Maatwerk

Je krijgt het zelf niet verzonnen om het ‘Erbarme dich’ uit de Mattheuspassie op te zetten als soundtrack voor een ochtendlijke woon-werk-rit. Toch is dat precies wat er kan gebeuren als je de muziekkeuze overlaat aan Touché. Altijd een verrassing, en meestal een uiterst aangename
Het was een bijzondere ervaring om zo op de fiets te stappen en en passant iets bij te leren over fundamenteel Alzheimer onderzoek aan het VIB, het Vlaams Instituut voor Biotechnologie in Leuven.
Want de gast waar ik vandaag naar luister is Bart De Strooper, wereldtop aan dat VIB.
En nog mooier toeval: dat VIB is precies waar mijn oudste nu werkt.
Ik fiets, ik beweeg, ik leer bij over de wereld en over mijn kind, ik geniet van de muziek… niets dan voordelen.
De schitterende volle maan boven het kanaal krijg ik er gratis en voor niks bij.

Minder leuk is de hoofdpijn die me al een dag of twee dwarszit. Covid zeker? Heb ik dan nu eindelijk ook mijn Omikron portie te pakken? Je vraagt je af hoelang het kan duren voor het beest me bij de lurven heeft nu het zo volop circuleert in de samenleving en ongetwijfeld ook in asymptomatische patiënten die ik op de raadpleging zie. We zullen er allemaal een keer aan moeten geloven zo lijkt het, en het is slechts een kwestie van tijd voor het zover is. Als het dan enkel bij deze hoofdpijn blijft, dan ben ik blij dat ik er zo makkelijk vanaf kom.
Twee zelftesten vertellen me nochtans dat het zover nog niet is. We ploeteren dus door.

De wirwar aan regels voor testing/isolatie/quarantaine zijn een bizar samenraapsel geworden dat enkel nog de illusie dient van daadkracht. Maar dat is slechts mijn persoonijke mening. Natuurlijk moeten we zorgen dat IC’s niet overspoeld raken, maar de puzzel van regels maakt dat ik soms voor een heel gezin gek maatwerk moet leveren: persoon A mag gewoon gaan werken, persoon B moet in quarantaine voor 7 dagen, en mag dit inkorten tot vier dagen, de enige positieve van het nest moet dan weer in isolatie en voor degene die wel ziek lijkt maar vooralsnog negatief test…
Ik kan bijwijlen niet meer volgen, en houd bij elk telefoongesprek de printjes met alle instructies voor me uitgespreid op mijn bureau. Hoe moet het dan zijn voor mensen die niet in het vak zitten? Eén adres: www.mijncoronatest.be

Ik laat het niet aan mijn hart komen. Ik heb geen huisbezoeken vandaag, de zon schijnt en mijn werkweek zit erop.
De fiets brengt me weer naar huis, en onderweg vallen er welgeteld tien druppels die mijn humeur ook niet kapot gaan krijgen. In plaats van direct naar huis, besluit ik mezelf op een paar uurtjes vrij te trakteren in de nieuwe koffiebar die ik net ontdekt heb in Turnhout. (Dat heeft Turnhout dan weer duidelijk voor op Hoogstraten: veel koffiebars, die ook veel open zijn. In Hoogstraten is op maandag en dinsdag zowat alles waar een mens even kan opwarmen bij een degelijke cappuccino gesloten. Wie verzint dat?!)
Nee, dan is dit beter Een zalige plek waar ik een enorme mok chai latte geserveerd krijg en waar Norah Jones op de playlist staat. Elke plek waar Norah Jones mag zingen is per definitie top.
Voor een paar uurtjes is dit een paradijselijk oord. Het schattige hondje van de jonge vrouw tegenover me palmt me helemaal in, terwijl ik lekker de krant lees, wat mailcorrespondentie voer en een blogje tik.
Het hondje tegenover is een Australische herder, zo leer ik van haar baasje, en na de chai latte ga ik aan de rosé. Ik doe gewoon of het zomer is.

Maar aan alle mooie liedjes komt een eind en ook pluchen oorden van plezier hebben helaas hun sluitingstijd. De koffiebar heeft naast Norah ook voor de rest sublieme muziek. Een dag die begon met Erbarme Dich mag perfect eindigen met Wicked game van Gemma Hayes.
En als ik mezelf er even later in de regen op betrap uitgelaten – met regenweer is er toch geen kat op de baan – Perfect Day van Lou Reed te zingen, dan weet ik één ding zeker. Dit was a perfect day.

Blue monday

Hoe zou het nog zijn met de joggers, de fitnessers, de afvallers en de rookstoppers?
We schrijven 17 januari, de derde maandag van januari, en nog vóór ik in de krant las dat het vandaag ‘blue monday’ was, de deprimerendste dag van het jaar, had ik vanochtend al besloten om de fiets te pakken naar het werk. ‘Om de winterblues op afstand te houden’ zoals ik dat letterlijk net in mijn dagboek geschreven had.

Het was een fijne rit: zacht en droog weer (4°C), warme voeten dankzij de schapenwollen inlegzooltjes die mijn zus me per post had gestuurd na mijn noodkreet om warme-voeten-tips en die ik vandaag dus voor het eerst heb uitgeprobeerd, en weer genieten van die immer fijne Touché interviews.

Verder was het een prima werkdag. Ik durf het bijna niet hardop te schrijven maar vooralsnog so far so good wat de omikron-miserie betreft en een opbeurend zonnetje over de middag.
Toen er op de praktijk nog een hartverwarmend kaartje bezorgd werd van lieve mensen die me bedankten voor de goede zorgen aan hun echtgenoot/vader én een cadeautje van het labo (een superleuke tas met daarin een fleecedekentje en een kookboek), kon mijn dag helemaal niet meer stuk.
Van die tas kreeg ik trouwens instant zin in de zomer.

Op de terugweg na deze aangename werkdag werd de donkere avond bijgelicht door een sprookjesachtige volle maan. En het klapstuk: ik was op tijd thuis om samen te eten.
Niks blue monday voor mij dus.
Mislukte goede voornemens zijn aan mij niet besteed, want het enige goede voornemen dat ik gemaakt had – becoming a compassionate mess – kán gewoon niet mislukken. De ene dag meer mess dan compassionate, de andere dag meer compassionate dan mess, ik zit altijd safe.
Maar hoe zou het intussen nog zijn met de joggers, de fitnessers, de diëters en de rookstoppers?

Ode aan de winter

Sinds een tijdje schrijf ik elk seizoen een stukje voor de nieuwsbrief van Touch training & coaching, bestierd door de heerlijke Desiré van Teeffelen.
Voor de winterversie van deze nieuwsbrief die verscheen op 21-12-2021, was dit mijn bijdrage.

HET HEFT IN EIGEN HANDEN

Buiten waait de wind woest over de Cadzandse polders. Het is de eerste dag van een korte mindfulness retraite en dit eilandje van rust kon niet gelegener komen. 
Ik zit wampjes binnen. Buiten gaat het wild tekeer, binnen heerst meditatieve stilte.
Het scherpe contrast weerspiegelt feilloos wat zich momenteel afspeelt in de buitenwereld. Zoals in de hele zorgsector, bestaan mijn dagen uit pompen of verzuipen, terwijl ik binnen in mezelf een stabiele kern van rust ervaar.
Tijdens de week loop ik haast op mijn tandvlees, maar na een goeie nacht en een vrije ochtend ben ik meteen gerecupereerd.

Ik ken deze plek goed en had me verheugd op ochtendthee op het vlondertje aan het water zoals ik dat gewend was van eerdere lente- en zomerretraites. Ik had een dikke sjaal voorzien en een schapenvachtje om in de stoel te leggen.
Maar ik heb me mispakt aan het seizoen. De ochtend is koud, donker en nat. Die ochtendthee kan ik wel op mijn buik schrijven.

Toch is het hier, in volle vierde golf, een paradijselijk eilandje van rust. Toen ik thuis mijn tas had ingepakt en klaarstond om te vertrekken, checkte ik nog snel de mail. Daaruit steeg een hete crisiswalm op: wij huisartsen pikken het niet meer, alweer onvoldoende maatregelen, we nemen het heft nu in eigen handen en schakelen zelf over op de nieuwe teststrategie waarop Domus Medica al weken aandringt bij de overheid.
Ook in de krant is daar vanochtend een groot artikel aan gewijd: ‘Huisartsen komen in opstand tegen teststrategie van regering’.

Een plotse regenbui steekt de kop op en waait al even onverwacht voorbij om weer plaats te maken voor felblauwe lucht. Liggend op mijn rug, in een poging mijn aandacht bij mijn adem te houden (wat niet lukt, er duiken steeds nieuwe woorden en zinnen op voor deze column), kijk ik naar de voorbijdrijvende wolken. Vooraan in de zaal weerklinkt een diepe snurk.
‘Stel jezelf de vraag: hoe gaat het nu met mij?’ instrueert de mindfulnesstrainer ons.
Het gaat goed met me, danku. Het blijft goed met me gaan, zelfs als het niet goed gaat.
Mijn veerkracht is intact: van bijna door mijn hoeven zakken naar fit for duty en weer terug. Misschien geen al te gezonde balans, maar ook een balans.
Ik wijt deze mentale fitheid aan twee belangrijke zaken: het feit dat de pandemie iets externs is, waarvoor ik alles geef wat ik in huis heb en zodoende mezelf niets te verwijten heb. Als het niet te behappen is, hóef ik het ook niet te kunnen behappen.
En ten tweede aan mijn dagelijkse fietstocht van en naar de praktijk. Stampend op de trappers laat ik de stresshormonen in mijn bloedbaan naar een aanvaardbaar niveau zakken, terwijl ik podcasts luister, interessante mensen hoor en fantastische ideeën opdoe.
Dat fietsen weiger ik op te geven, ook al bevriezen soms mijn tenen, is het vaak nat en vrees ik het naderen van gladde tijden.
Verder heb ik nog een paar heilzame gedachten als reddingsboei: ik ben máár de waarnemer deze keer, en eind februari zit deze waarneming erop en kan ik weer een tijd vakantie nemen. Als ik dat wil.

Of is deze rust hier maar schijnbaar? Is het het oog van de storm? Gaat ons zorgsysteem nog verder kraken? Is barsten mogelijk?
Niemand die het weet, hoeveel epidemiologische modellen er ook berekend worden.

Winter doet me altijd verlangen naar de intimiteit van een knetterend vuurtje in de kachel, onder een dekentje op de bank liggen lezen, warme chocomelk en lang slapen onder een dik dekbed terwijl het puntje van mijn neus ijskoud wordt. 
De veel te lange werkdagen vol Covid-hectiek verdringen deze winter-intimiteit.

Maar we maken er wat van.
Terwijl iedereen gaat ontbijten, tik ik deze column in alle rust op mijn meditatiekussentje in de nu lege meditatiezaal.
Daarna drink ik koffie aan het riviertje. De zon breekt door, het is droog, de wind waait nog steeds hard maar van dit moment heb ik kunnen genieten. Het woeste past perfect bij de tijdgeest.
We maken er wat van. En dat moeten we blijven doen om met zijn allen vol te houden. Houd je ogen goed open voor mogelijke geniet-momentjes en pak ze, hoe klein ze ook zijn.
Zorg net zo goed voor jezelf als je dat voor zoveel anderen doet!
Als de zon blijft, fiets ik zometeen naar het Zwin. De wind houdt me niet tegen.

A lovely creature

Goede voornemens

Goede voornemens? Daar doe ik al lang niet meer aan. Het werkt niet en ik geloof er niet in, daarin helaas ondersteund door een overschot wetenschappelijk onderzoek. Plannen maken voor een vers jaar, dromen over die plannen en stappen zetten om dromen waar te maken, daar geloof ik wel in. En ik geloof ook in opnieuw beginnen. Dat hebben mijn jarenlange zen- en mindfulnesstraining mij wel geleerd: de realiteit van keer op keer struikelen, en dan de moed van altijd opnieuw jezelf bij elkaar grabbelen, opstaan, uw broek optrekken en voortdoen.
Dat opnieuw beginnen, dat doe je dus elke dag. En niet alleen met nieuwjaar.
Dus toen we afgelopen oudjaar met vrienden om de te tafel zaten en ons te goed deden aan het lekkers waarvoor Wim uren in de keuken had gestaan, kwamen de gesprekken – zoals dat gaat op kantelpunten – op wat voorbij was en wat komen zou.
Jicke wou wel wat kilo’s kwijt – we waren ondertussen aanbeland bij het dessert: een hazelnoottaart van drie verdiepingen met ricottacreme tussen de lagen en ook Jicke liet het zich goed smaken, het was tenslotte pas 31 december en zijn goede voornemen zou pas op 1 januari van start gaan.
Abtin wilde wat meer lezen. En om dat meteen SMART te maken: minstens één boek per maand.
Wims goede voornemen was simpelweg de filosofie waarnaar hij zijn leven lang al leeft: ‘go with the flow’. Hij is daar kampioen in, en dat is ook de ware reden waarom we het al bijna zesendertig jaar zo goed bij elkaar uithouden.
Terwijl het gesprek zo doorkabbelde, concentreerde ik me op de heerlijke spijzen en – meer nog – op de exquise dranken. De magnumfles Gulden Draak Cuvée Prestige Laphroaig bijvoorbeeld, bier dat na de lagering nog 8 weken heeft liggen rijpen op Laphroaig whiskyvaten. De diepe rooksmaak prikkelt de smaakpapillen tot ongekende hoogtepunten. Maar ik dwaal af, waar had ik het ook alweer over? Door het memoreren van dat voortreffelijke bier, raak ik opnieuw helemaal in hoger sferen. Oh ja, goede voornemens. Waar ik me dus niet meer aan laat vangen.

Tot de volgende dag. Bij het openen van de mailbox stuitte ik stoemelings op een goed voornemen dat ik toch graag wil adopteren.
Het mailtje kwam van de Texaanse professor psychologie Kristin Neff van The Centre for Mindful Self-Compassion. Leuk mens, leuke mails. Ze had voor het nieuwe jaar een originele boodschap in petto: ‘As the year winds down and you set your resolutions for the new year, in addition to thinking about all the things you’d like to do better, you might consider making a resolution that you can actually keep: becoming a compassionate mess!’

Hoe inspirerend! Zo’n plan onderschrijf ik met volle overtuiging. Becoming a compassionate mess, dat moet zelfs mij lukken. Als je me dus tegenkomt, en je ziet iets aan me maar je weet niet direct wat, dan is het dus geen nieuwe bril of ander kapsel. Nee, je ziet een compassionate mess.
Mooi hè?
Hoe dat er dan uitziet, dat weet ik zelf ook niet zo goed.
Maar als ik Abtin de volgende dag stuur dat ik toch een goed voornemen heb gemaakt, stuurt hij per ommegaande terug: ‘A compassionate mess sounds like a lovely creature ? I will try to do that as well!’

Wie meer wil weten en uitleg wil over het – wél haalbare – voornemen om een compassionate mess te worden: mindfulness trainer Kristin Neff legt het je in 3 minuten uit in dit filmpje: https://www.youtube.com/watch?v=wI14coV8wbE

Vaarwel lieve lezers

Een nieuwe lente, een nieuw geluid. Lente is het nog lang niet, maar aan alle mooie liedjes komt een eind en lekker is maar een vinger lang. Ik hoef niet diep te grabbelen in de ton van troostende levenswijsheden om een paar pleisters te vinden die het leed van het afscheid van deze column verzachten. Ja, lieve lezers, dit is mijn laatste column voor gezondNU. Soms is het gewoon tijd voor iets nieuws en het berichtje dat me dat meldde, was snel verteerd.

(Klik hier voor de volledige column)

gezondNU, januari 2022, www.gezondnu.nl