8 à Huit

Puffend zijg ik neer op een bankje bij het kerkje van Daglan. Het uitzicht dat ik heb, is alweer niet anders dan – excusez le mot – pittoresk te omschrijven. Alle wegen in de Dordogne lijken van postkaart naar postkaart te leiden. Even afkoelen van het fietsen en het tomaathoofd tot zijn normale kleur laten bekomen.

Mijn oog valt op het pand schuin tegenover me: de lokale 8 à Huit-supermarkt. Ik drink wat water. Zelfs het water is warm geworden in mijn fietstas. Maar ik zit goed en heb alle tijd van de wereld. Op mijn gemakje bekijk ik de mensen die de supermarkt in- en uit lopen. Uit tasjes en manden puilen trossen dikke tomaten, stokbrood en kroppen sla. Er wordt gesjouwd met flessen melk en wijn.

Vreemd… ik voel geen enkele behoefte zelf de winkel in te lopen en op zoek te gaan naar lekkers. Nochtans is dit een zeldzaam vrij moment in deze actieve schrijfvakantie. Niks voor mij. Normaal zou het zo gaan: hele dagen ‘opgescheept’ zitten met anderen leidt bij de eerste de beste gelegenheid tot rooftochten naar snack- en snaaigerief. Weinig alleen kunnen zijn, mondt meestal uit in stiekeme snoepaanvallen ter compensatie.
Ik grinnik inwendig bij de vaststelling dat ik deze keer geen greintje behoefte voel aan dat patroon.

Dat ik in de chambre d’hôte waar ik verblijf zo goed verwend wordt, heeft daar zelfs niets mee te maken. Rooftochten zijn niet gerelateerd aan mijn voedingstoestand. Die sowieso al niets tekortkomt, maar daar hebben we het nu niet over. Ik praat over het verschil tussen ‘voeden’ en ‘vullen’. Vullen doet een mens wanneer hij zich in voeden tekort heeft gedaan.

Dezelfde vreemde ervaring heb ik gedurende de hele rest van die schrijfweek in Frankrijk. Ik verblijf in de enige gastenkamer die het huis rijk is, dus ook mijn gastheer en -vrouw, Ed en Asjha, zitten zowat vierentwintig uur per dag met mij opgescheept. Nou is de tuin enorm, dus we hoeven met zijn drieën bepaald niet op elkaars lip te zitten, maar toch… geen moment bekruipt me het bekende gevoel dat ik nu wel even klaar ben met social talk en een poos niemand wil zien. Omgekeerd voel ik ook nergens dat Ed en Asjha mij nu liever kwijt dan rijk zijn voor een paar uur.

Wat gebeurt hier?

Awel, daar heb ik zo mijn theorie over. Dit is pure ‘mens sana in corpore sano’ in actie. Bewegen houdt het lijf gezond, schrijven houdt de geest lenig en gelukkig.
Na een dag spreekuur is dat toch even anders dan na een dag schrijven…

En terwijl ik zo op dat bankje zit te mijmeren met mijn gezonde mens in mijn corpus sanum, rolt het metalen rolluik van de 8 à Huit met veel gekletter naar beneden.
De klok slaat zeven uur.

(Deze tekst verscheen eerder op Medisch Contact – medischcontact.nl)

geruste ziel

Zodra ik de telefoon weer aanzet na de schrijfles van vanochtend, rollen de bliepjes en piepjes binnen. Eén gemiste oproep van Dominique. Dan een gemist WhatsAppje: ‘Heeft Stella zin om te komen spelen? Welkom tot 17u, zwempak meenemen.’
Het volgende WhatsApp bericht laat aan duidelijkheid niets te wensen over: Lees verder

flapkuiten

IMG_0755.JPGTegen het einde van deze week heb ik kuiten om U tegen te zeggen. Ik bivakkeer een week  in het pittoreske plaatsje Campagnac-lès-Quercy in de Franse Dordogne. Een week schrijfvakantie in een postkaart van een dorpje. De postkaart blijkt echt. De hoogteverschillen ook.  Lees verder