Kei van een wijffie

Ah sè, da sè, hie sè, hier zitten ze, de genieters. Mensen – mostly women – die op een doordeweekse ochtend uitgebreid zitten te ontbijten in een tentje dat ik al een tijd eens wilde uitproberen sinds ik het gespot had onderweg in de bus naar Leuven.
En kijk voilà, hier zit de beau monde die dapper stand houdt temidden van alle onheilstijdingen waar kranten, journaals en andere media ons mee overspoelen. Tafels vol gezellig kwebbelende vriendinnen, collega’s, families. Gouden coupes vol vers fruit, glaasjes champagne, verse toast, zalm, uitgelezen kaasassortimenten, zachtgekookte eitjes, kannen vers fruitsap, alles wat hun hartje maar begeert … 

Woord van het jaar, volgens CM voorzitter Luc Van Gorp in zijn voorwoord in magazine ‘Leef’? ‘Uitgeput’. ‘We ervaren het onderhand allemaal. Als we ons vandaag uitgeput voelen, heeft dat lang niet alleen met de tijd van het jaar te maken. Het is geen vermoeidheid die we te lijf kunnen gaan door een paar dagen uit te slapen,’ schrijft hij.
Chef De Morgen Magazine Marjolijn Vanlembrouck haalt een paar WhatsApp-conversaties met vrienden aan over datzelfde donkere dagen gevoel:
‘Moe en somber. Dat weer… Precies toch wat gevoelig aan.’
‘Net een lang bad met lavendelolie genomen. Doesn’t change shit.’
‘Niets helpt om te ontdooien’, schrijft ze.
Maar hier zitten dus nog mensen die géén last (lijken te) hebben van de alomtegenwoordige teneerdrukkende doemberichten?

Een mens zou er jaloers van kunnen worden.
Of er bewondering voor kunnen hebben.
Of gewoon binnenstappen voor een cappuccino, want de zon schijnt en ik heb tijd voor een gestolen momentje tussen de huisbezoeken door.  

De kers op de taart: de gastvrijheid van de twee niet meer zo piepjonge dames die de tent runnen. Als een van beiden me mijn koffie brengt, verontschuldigt ze zich dat er vandaag geen krant is.
‘Geen nood’, antwoord ik haar, ‘want die heb ik zelf bij op mijn tablet.’
‘Maar we hebben wel de Humo, als u wil.’
‘O, hebt u dan misschien nog die van twee weken geleden liggen, met het interview met Liesbeth Van Impe?’ vraag ik haar. Dat interview wou ik namelijk al een tijd lezen, omdat ik dat mens keihard bewonder sinds ze ‘Chemodag is de beste dag van de week’ schreef.
‘Ik zal eens achter gaan zien, misschien ligt die nog bij het oud papier’, antwoordt ze.

De tent zit afgeladen vol, maar doodgemoedereerd gaat ze op zoek en komt even later terug met het betreffende blad.
Ik ben helemaal onder de indruk van zoveel vriendelijkheid, maak dat mee!

Het interview is ook weer top, wat is die Van Impe toch een ‘kei van een wijffie’ zoals mijn vader zaliger dat placht te zeggen.
Als dat wijffie in het interview ook nog eens een paar rake levenswijsheden debiteert, genre ‘Een gouden stelregel in het leven: de meeste mensen zijn helemaal niet zoveel met jou bezig als je zelf denkt. De evenaar loopt heus niet door je gat’, daalt er een heerlijke rust over mij neer op deze doordeweekse werkdag. Het zijn zaken die ik allemaal wel weet maar waarvan het nooit slecht is er nog eens aan herinnerd te worden. Een wijze vrouw, die Van Impe.

Ja, we hebben remedies nodig tegen de somberheid.
Mijn tip: een cappuccino, een goed interview en adempauzes tussen uw werk door om deze goede zaken tot u te nemen. Maar een uitgebreid ontbijt met champagne en fruit in gouden coupes sla ik ook niet af.

Zwerfgeluid

‘Willen de passagiers daar op de laatste bank hun GSM’s afzetten alstublieft?’
De buschauffeur heeft zijn bus aan de kant gezet om de achterste bank toe te spreken. ‘Ofwel gebruik je oortjes, ofwel zet je het geluid af. Als ik hier naar ieder geluid verplicht moet meeluisteren, ben ik helemaal doorgedraaid aan het einde van de dag. Dat is voor niemand leuk. Niet voor mij en niet voor uw medepassagiers.’ Hij spreekt met luide stem maar verder is het een rustige evenwichtige preek.

Beste buschauffeur, ik voel helemaal met u mee. Zelf kan ik er ook niet tegen. Ik neem graag de bus, maar al dat oeverloos gebel op de bus, dat gebliep van binnenkomende berichten en het blikkerige geluid van alle mogelijke TikTok- en andere filmpjes, zet mijn zenuwen op scherp.
Natuurlijk zorg ik altijd dat ik een noise cancelling koptelefoon op heb, maar weet u wat, dat geluid komt daardóór. Ik kan letterlijk hele telefoongesprekken volgen. Of dat meisje dat gisteren elke tien seconden haar neus ophaalde, ook dat houdt mijn koptelefoon niet tegen.

Muzikant Max Colombie vandaag in de weekendkrant: ‘Brussel was te hard voor mij, te luid, te veel indrukken. Door in Kortenberg te gaan wonen, besef ik dat ik liever een miljoen fluitende vogels hoor dan tien babbelende mensen.’
En Max, de buschauffeur, en ik zijn zeker niet de enigen.
Is een beetje geluidsetiquette niet vanzelfsprekend? Dat je anderen niet ongevraagd gaat zitten hinderen met je GSM-geluiden en je oeverloze – inhoudsloze? – telefoongesprekken, dat lijkt mij toch de evidentie zelve?
Helaas niet voor iedereen. Net als met zwerfvuil, strooien mensen ook hun geluidshinder overal in het rond, zonder rekening te houden met de medemens.

Spijtig. Maar verder heb ik erg genoten van mijn uitstapje gisteren. Ik zag een geweldige film: ‘Triangle of Sadness‘ en moest me op de terugweg inhouden om niet in lachen uit te barsten tijdens het luisteren naar de podcast die mijn me getipt had: ‘My dad wrote a porno’. Hi-la-risch.
Doe wel oortjes in. En houd uw lach in. Als dat lukt tenminste. Anders boel met de buschauffeur.