Antwoord uit de kattenmand ? Tik tik tik

Schrijver en collega-blogger Ingrid schreef - in het kader van onze wederzijdse blog-correspondentie - een geweldige reactie op mijn vorig blogje 'De luide medemens'. In antwoord verscheen haar blog Tik tik tik. Dat stuk kan je hier lezen.
Goed hè? 

Sinds De Morgen haar grootschalige burgeronderzoek naar geluid in Vlaanderen lanceerde, blijft het artikelen regenen over geluid, lawaai, stilte en de impact op onze gezondheid.
Zelf bleef ik er ook mee bezig. Ik merkte nog andere storende geluiden op die op het hinderlijke lijstje ontbraken: muggen en hun slaapverstorende gezoem! Elke dag executeren mijn man en ik zeker een mug of drie zonder enige vorm van proces en dan nog worden we wakker van gezoem.
Sam vindt zo’n insect af en toe heel leuk spelmateriaal, maar muggen vangen, ho maar.
Snurken! Ik ben de ergste van ons twee. En ook daar kan ik niks aan doen, mijn atopische constitutie is de boosdoener in dit geval: hooikoorts, astma en de kat die op ons bed resideert.

Aya Sabi schreef binnen dit thema ook een column over lawaai vs haar nood aan stilte. Ze besluit: ‘Ik ben hypersensitief, dat weet ik. Tegelijk weet ik ook dat de wereld te luid is.’
Ik ben het zo met haar eens. Die luide wereld is te vaak te luid.
En de tinnitusprofessor – audioloog moet ik eigenlijk schrijven – die gisteren in de krant aan het woord kwam over de vervelende tuut-ziekte die zoveel mensen treft, poneert heel stellig: ‘Onze problemen met geluid zijn een expressie van een overbelast brein. Mensen willen geen stilte, ze willen rust.’ Hear hear, zeg ik hardop tegen niemand in het bijzonder – Sam slaapt boven op bed en Billie scharrelt rustig rond tussen de stapel snoeihout die op een hakbijl wacht – en trommel eens goedkeurend met mijn knokkels op het houten tafelblad.
Verderop in datzelfde interview: ‘Het probleem wordt versterkt doordat we behoorlijk overprikkeld zijn. […] Mensen zijn overmatig gespannen en dan komen geluiden veel harder binnen.’
Tja denk ik dan, maar dat is een kip-en-ei-probleem. Wat was er eerst? Onze complexe, veeleisende en luide samenleving of de overprikkeling die maakt dat je dit allemaal lastiger verdraagt?

De tuut-professor vervolgt: ‘Veel heeft te maken met je emotionele en mentale staat. Hoe luid je geluid beleeft, is heel persoonlijk. […] Persoonlijkheid speelt daarin een rol. De patiënten die ik zie, hebben wel wat gemeen: ze zijn gevoelig, hebben de neiging om spanning op te kroppen, zijn perfectionistisch en houden van controle. Ze worden er gek van dat ze dat geluid niet kunnen controleren. […] Tinnitus is een alarmbel. Een psychosomatische klacht die wijst op andere problemen. Als je niet voldoende ventielen hebt waarlangs de druk kan ontsnappen, dan komt de stoom uiteindelijk bijna letterlijk uit je oren. Daarom is inzicht in hoe je zelf in elkaar zit en hoe je denkt heel belangrijk in de behandeling van tinnitus.’

Ik had gelukkig een disclaimer genoteerd in mijn blogje, namelijk dat het een niet-exhaustief lijstje betrof, dus u zult er als lezer vast zelf nog allerlei hinderlijks aan toe kunnen voegen. Het blijft nu eenmaal voor een groot deel subjectief, wat we kunnen verdragen en wat niet.

Dit stukje schrijf ik in het zachte nazomer-zonnetje aan de terrastafel. Twee tuinen verder ratelt de grasmaaier, en ergens achter mij wordt een haag bijgeschoren. Gelukkig is het zaterdag, dan mag het en heb ik er weinig last van. Op zondag verdraag ik dat geluid niet. En zo leren we bij, over hoe dat werkt met lawaai in ons brein.
Doe dus mee en leen uw oren aan De Oorzaak om geluid in Vlaanderen in kaart te brengen: demorgen.be/oorzaak.

Oh ja, u hebt allemaal de groeten van Sam. Die heeft nergens last van. Ze slaapt, op ons bed. Zodat ik vannacht weer een verstopte neus krijg en niks kan doen aan mijn gesnurk.

Naschrift
Dit blogje schreef ik op zaterdag. Ik kon het niet posten omdat er iets mis is met de automatische publicatieknop naar de volgers en naar Facebook, en zelf kreeg ik dat euveltje niet opgelost. De webmaster bleek met vakantie.
Zo werd het zondag. Buiten op het terras zat ik heerlijk met mijn neus in de weekendkrant toen verderop in de straat een heggenschaar de zondagsrust doorbrak. Vriendelijk ben ik gaan vragen om dat niet op zondag te doen. Nu zal ik wel het etiket van verzuurde buur krijgen. Maar wie weet hoeveel buren blij zijn dat toch íemand er iets van durfde zeggen.

Berichten uit de kattenmand ~ De luide medemens

Martine en Ingrid, u kent ze als bloggers, corresponderen ook met elkaar - al dan niet via hun bonte beestenboel - over wat het dagelijks leven met hen doet. En het aardige is: u mag allemaal meelezen.

Luid knorrend loopt Sam voor me uit de gang door. Haar staartje priemt kaarsrecht de lucht in, alleen het uiterste puntje is gebogen. Een pijltje waarmee ze lijkt te wijzen ‘hier is het te doen’. ‘Hier’ dat is haar etensbakje aan het einde van de gang. Zodra ze in alle vroegte merkt dat er iemand wakker wordt – de kunst is dus om zo weinig mogelijk te bewegen zodat je nog een beetje kan doezelen – springt ze enthousiast op ons bed en klautert op het bewegende lijf. W?e haar ontbijt voorziet, dat maakt haar niet uit, maar wel dat dat zo snel mogelijk gebeurt. Helemaal vrolijk bij het vooruitzicht op ontbijt, spint ze zo hard als ze kan, laat zich heel eventjes aaien en rent de gang in als ze denkt beet te hebben: de ontwakende mens maakt aanstalten om op te staan. Waarna dus dat luide geknor in de stille donkere gang weerklinkt.
Dagelijks ochtendritueel, heerlijk geluidje.

Niet zo heerlijk: de luide medemens.
Die komt in vele vari?teiten, hierbij een poging tot een niet-exhaustieve lijst (van hinderlijke mensen en geluiden).
De bellende mens op bus en trein – maar daar heb ik al genoeg over gezeurd.
De Facebook-scrollers die alle langskomende filmpjes afspelen zonder oortjes of koptelefoon.
Muzak in wachtkamers, koffiebars en winkelstraten… of nog erger: vrije radio vol gewauwel en reclame ertussen.
De mannen – ja, altijd mannen – die in de sauna zuchten, steunen, kreunen, hun neus ophalen, rochelen, de houten hoofdsteuntjes kletterend opzij schuiven en wellustig het zweet van hun lijven blijven wrijven.
Of die in de sauna komen om godbetert te kletsen.
De feestende buurtmens – tenminste als het feest me belet in slaap te vallen, maar gelukkig lukt me dat meestal wel met oordopjes in en het slaapkamerraam dicht.
Knetterend opgevoerde brommers.
Het nerveuze ’tsss tsss’ waarmee Marokkaanse moeders hun kinderen sussen en wat ook ‘nee’ kan betekenen. Die kinderen worden er net zo nerveus van als ik. Vanuit mijn eigen opvoeding klinkt het geluid nameljk heel anders dan zij het bedoelen: ik hoor afkeuring en afwijzing.
Luide Hollanders in Antwerpen, in de film,… Ik hoef echt niet je hele gesprek te kunnen volgen als ik zes rijen verder zit.
De piepjes van al die notificaties die mensen niet afzetten en zo onbedoeld opdringen aan hun omgeving. Vooral het standaard Andro?dgeluidje voor binnenkomende berichten is me een doorn in het oor.
De sloffende mens. Til je voeten op!
De smakkende en prakkende medemens.
De met open mond kauwgom kauwende medemens.
Lepels die hard neerkomen op potten en pannen.
Deuren en lades die de luide medemens hard dicht gooit.
Campingburen met keiharde muziek.
De afschuwelijke airco in het slaapkamertje op de huisartsenwachtpost.
De snoodaard die het waagt op zondag zijn gras te maaien of de haag te scheren. Bladblazers en hogedrukspuiten idem dito. Bekentenis: soms stofzuig ik zelf op zondag mijn tuinkamer. Wie zonder zonde is werpe de eerste steen.

De Morgen gaat een groot onderzoek doen naar lawaai. Doe mee en schrijf je in voor De Oorzaak, het grootste burgeronderzoek over geluid. Al de hele week staat de krant vol artikels over lawaai en wat het met ons doet. Hoe het vele mensen vele levensjaren kost. Lawaai is dodelijk.
Ik leer veel bij uit die artikels. Dat de ervaring van geluid in grote mate subjectief is. Wat voor de ene persoon bijzonder storend is, merkt de ander helemaal niet op. Of zoals een van de journalisten schrijft: als mijn buurman op zaterdag met de grasmachine in de weer is, hoor ik dat nauwelijks. Maar wanneer hij hetzelfde lawaai produceert op zondag, irriteert me dat enorm.’
Het wordt nog complexer omdat de ervaring van geluid voor een stuk genetisch bepaald is. Er is meer aan de hand dan alleen subjectieve beleving. Zo verschilt ook de manier waarop je lichaam op geluidsgolven reageert en hoe je hersenen geluid interpreteren per persoon.
Ik zal mijn man dit krantenartikel eens onder zijn neus duwen als hij weer met zijn ogen rolt op mijn vraag om oortjes in te doen als hij zijn door zijn tijdlijnen scrolt, want h?, het is niet mijn schuld dat dat geluid zich rechtstreeks een weg wurmt naar mijn amygdala. Het is de schuld van hersenen, ik kan er niks aan doen.
‘Emoties zoals machteloosheid en bezorgdheid wegen ook door’, zo lees ik nog. ‘Zit je met het frustrerende gevoel dat wie verantwoordelijk is voor het lawaai het zou kunnen vermijden maar niets doet?’
Ja, nu snap ik waarom de bus-beller mij zo tot waanzin drijft.

‘De waterkoker van mijn moeder ’s morgens in de badkamer’, zou mijn dochter nog toevoegen aan deze waslijst van ergerlijke geluiden. ‘En als ze uit ochtendlijke klunzigheid weer maar eens haar haarborstel laat vallen.’ Plastic op een harde vloer, aauw!
Nog pijnlijker aan haar jonge oortjes: het gezoem van de leeslamp in de woonkamer. Wij horen dat niet meer, ouder worden heeft soms zijn voordelen.

Ik dacht altijd dat er niets heerlijkers was dan een kat te zijn. Sam knort lekker overal doorheen. Maar sinds ik Ingrids vis heb leren kennen, begin ik te denken dat dát het walhalla moet zijn. Welbeschouwd is de hele leefwereld van zo’n vis één gigantische koptelefoon.