Tattoo shop

‘Zeg, krijgen die geen eten ofwa?
Hoe zien die leeuwen er nu uit, zo’n uitgemergelde scharminkels, dat trekt op niks.’
Nee, ik ben niet in de zoo.
Ik lig in de behandelstoel in de tattooshop voor poging vier van de extra oorgaatjes.

Derde keer, goeie keer, maar niet voor deze veeleisende tante die het zelfs bestond om twéé trouwjurken te bestellen omdat ze maar niet kon kiezen. Dan hoef je van niks meer versteld te staan natuurlijk.

Terwijl de van kop tot teen beinkte en gepiercete mevrouw van de tattooshop met engelengeduld  de puntjes aftekent die ik vanochtend met plakoorbelletje gemarkeerd heb, luister ik het gesprek af dat zich aan de andere kant van het kamerscherm afspeelt. De man met de bakfiets (die heb ik buiten zien staan en verder zijn er geen andere klanten) bladert met de tatoeëerder door de mappen met voorbeeldtekeningen. Hij heeft zijn oog op dierenkoppen laten vallen. Maar ook hij heeft moeite met kiezen. Al die ondervoede leeuwen ook.

Ik wil geen tattoo. Nog niet tenminste. Ik wil alleen maar twee extra oorgaatjes waar ik blij mee kan zijn. De vierde keer lijkt toch de goede keer te worden. We zijn ondertussen een halve dag verder op deze loeihete zomerdag waar de jeugd het einde van de examens viert op alle terrassen van Turnhout, en ik ben nog altijd tevreden.
Alweer een keuze beslecht, het komt nog goed met mij.

Nu alleen nog bedenken wat ik ga doen met alweer een uitnodiging voor een feestje waar ik het risico loop mijn demonen tegen te komen.
Wat te doen?
In dubio abstinens, zei een wijze grijsaard ooit toen er nog Latijn gesproken werd. Dat klinkt als een goed advies. De zomer is nog maar net begonnen en het is heerlijk rusten in het gras dat ik erover laat groeien.

Applaus voor de zwerfvuilruimer

Luid geklap en gejuich valt me ten deel als ik het klokhuis van mijn afgekloven appel in de vuilbak aan de Vlaamsekaai werp. Deze beloning van de vuilbak voor mijn goed gedrag tovert een glimlach op mijn gezicht ondanks de druilerige regen die onophoudelijk uit de lucht blijft vallen. De stad Antwerpen beloont de dappere mens met applaus en gejuich, en dat vind ik een slimme zet. Make zwerfvuilruimen fun, of iets in die aard.
Om jullie mee te laten genieten van dit momentje, doe ik de klep van de vuilnisbak nog eens open en dicht terwijl ik de telefoon klaar houd om een geluidsopname te maken. Helaas laat de vuilbak nu enkel een dikke boer, die niet voor publicatie geschikt is.

Naast een vriendelijke vuilbak, trof ik ook al een vriendelijke buschauffeur. Toen hij netjes stopte aan de bushalte Galgebeek waar ik stond te wachten en teken deed dat ik wilde opstappen, meldde hij me dat de halte eigenlijk tijdelijk niet bediend werd. Er waren onderhoudswerken aan de gang waar ik niks van gezien had. Dat hij toch stopte om me mee te nemen was natuurlijk een #kleingelukske.

Het was die dag dat ik naar het FoMu ging, waar ik je al over verteld had. Na het FoMu, stapte ik ook nog binnen bij Galerie Tim Van Laere, waar Kati Heck weer een expo had. Dat had ik in de krant gelezen. Kati Heck is leuk, met haar gekke personages en felle kleuren. Deze keer castreerde ze zelfs een paar mannen. Met de afgeknipte kleurige ballen vrolijk rondzwierend in haar netje, zweefde het geschilderde meisje op het ronde doek aan het plafond in de galerie.

Kati Heck’s commentaar in het interview in De Morgen over deze expo: ‘Meer leiders zonder ballen, minder problemen.’
Daar kan ik het alleen maar hartgrondig mee eens zijn.
‘Zijn we niet allemaal dieren die zich wat parfum opdoen?’, vraagt ze zich af. Om verderop te preciseren: ‘Ik zeg toch regelmatig tegen mijn dochter, als onze hond stout is: ballen eraf. Aangezien het helpt bij dieren, kan het bij mensen in sommige gevallen ook wat oplossen?’
Ook daarin ben ik geneigd het met haar eens te zijn.
Maar als haar verderop in het interview gevraagd wordt wat vrouwen te bieden hebben dat beter is voor de wereld, smelt ik helemaal voor haar als ze dit antwoordt: ‘Een soort van zorg misschien? Zeker als je een kind op de wereld hebt gezet, ga je toch anders naar de wereld kijken en omgaan met je omgeving. […] Ach, ik weet het niet. Vroeger ging je naar zee om schelpen te zoeken en nu verzamel ik alleen nog maar afval. Ik heb mezelf onlangs zo ook getekend: als oude vrouw op een step met een knijptang om afval te verzamelen. Dat wordt mijn toekomst denk ik. […]’
My kinda girl.

Fokkof!

Wat is het om niet geloofd te worden?
Hoe belangrijk is dat?
Wat is uw geloofwaardigheid?
Wat is de basis van uw geloofwaardigheid?
Hebt ge die nodig van buitenaf?
Nee, ge hebt die geloofwaardigheid van buitenaf niet nodig.

Pertinente vragen (én antwoorden) die Barbara Serafian zich stelde om niet kopje onder te gaan in de vieze modderstroom die op gang kwam na haar echtscheiding.
En om goed na te denken over waar het fout liep en hoe het verder moest na die scheiding.
Mensen vinden dat blijkbaar leuk om anderen naar beneden te halen, zo hoeven ze niet stil te staan bij hun eigen kleine kanten en mislukkingen.
Ze vertelt erover in de Touché podcast die ik luisterde op de fiets naar een lunchafspraak in Tilburg.

De trouwe lezer van mijn blog wist al dat ik veel leer uit podcasts.
Iedereen kan je leraar zijn, vandaag was dat Barbara Serafian.
Het antwoord waarmee ze op de proppen kwam na haar diepgaand denkwerk over bovenstaande vragen? FOKKOF!
Het is haar levensmotto. Ze legt uit: “Dat betekent eigenlijk gewoon: het is genoeg. Ik ga stoppen met keihard mijn best te doen voor mensen die het niet begrijpen, ik ga stoppen met mezelf te saboteren en af te straffen, ik ga stoppen met niet te geloven in dingen die wel mogelijk zijn.”
“Als je niet wil behagen, niet wil doen alsof, komt er zo veel ruimte vrij voor een ernstige dialoog. Fokkof is een pleidooi om even niet te behagen en je eigen demonen te overwinnen.”
Afsluiten doet ze met deze boodschap: “Wees niet bang om niet geloofd te worden“.

Dus: FOKKOF!
Het was Sartre die stelde: ‘Freedom is what you do with whats been done to you.’
Waarschijnlijk zei hij het niet in het Engels, maar wat is het belangrijkste? Gelijk hebben of gelukkig zijn?
De vraag stellen is ze beantwoorden

#kleingelukske

Het is pas tien uur en ik heb al twee kleine gelukskes op foto weten te vangen.

#kleingelukske: koffie met Wim op het tuinkamerterrasje (en hopen dat de haarspelden mijn weerbarstig haar getemd krijgen ?)

Vuilzak vindt wodkafles

Vandaag: één podcast, één vuilzak. Waarin deze keer als opvallendste vondst een (lege) literfles wodka.
En dan eindigen met Abba als laatste keuzenummer van de gast van deze podcast, Anne Teresa De Keersmaeker.
Veel beter.
Zie je wel? Zwerfvuil ruimen helpt tegen muizenissen allerhande.
Ook tegen rugpijn trouwens ?

Vuilzak vindt boodschappenlijstje

De duur van één podcast: drie volle zakken zwerfvuil. Toegegeven, de podcasts van Touché zijn bijna twee uur lang en deze aflevering met Leuvens burgemeester Mohamed Ridouani was uiterst beluisterenswaardig, maar dan nóg, DRIE volle zakken zwerfvuil! Dat is toch bij de beesten af?
Maar samen met het zwerfvuil langs de fietssnelweg, heb ik ook weer wat zwerfvuil in mijn hoofd kunnen opruimen. Want naar aanleiding van een recente uitnodiging voor een feestje, zijn de littekens van mijn ontslagtraumaatje weer gaan jeuken. Het blijft zo oneerlijk: ik ben hard afgestraft voor een al bij al onschuldig blogje dat ik inderdaad niet had moeten schrijven (de echte fout was dat ik veel te lang over mijn grenzen heb laten gaan), maar de daders komen gewoon weg met alles wat ze mispeuterd hebben en gedijen vrolijk op feestjes in mijn buurt waar ik me dus niet meer vrij kan bewegen.
Van de psycholoog bij wie ik hulp zocht destijds, leerde ik dat hoogsensitiviteit vaak gepaard gaat met een hoog rechtvaardigheidsgevoel. Dat was een nuttig leerpunt, maar in het echte leven niet altijd handig om mee behept te zijn. Het leven is namelijk eerlijk noch rechtvaardig. En dan ben ik nog bij de gelukkigen voor wie het leven tot op heden al bij al mild is geweest.

Bovendien ben ik teveel een gevoelsmens om op zo’n feestje zorgeloos rond te fladderen als de mensen die mij als een vuilzak op straat gezet hebben er rondlopen. Hoe gedraag je je dan? Een vuilzak communiceert niet hè, die heeft geen weerwoord. (Veel mensen zullen trouwens in de lach schieten als ik mezelf hier omschrijf als een gevoelsmens, maar het is waar, ik voel veel. Altijd. Beetje vermoeiend soms ja.) Sommige mensen hebben het grote voordeel dat rondfladderen en doen alsof er niets aan de hand is, een tweede natuur is. Sterker nog, ze geloven het wellicht nog ook, dat er niets aan de hand is. Ik kan dat niet.

Loslaten dus. Dat gaat over het algemeen heel goed, want er is me zoveel goeds komen aanwaaien in het laatste jaar. Zoveel fijne mensen, zoveel goede ervaringen, zoveel warmte.
Maar door dat feestje nu, stuit ik weer tegen de muren van onrechtvaardigheid en hoe daarmee om te gaan.
Loslaten klinkt mooi, hoe doe je dat?
Mindfulness helpt in ieder geval. Mindfulness is leren varen tussen twee klippen. De ene klip is overspoeld worden door datgene waar je mee zit, de andere is wegkijken, niet zien, niet willen zien, doen alsof het er niet is.
Dus oefen ik in het varen tussen die twee klippen. Al zwerfvuil ruimend en luisterend naar prachtige interviews lukt dat wel.
Een babbel met een paar andere zwerfvuilruimers onderweg doet deugd. En het boodschappenbriefje dat ik aan de kant van het fietspad vind, is bijna aandoenlijk: brood, beleg (?), fruit, groene thee, koffie, chips.
De chips lijkt een uitspatting in een verder geheel ascetisch leven.

Eén podcast en drie vuilzakken verder, is er weer genoeg ruimte om mijn zegeningen te tellen. Hoe blij ik ben met mijn nieuwe supergoeie wandelschoenen, hoe mijn Achillespeesontsteking door die nieuwe stapschoenen (én door de kiné én door mijn voeten veelvuldig in koude riviertjes te baden) zoveel verbetert, hoe heerlijk wandelen het weer was in de Oostkantons de afgelopen drie dagen met mijn man, en hoe fijn het is dat straks de kindertjes weer thuis komen om samen rond de lange tafel te eten en te vertellen.

Het wandelen en luisteren heeft ook weer inspiratie geleverd voor een blogje. En dat is maar goed ook, want schrijven helpt altijd. Als ik me neerzet om wat zinnen neer te pennen, zie ik dat de punt van het potlood dat ik bij me had afgebroken is. Typen op de telefoon doe ik niet graag, pennen neem ik niet mee in de fietstas want die drogen toch maar uit, dus spreek ik de zinnen in in de dictafoon app. Note to self: volgende keer een vulpotlood in de fietszak steken.
Al prikkend en pokend ruim ik de laatste resten van een feestje op (blikjes cola en limonade, een ijsstokje, een Calippo, vuurwerk, een zakje wiet en een zakje van de apotheek – preventief tegen de hoofdpijn na het feestje?), en fiets naar de Zwaluwhoeve voor een doos van hun heerlijke ijs. Omdat de kinderen daar zo gek op zijn.
De rol zwerfvuilzakken die ik bij had, is helemaal op.
En als vanavond de ijsdoos leeg is, ruim ik die gewoon zelf op. Er is al genoeg zwerfvuil in het leven.