De laatste dag

Voor de allerlaatste keer steek ik de sleutel in het slot om de praktijk te openen. Terwijl het rolluik omhoog rolt, tel ik de peuken op de stoep. Vertrouwd beeld. Ik zwaai naar een patiënt die langs komt fietsen en ook aan haar dag begint. Dit is mijn laatste werkdag hier. Ik weet het, maar kan het niet bevatten. Vijftien jaar lang reed ik elke werkdag van Turnhout naar Tilburg en na vandaag stopt dat.

Misschien is het wel goed om eens per tien, vijftien jaar schoon schip te maken in je leven. Verhuizen, je baan opzeggen, of grote schoonmaak in je relatie. Oude rommel opruimen, ontdoen van ballast die het systeem vertraagt en doet haperen. Ruimte maken in kasten en in je hoofd. Het is ongelooflijk wat ik hier in die jaren bij elkaar verzameld heb. Bergen aantekeningen en mappen van nascholingen, vergaderingen, cursussen, contracten en overleg gaan de papiercontainer in. Alles wat ik nodig heb, zal ik wel op het internet terugvinden. En heb ik toch wat te veel weggegooid, dan is dat een mooie oefening in loslaten.

Het stemt me verdrietig dat ik geen andere mogelijkheid meer zag dan hier te stoppen, het spijt me dat het ons samen niet gelukt is om het werk werkbaar te houden. Zo doorgaan was geen optie meer, dan zou ik een keer omvallen, daar kon je donder op zeggen. Ik stap uit de maatschap en laat mijn patiënten achter in de handen van een goede opvolgster. Ik hoop dat zij zich kan handhaven in deze drukke praktijk. Ik gun het haar.

Het liefst had ik gewild dat deze wijk eindelijk werd erkend als achterstandswijk. Dat is hard nodig. Maar ik ben onderweg de hoop kwijt geraakt dat dat gaat lukken. Het kan niemand wat schelen, zo hebben we gemerkt. We voelden ons in de steek gelaten. Natuurlijk hebben we zelf steken laten vallen. Maar… overheid, Nivel, LHV, Kring, waar bleven jullie?

Het afscheid is ook warm. Patiënten overladen me met bloemen en bonbons, met knuffels en afscheidszoenen. de meest hartverwarmende zinnen lees is ik op de stapels kaartjes die ik krijg. Misschien was dit wel de mooiste:

‘Bedankt voor wie je bent. Hoe je bent en wat je voor ons deed. Iemand die ons “echt” kent. Dat deed ons goed. Frans en Rika’

Daar bleek dit weggaan ook goed voor: beseffen hoe belangrijk een huisarts is voor de mensen. Hoeveel je blijkbaar voor hen betekent. Vooral voor degenen met wie het contact niet altijd even soepel liep. Deze erkenning en waardering heeft me veel goed gedaan.

Ik ga nu op zoek naar een werkplek waar een mens nog mag ademen tijdens het werk. En heb er alle vertrouwen in dat dat gaat lukken.

(Deze tekst verscheen eerder op Medisch Contact – medischcontact.nl)

‘Geen kikkers meer, het is genoeg’

Geen kikkers meer het is genoeg‘De kikkers komen haar de oren uit: een aardewerken kikker op het terras, een knuffelkikker, verjaardagskaarten met kikkers, een plastic kikkertje in een bokaaltje (je moet hem elke dag water geven, dan wordt hij vanzelf een prins). En dan nog: kikkertoiletrolhouders, kikkerafwasborsteltjes, kikkertjes uit houtsnijwerk, en kikkers met een gouden kroontje. (Klik hier voor de volledige column)

gezondNU, februari 2016, www.gezondnu.nl

Zikamoeders

Vannacht droomde ik dat ik zelf een microcefaaltje had. Gekregen dan. Na negen maanden zwangerschap en een bevalling dus. En hoe meteen instant-stapelverliefd ik op dat mensje was. Ze was zo lief en schattig en rustig.
‘Eigen kind, schoon kind’, zoals wij zeggen in Vlaanderen.

De droom was natuurlijk ingegeven door alle berichtgeving over het zikavirus. Oorlogstaal in de kranten: ‘Brazilië verklaart oorlog aan de mug!’, ‘De Aedes aegypti (zo heet het langpotige kreng dat het virus overbrengt) wil oorlog, oorlog zal ze krijgen!’, ‘President Roussef zet soldaten in om de huizen uit te roken!’ En minister van volksgezondheid Castro doet nog een schepje boven op de onrust: ‘De autoriteiten zijn de oorlog tegen de mug aan het verliezen!’
Beelden van 220.000 soldaten in knalgele pakken, met laarzen en maskers en rookkanonnen voeden de angst.

De mug wordt electoraal gekaapt om oude vetes te beslechten en politieke tegenstanders een kopje kleiner te maken. Vergeet IS, we hebben een verse vijand: de zikamug.
En dames, we laten jullie niet in de steek, we zullen ervoor zorgen dat jullie legaal abortus mogen krijgen. Want wie wil nou een kind met een afwijking.

In schril contrast met deze gezwollen koppen en het geschreeuw, staan de beelden die op mij blijkbaar wél indruk maken: keer op keer zie ik moeders die liefdevol de baby’s met de kleine hoofdjes in bad stoppen, knuffelen en toebrabbelen. Moeders die houden van hun wurmpjes en die wurmpjes die dit gebrabbel beantwoorden met kamerbrede lachjes van de meest innemende soort.

Hulde aan de moeders. Waar ook ter wereld. Moeders hebben geen tijd voor oorlog. Ze doen wat nodig is: zorg en liefde geven aan hulpeloze wezentjes. Daar is geen krantenkop voor nodig.

(Deze tekst verscheen eerder op Medisch Contact – medischcontact.nl)