wel twintig keer op een dag denk ik ‘waar ben ik in godnaam aan begonnen??’ om vervolgens vast te stellen dat mijn buikgevoel blijft seinen dat dit helemaal goed voelt.
Het voert me terug naar het fijne jaar dat ik ooit in Oisterwijk een zieke collega verving. Zij – single – draaide samen met haar – eveneens single – doktersassistente een drukke huisartsenpraktijk. Twee sterke stoere vrouwen die van aanpakken wisten, ik voelde me er helemaal thuis. Niet in het minst door de mooie spreekkamer waar de hele zomer lang het gevelbrede schuifraam open stond zodat ik het gevoel had altijd in de tuin te zitten. Al was het hoogzomer en waren de dagen heel druk, ik had doorlopend een vakantiegevoel.

Mijn eigen winkeltje, ik heb er zo’n zin in! Niet alleen voor mezelf. Het is zo fijn dat ik de collega die abrupt zijn praktijk moest stoppen toch een beetje de gemoedsrust kan geven dat zijn patiënten niet verweesd achterblijven, en dat ik de fijne patiëntenkring die ik in de afgelopen jaren heb opgebouwd de kans kan geven om bij me te blijven als ze dat willen. Dat gevoel geeft me vleugels en bakken energie. Dat is maar goed ook, want er moet ontieglijk veel geregeld worden.
Maar dat komt allemaal helemaal goed.
Zegt niet alleen Dr Seuss, dat zegt ook mijn buik.

Breek er eens uit

Champagne! Vergeef mij het onchristelijke uur op deze vroege zondagochtend maar het moment moet gevierd worden. Mijn telefoon heeft niet gerinkeld in het afgelopen uur, dus dat betekent: niet opgeroepen, geen achterwacht, vrij vandaag!
Vanaf 20u ben ik wel van wacht, maar tot die tijd is deze schitterende dag helemaal van mij. Het sprookjestafereel van sneeuw en zon blijft betoverend mooi, ik kan er maar niet genoeg van krijgen, dus trek ik erop uit.
Ik bind de schoenspikes onder mijn stapschoenen, ook bekend onder de naam ‘anti-slip overschoenen, ‘schoenkettingen’ en ‘antiglij-ijzers’ – ja, ik moest het ook opzoeken, want hoe noem je sneeuwkettingen voor onder je schoenen? – en trek de wijde wereld in. De wijde wereld in dit geval zijnde: een perimeter van een kilometer of zes rond mijn domicilie.
Glibberend en glijdend fiets ik met verlaagd fietszadel (tip van de fietsersbond in het journaal) en behelmd hoofd de natuur tegemoet.

Niet alleen de sneeuw en de zon doet mijn hart jubelen, ook het online symposium dat ik de afgelopen twee dagen vanuit mijn zonnige tuinkamer volgde, heeft flink bijgedragen aan mijn vrolijke gemoedstoestand. Lenteschoonmaak in het hoofd. Al Zoomend volgde ik een compassietraining van Doctors4Doctors, en dat was een leerrijke en verdiepende ervaring.
Niet in het minst door de gesprekken in de ‘break out rooms’. Ja, mijn digitale woordenschat en vaardigheden gaan met sprongen vooruit.
In deze tijd waarin we zoals nooit tevoren beperkt zijn in onze mogelijkheden om er eens uit te breken, dient zich de paradox aan dat ik aan een symposium deelneem waarvoor ik niet eens mijn bed uit hoef, maar wel vlotjes in gesprek ga met Maïta uit Thailand en Ellen uit Portugal.
Dat waren fijne gesprekken. Over panters die compassie uitstralen en pluizige groene duveltjes die je een aai over de bol geven en zeggen: ‘Alles komt goed.’ Ik geloof het groene duveltje.
Niet kunnen uitbreken IRL – In Real Life voor de niet-gamers zoals mijzelf – maakt dat we creatief zoeken naar uitbreken op andere manieren. En dat loont. Je breekt uiteindelijk misschien zelfs veel verder uit dan je ooit had gedacht.
Uit de praktijk gezet worden, brengt me misschien straks wel op verrassende nieuwe en veel leukere plekken dan waar ik dacht mijn broek te slijten tot mijn pensioen.
Niet op mindfulness retraite kunnen, brengt me uiteindelijk in mijn tuinkamer in gesprek met mensen over de hele wereld die met dezelfde issues worstelen als iedereen.
Net dat maakt ons zo menselijk: we zitten allemaal in hetzelfde schuitje. In de compassiebeweging die vanuit mindfulness ontstond zijn dit zinnen die troosten: ‘Dit hoort bij mens zijn, iedereen spartelt in het leven, we worstelen allemaal met dingen, iedereen maakt fouten, dat is normaal, iedereen is imperfect, ik sta hier niet alleen mee.’

Acteur Dominique Van Malder zegt in de krant: ‘Ik besef dat het net goed is om ook je minder mooie kanten te laten zien. Dat maakt je een mens.’
Ik ben het helemaal met hem eens, en laat in mijn blogjes evengoed mijn ploeter- en tobberige kant zien. Ik denk dat anderen hier veel meer aan hebben dan het in stand houden van een illusie onder het marsorder ‘wij artsen sluiten de rangen.’ Welnee, artsen zijn net mensen, niets menselijks is ons vreemd. Uitbreken uit die illusie is ongebruikelijk en wordt met scepsis gadegeslagen.

Je compassie trainen helpt dan om daar beter mee om te gaan en je leert er bijvoorbeeld ingesleten patronen te herkennen (een favoriete bij mij is bijvoorbeeld: ‘ik moet alles oplossen wat op mijn bord komt’) In de training leer ik dat het al oké is om dit patroon gewoon te herkennen, dat er geen grote oplossingen nodig zijn. En dat je kan kiezen of je op deze snelweg blijft rijden of dat je misschien toch een afrit kunt nemen en een zijweg inslaan.

Er was nog een andere uitbraak uit een vast patroon: gisteren vierden we Valentijn met zijn drietjes. Corona hè, waar laat je het kind? We vierden het met pizza, wijn en filosofische gesprekken over het basisinkomen. Was errug gezellug ?

Met al deze uitbraken uit mijn routines, het symposium, ondertussen gesterkt door het Covid vaccin en veel fietstochtjes en wandelingen tussendoor zijn mijn batterijen weer goed opgeladen, ik ben klaar voor de nachtshift. Maar vóór het zover is: eerst nog even flink genieten van de schitterende dag.
Dat ga ik met volle teugen doen.
Ik hoop voor jullie van ganser harte hetzelfde.
En anders ga je gewoon aan de champagne. Wat kan het jou schelen!

Droomduiding

Vannacht had ik de verborgen-zalen-droom. Ken je die? Dat je in je huis rondloopt en achter nieuwe deuren kamers ontdekt waarvan je het bestaan nooit had vermoed?
In mijn geval waren het geen nieuwe kamers in mijn eigen huis maar verhuisde ik van mijn laatste studentenkot-met-éénpersoonsbedje naar een gigantisch pand dat ooit nog aan Belgacom had toebehoord en waar de paleiswaardige zalen zich maar aaneen bleven rijgen.
Ronde zalen van wel drie verdiepingen hoog met spiraalvormige trappen krullend langs de wanden die weer uitgaven op andere zalen met salons en meterslange tafels. Zelfs een welness vleugel met thermale baden ontbrak niet.

Wellicht tekenend voor de nieuwe horizonten die momenteel in mijn leven beginnen op te doemen na de eerste periode van rouw om het verlies van mijn job.
Minder gunstig in deze droom: mijn lief veranderde steeds van gedaante en werd met het uur dikker, kortademiger en vadsiger.
Bleek, grauw en transpirerend lag hij over de zetel gedrapeerd terwijl ik een Ikea bestelling plaatste voor eindelijk een dubbel bed en nieuw beddengoed.

Vandaag klonk de lente uit vele vogelsnaveltjes en ook in mijn hart beginnen de bloesems te botten. Een paleis en een modellief hoef ik niet. De lente en nieuwe vooruitzichten, daar ben ik al dik tevreden mee.

Rave crave

Oké, we mogen niet meer op café gaan, niet uitgaan, niet dansen, er mag vanalles niet. Maar omdat een mens af en toe echt zijn buik vol heeft van wandelen, trok ik er een dagje op uit.
Een heerlijk dagje Gent met goede vriend Luc. Het zonnetje schijnt dapper op de sneeuw. De stad is een plaatje. Er hangt een fijn sfeertje in de straten, mensen genieten van de stad, overal zijn koffietentjes open voor take-away en de geur van verse wafels waait uit vele winkeldeuren. Er is zelfs vers schepijs voor wie het nog niet koud genoeg heeft.
We mogen vanalles niet, maar there’s allways a way out. Ik heb kaartjes voor ‘Universal Tongue’: een video-installatie van de Nederlandse kunstenares Anouk Kruithof in de Vooruit (Luc en ik kunnen het niet laten om even te kappen op arrogante Conner die de naam van dat mooie instituut openlijk wegkaapte bij vol daglicht). En mán, wat doet dat deugd: al die dansende lijven en zalige moves op al die grote videoschermen om je heen. En dan die beats!
Je weet niet wat je mist, tot je het ziet of voelt. Ik ben geen fuifbeest, maar ik kan mijn voeten niet stil houden en mijn hele lijf wil acuut aan het dansen slaan. Lockdowns doen gekke dingen met ons, een mens gaat haast dromen van nachtelijke raves waar geen einde aankomt.

Maar ga naar die expo! Een perfect antidotum tegen alle negatieve berichtgeving waarmee we al maanden overspoeld worden. Iets om gewoon blij van te worden. Dat heb je af en toe nodig. Zelfs met deze vriestemperaturen en een mondmasker aan, ben ik weer helemaal opgeladen door het plezier van al die dansende mensen, ik waande me weer even twintig, het gevoel op een fuif uit een ver verleden te zijn was zalig.
‘We beseffen niet hoe verwend we waren’, zeg Luc, ‘door alles wat we nu missen, merken we pas hoe vanzelfsprekend we het allemaal vonden’. Luc heeft gelijk. Toen ik onlangs op TV een man in een restaurant zag zitten met een grote plateau voor zijn neus en een goed glas wijn erbij, werd mijn blik helemaal glazig terwijl het kwijl me bijkans uit de mond liep. Het leek wel of ik naar een science fiction scène aan het kijken was.

Na een warme choco en een wafel op een bankje in de stad, bracht de trein me weer veilig terug naar huis. Oortjes in, nagenieten, helemaal zen…
Net als de verlichting je na een zenretraite eerder overvalt aan het bushokje op de terugweg dan tijdens de urenlange meditaties, zo merk ik meestal de helende kracht van kunst pas ten volle op de weg naar huis.
Precies op dat moment sluipt Nina Simones zoetgevooisde stem zachtjes mijn oren binnen… and I’m feeling good… tada… tada…
Het wonder der verlichting is weer geschied.

Blij ei

Van de week kwam ik op een ochtend toch zoiets leuks tegen op Facebook. Normaal vermijd ik dat vermaledijde sociale medium als de pest in de ochtend maar dat ik er nu al zo vroeg naartoe surfte, was geheel en al de schuld van Bram. Bram was jarig en diende dringend gefeliciteerd te worden. Nu is Bram het schoolvoorbeeld van een Blij Ei, maar het Blije Ei waar ik Facebookgewijs stoemelings op stuitte was niet Bram maar cabaretière Lenette Van Dongen. Lenette heeft de Blij Ei Academie opgericht en geheel in dat thema viel ik midden in haar livestream ‘Samen Wakker Worden’.
Nou was ik al lang en breed wakker, maar het zag er allemaal zo leuk uit dat ik later op de dag die hele livestream alsnog bekeken heb. Niet alleen bekeken, maar ook mee ge-yoga’d, gedanst, gestretcht en gemediteerd. Dat die Lenette lichtelijk prettig gestoord is, bevorderde de algehele feestvreugde behoorlijk. Tussendoor gooit ze er dansend zinnen uit als ‘ach kut, ben ik weer mijn tel kwijt’, ‘heb je er zin in of sta je maar wat te balen?’, ‘zeg ja, ja, ja!’ en ‘Sla al het gezeik uit je leven’. Ik werd er helemaal vrolijk van, wat een gek mens, en wat heerlijk om alles zo zonder de typische zelfingenomen sérieux gepresenteerd te zien die meestal met dit soort work-outs gepaard gaat. Zalig mens.

Links en rechts debiteert ze nog wat wijsheden over zelfzorg: vul eerst je eigen kopje tot het boordevol is en overstroomt op het schoteltje. Dat wat op je schoteltje ligt, kan je wegschenken aan een ander. Schenk alleen maar aan anderen van je schoteltje. Dat had ze van Oprah geleerd. Ook een Blij Ei heeft leermeesters en inspiratie nodig om haar Blijigheid op peil te houden.
Goed beeld trouwens van dat kopje en schoteltje, daar kan ik wel wat mee. Het is weer eens wat anders dan de metafoor van het zuurstofmasker in het vliegtuig.

Enfin, kijk er maar eens naar als je zin hebt. Zonder belerend te doen, leert ze je toch wat bij. Over ‘overdeliveren’ bijvoorbeeld: geef net een beetje meer dan men van je verwacht. Waarmee ze bedoelt: verander iets in jezelf waardoor je vaker ja zegt tegen de dingen.
Niet moeilijk na zo’n stevige dosis energie en vrolijkheid van het Samen Wakker Worden met Lenette.
Je wordt er helemaal een Blij Ei van. Net als Bram. Proficiat nog trouwens, en moge u nog lang uw blije zelf blijven!

Wat helpt

Wandelen, brood bakken, breien, koffietjes en wijntjes met zussen en vriendinnen buiten in de kou, bellen, zwerfvuil rapen, Netflixen, chocola tot je tonrond bent en vervolgens mediteren tot je een ons weegt: het helpt allemaal. Maar als puntje bij paaltje komt, helpt schrijven nog het meest. Zelfs als ik daarvoor een hoge prijs heb moeten betalen, ik kan het niet laten.
Zonder schrijven verliest het leven alle kraak en smaak, het wordt een eentonige soep, ik verwelk en verschraal, ik vereng en verbleek tot een schim die op automatische piloot door de dagen dwaalt en op de tast zijn weg zoekt. De sprankeling die het leven kleurt ontbreekt, alles vlakt af. Het leven wordt mager en schraal.
Zinnen die me raken in interviews die ik lees:
‘…Hind Eljadid deed wat schrijvers doen: ze schreef. Na een tijdje dacht ik: ik kan dit verhaal ook naar buiten brengen. Waarom niet iets vertellen dat waar is? De deuren openzetten en praten over moeilijke onderwerpen? Natuurlijk heb ik vaak getwijfeld, ik heb wel tien keer op het punt gestaan om het boek toch niet uit te brengen. Maar de nood om te vertellen was groter.’
Iemand anders: ‘Eerlijk zijn over wie ik ben en het delen van mijn verhaal was een van de meest bevrijdende dingen om te doen.’

Zonder me te willen meten aan dit soort kleppers van formaat, herken ik absoluut deze noodzaak en urgentie om te schrijven. Ik was dan ook blij en opgelucht toen de schrijfzin terug kwam na de knock out eind oktober en de daarop volgende coma.
Toen ik terug durfde en kon schrijven, ontsnapte me een grote ‘oef’ van opluchting.

Net als het grootste plezier van bakken de gretigheid van de eters is, zo is het grootste plezier van schrijven om gelezen worden.
Josse De Pauw zei dit heel mooi in de reeks ‘Kutjaar’ (over de cultuursector die al bijna een jaar op zijn gat ligt. Hij sprak daarin de spelers toe, maar je kan er net zo goed een boodschap aan schrijvers in horen:) ‘Dat er mensen zijn die de moeite doen om te komen kijken (lezen) naar wat je maakt, dat mag je nooit vergeten. Ze zorgen ervoor dat wat je doet de moeite waard wordt. Ze zijn gekomen om jou te zien (lezen). Dat is bijzonder. Ze hadden even goed iets anders kunnen doen. Ze zijn voor jou gekomen, speel (schrijf) nu maar.’

Dichter Stijn De Paepe schreef voor gedichtendag ‘Wat helpt’ om de burger moed te geven om vol te houden. Een paar regels daaruit:
‘Als dansen helpt, is er muziek.
Als breien helpt, dan hou je steek.
Als boos zijn helpt, geef ik kritiek.
Als bakken helpt, let there be cake.
Als yoga helpt, wees fluks en zen.
Als slapen helpt, stop ik je in.
Als schrijven helpt, scherp dan je pen.
Als poetsen helpt welaan: begin!’

Dus dankjewel, lieve lezers. Dat jullie blijven lezen, is keer op keer een feest waar ik jullie niet genoeg voor kan bedanken.
En evenveel dank aan iedereen die in de afgelopen maanden met me wandelde, mailde, koffietjes dronk, zwerfvuil raapte, belde, schreef, appte en eindeloos begrip opbracht voor mijn gezeur ?

Sorry daarvoor. Om het goed te maken hierbij het hele gedicht van Stijn De Paepe.



Filosofische ehbo

De wijsheid van filosofen biedt een onuitputtelijke bron van troost en verlichting. Nu ons het reizen onmogelijk is gemaakt, reis ik in mijn hoofd met het heerlijke ‘De kunst van het reizen’ van Alain de Botton. En in de krant lees ik hoe journalist Joël De Ceulaer en filosoof Maarten Boudry de aanpak van de pandemie fileren met het instrumentarium van de filosofie.
Wat ik daarin lees, helpt me ook om mijn ontslag een plaats te geven: ‘In een onzekere wereld maken we allemaal fouten. maar niet alle fouten zijn even vergeeflijk. Dat komt omdat je in veel situaties twee soorten van fouten kunt maken, waarvan de ene veel gevaarlijker of noodlottiger is dan de andere. In de statistiek en besliskunde spreek je dan van een asymmetrie tussen de twee soorten fouten.’

Nu staan de pandemie en mijn ontslag niet direct met elkaar in verband – of toch ook weer wel, het is maar hoe je het bekijkt – maar dat van die fouten, dat snijdt hout. De publicatie van het gewraakte blogje dat rechtstreeks aanleiding was voor mijn ontslag, was geen slimme zet. Dat wist ik eigenlijk al toen ik op de verzendknop drukte. Noem het gerust ‘onweerstaanbare drang’ doordat ik al te zeer onder druk stond. Niet slim, niet handig, maar ook weer geen drama. Met plezier had ik er mijn excuses voor aangeboden: ‘Sorry, dit had ik niet moeten doen, dat was niet mooi van mij.’
Een afkoelingsperiode, een sorry van beide kanten en dan in gesprek gaan: hoe kan het beter en hoe kunnen we voorkomen dat de druk nog eens zo hoog oploopt? Dat zou een gezonde en redelijke gang van zaken geweest zijn.

Die redelijke en menselijke weg werd echter afgeblokt door een Whatsapp bericht waarin ik mijn ontslag gepresenteerd kreeg. Zonder gesprek.
Jammer.
Spijtig.
Onnodig.
Disproportioneel.
Asymmetrisch?

Ik herlees de passage.
‘In een onzekere wereld maken we allemaal fouten. Maar niet alle fouten zijn even vergeeflijk. Dat komt omdat je in veel situaties twee soorten van fouten kunt maken, waarvan de ene veel gevaarlijker of noodlottiger is dan de andere. In de statistiek en besliskunde spreek je dan van een asymmetrie tussen de twee soorten fouten.’

Ja, het zat goed scheef.