Zwie zwa zwem ~ het dopamineshot

‘Ik heb geen greintje medelijden met je.’
‘Dit heb je helemaal jezelf aangedaan.’
Nee, veel aanmoediging had ik van mijn liefhebbende echtgenoot niet te verwachten, en gelijk had hij natuurlijk, ik had er helemaal zelf voor gekozen toen ik me aan het einde van de zomer inschreef voor een workshop ‘Koud & krachtig’. Pas toen de datum daarvoor eind november naderde, begon ik er spijt van te krijgen. Brrrr, zwemmen in de zee is zalig ja, IN DE ZOMER! Dus toen we vorig weekend langs het strand wandelden en ik keer op keer rilde bij het idee een week later in diezelfde zee te liggen dobberen, kaatste Wim me gezwind mijn overmoed terug: ‘Ik zal eens goed lachen als ik je daar zie rillen van de kou.’

Het idee voor die workshop kreeg ik na het beluisteren van de Grensverleggers-podcast aflevering met Haïke De Vlieger, waterrat, kinderpsychiater en kanaalzwemmer. Toen leek het een geweldig idee, maar gaandeweg ging ik er steeds meer tegenop zien. Waarom wou ik dit ook weer zo nodig? Waarom moet ik toch altijd van die rare dingen doen? Goed gek, ja.
Dus toen afgelopen week de mail van Haïke kwam met alle nodige info en de betaalinstructies, heb ik snel de centen overgemaakt, zodat ik nu wel echt moest gaan.
Waarna ik gisterenavond om de haverklap mijn mail checkte om te zien of de workshop alsnog niet afgelast zou worden vanwege de stormwinden die langs de kust raasden. Maar niks hoor, geen mail, geen annuleringen, zwémmen zouden we!

Zo stonden we dus vanochtend met een clubje wat te rillen op de zeedijk van Oostende, terwijl Haïke ons wegwijs maakte in de genoeglijke effecten van koudetherapie. Een dopamineshot van 250% en een portie zelfvertrouwen om u tegen te zeggen beloofde ze om ons tot deze zelfkastijding te verlokken. Nu was ik al geen katje om zonder handschoenen aan te pakken, maar Haïke belooft ons dat dat katje een leeuw ziet als ze na deze duik in de spiegel kijkt.
Verder houdt ze ons nog de wortel van een ’total reset’ voor de neus, alsmede ‘het als sneeuw voor de zon verdwijnen van je to-do-lijstje’.
Wabliefteru?? Daar moet ik zijn!! Kom maar op met die koudetherapie.

Twintig minuten zijn we vervolgens in de woeste golven gebleven. Ik ging een paar keer kopje onder, kreeg een vinger in mijn oog, verloor een lens en leerde dat een tankini niet de handigste badkleding was voor dit ruige water, maar al bij al was het een geweldige belevenis.
Koud heb ik het amper gehad – het zeewater was met zijn 10,9°C warmer dan de buitentemperatuur – alleen mijn voeten werden gevoelloze klompjes waardoor ik ook nog eens een teentje verstuikte.

Aankleden was nog het moeilijkste van de hele onderneming, die wat mij betreft absoluut voor herhaling vatbaar is. Wie gaat mee? Allen daarheen!

Laatste bericht uit de erker ~ Introverte vuilnismannen

Martine en Ingrid, u kent ze als bloggers, corresponderen ook met elkáár - al dan niet via hun bonte beestenboel - over wat het dagelijks leven met hen doet. En het aardige is: u mag allemaal meelezen.

Zouden er geen introverte vuilnismannen bestaan?
En dan bedoel ik niet die van het muurbloempjes-soort, maar de introverten in de betekenis die de Meyers Briggs Type indicator geeft aan het begrip introvert: degenen die hun energie halen uit stilletjes hun eigen ding doen en zelden gedijen bij lawaai.

Daar dacht ik aan toen ik de vuilniskar op een ochtend in onze straat zag passeren met altijd die luide schelle muziek erbij.
Wat denk jij, Ingrid? Zouden er ook vuilnismannen zijn die liever zonder muziek zouden werken? En mogen ze dat dan? En wat denkt jouw vis?
Heeft jouw vis het slechte nieuws uit mijn vorige blog al verwerkt? Over die lawaaivervuiling die zich ook al ónder water voltrekt?

Lawaaivervuiling is er blijkbaar niet alleen overal, maar is ook van alle tijden, zo leer ik uit de inspirerende artikelenreeks De Oorzaak in De Morgen over het thema geluid, die maar niet ophoudt met graven en spitten naar alle aspecten van geluid, lawaai en stilte in deze wereld.
Al in 1800 waren er actiegroepen die de noodklok luidden over het toenemende lawaai in de samenleving, verzet tegen lawaai is blijkbaar van alle tijden.
‘In het Londen van koningin Elisabeth I, in de zestiende eeuw, stonden er gevangenisstraffen op nachtelijk hoorngeschal en ‘een plotselinge schreeuw in de stilte van de nacht’, lees ik bijvoorbeeld in dit artikel, en Charles Baudelaire had na een bezoek aan Brussel in een pamflet zijn beklag gedaan over het lawaai in die stad. Zelfs aan het geblaf van de honden ergerde hij zich, wat de journalist van dit artikel doet besluiten dat schrijvers klaarblijkelijk de spreekwoordelijke kanaries in de koolmijn waren, ‘want min of meer in dezelfde periode beplakte Marcel Proust de muren van zijn slaapkamer met kurk, ten einde raad door de verbouwingswerken bij de buren, en drukte Franz Kafka de wens uit om eindelijk, eindelijk, eindelijk een hotelkamer te vinden die hem zou toestaan “zich af te zonderen, niets te zeggen, plezier te scheppen in stilte en ’s nachts te schrijven’.

Daarop volgde de oprichting van de Society for the Suppression of Unnecessary Noise, ‘niet zozeer een vereniging tegen lawaai, want veel lawaai is onvermijdbaar, maar wel tegen onnodige geluiden.’
En ook zeer interessant in dit artikel: filosoof Theodor Lessing vond lawaai ‘een teken van onvolwassenheid. Als individu, maar ook als samenleving. Naar zijn gevoel plaatsten burgers in de jongere westerse samenlevingen hun persoonlijke, biologisch gedrag nog te gemakkelijk boven het belang van het collectief, terwijl in de oudere oosterse beschavingen stilte al wel als een kenmerk van zelfdiscipline en wijsheid werd beschouwd.
In één adem uitte Lessing kritiek op het materialisme, de individualisering en het consumentisme dat hij rondom hem volop op gang zag komen. mensen raken gemakkelijk verslaafd aan producten en de meeste van die producten maken lawaai, daar kwam het volgens Lessing op neer. Het lawaai van de stad, vond hij, was “de wraak van hen die met hun handen werken op hen die met hun hoofd werken en hen wetten opleggen.”‘

Het verhaal eindigt ermee dat er toen al stiltedagen en stilteweken gehouden werden om het publiek de kracht van stilte – toen al stilaan een zeldzaam goed – aan den lijve te laten ondervingen en een soort ‘lawaai-etiquette’ bij te brengen.

En dan was er nog Adriaan Fokker die stelde: ‘De demon van het geraas moet worden bestreden met een nieuw beschavingsoffensief. Lawaai is altijd een teken van slechte machines of van slechte manieren.’

Daar kan ik het niet hartgrondiger mee eens zijn.

Dit was de laatste dag in de erker, ons vakantietje Zuienkerke zit erop. We hebben Ciarán zien passeren maar gelukkig ook een prachtige droge zonnige dag gehad, een flinke strandwandeling gemaakt, steengoeie garnaalkroketjes gegeten in ’t Werftje, de zonsondergang op een haar na gemist omdat er plots een wolkendek over de hemel gleed en ook vermeldenswaard ter aanvulling op het vorige Bericht uit de erker: na de derde saunaronde heb ik me alsnog in de buitendouche gewaagd. Dat viel buitgengewoon goed mee. Tot mijn telefoon en bril van de houten schutting gleden. Mijn telefoon zat gelukkig in een waterdicht zakje, maar die bril was erger – stel je voor dat ik erop trapte voor ik hem terugvond in het donker en die berg herfstbladeren op de grond. Maar met het lampje van de gsm is ook dat gelukt en zo viel er vanuit Zuienkerke niks dan goeds te melden. En wat was het er stil. Ik wed dat zelfs de vuilnismannen hier in stilte hun werk doen.

De grote vragen van het leven.

In het leven zijn er dingen die ik doe en dingen waar ik over schrijf.
Dingen die ik doe maar waar ik zelden over schrijf: werken, mediteren, lezen, eten, plasma geven, yoga en praten met mijn kinderen. Dingen waar ik over schrijf: zwemmen, wandelen, de kat en de hond, uitstapjes met ons busje, mijn kinderen toen ze nog klein waren en het nog niet erg vonden dat ik over ze schreef.
Toch zou ik soms beter wél schrijven over de dingen die ik doe zonder dat ik erover schrijf. Over dat mediteren bijvoorbeeld. Laatst hoorde ik namelijk acteur Peter De Graef (die al heeeeel veeeeeel meditatie-uren op zijn teller heeft) over mindfulness, en dat was zo inspirerend dat ik de pen dan toch ter hand genomen heb en de opgedane kennis bij deze graag met jullie deel.

Drie zaken trokken mijn aandacht: het introductietekstje in de nieuwsbrief dat interesse voor zijn lezing moest wekken, de theorie over de drie soorten van kennen die de acteur uit de doeken deed en het schoeisel waarmee de heer De Graef het podium besteeg.

Het intrigerende introductietekstje knip en plak ik hier rechtstreeks van de site van de Mindfulnessvereniging, die de lezing organiseerde, want meer to the point dan dit wordt het niet.
De titel van de lezing was: Het verhaal waarin we leven. En de tekst daarbij luidde als volgt.
‘We hebben allemaal, vaak zonder dat we dat weten, een verhaal verzonnen over hoe alles ineen zit. Een verhaal waarin de grote vragen van het leven worden beantwoord of op z’n minst een plaats krijgen. Wie ben ik? Is er leven na de dood? Wat is de bedoeling van het leven? Bij ieder mens komen die vragen langs en worden ze behandeld. Al is het alleen maar in de zin van: Dat is een mysterie. Dat kunt ge niet weten. Om op die manier de handen vrij te hebben en zich bezig te kunnen houden met wat we wél kunnen weten. – carrière, relaties, zonnepanelen, barbecuerecepten etc. – Wàt ook het verhaal is dat we onszelf vertellen; van één ding kunnen we zeker zijn. Het is niet waar! Het klopt niet!? Geen enkel verhaal! Van niemand! Toch gebruiken we dat innerlijk verhaal als richtingaanwijzer, als kompas waarmee we in het leven orienteren. We navigeren dus op een kompas dat niet klopt. Wat is daar aan de hand!?’

Zeg nu zelf, dat is een goede vraag, nietwaar? ‘Wat is daar aan de hand?’
Niet dat ik het ná die lezing nu wel weet, maar zeker weten dat het verhaal dat we onszelf voortdurend vertellen niet klopt, dat alleen al maakt ons wijzere en bewuste mensen. Je trapt er niet meer zomaar in, in al die verhalen die we onszelf wijsmaken. Geloof niet wat je denkt, het is de waarheid niet.
En of wat we vervolgens denken te weten over carrière, relaties, zonnepanelen en barbecuerecepten de waarheid is, ook daar valt nog wel een boompje over op te zetten.

De introductietekst had me zo nieuwsgierig gemaakt om te gaan. Punt twee dat die middag vervolgens mijn aandacht trok: de drie soorten van kennen waarover wij als mens beschikken, maar waarvan we er meestal maar één gebruiken en vertrouwen: het kennen en weten van het brein. De wetenschap, de theorieën, de boekenwijsheid…
Daarnaast bestaan er nog wijze vormen van kennen en weten, maar die blijven meestal onderontwikkeld en vooral onbenut. Met name de wijsheid van het hart: onze intuïtie, en de wijsheid van ons lichaam: ervaring. Mindfulness en meditatie brengen ons precies daarmee terug in contact, herstellen de verbinding met die sterke vormen van kennen en versterken die wijsheid om gezonder, bewuster en gelukkiger in het leven te staan.
Peter De Graef had voor deze theorie van het kennen zijn mosterd gehaald bij Steiner. Ik vond het bijzonder boeiend en vooral herkenbaar: door al mijn jaren mindfulness en zen heb ik ervaren hoeveel wijsheid ons lichaam te bieden heeft. En hoe weinig gebruik we daarvan maken. Met mindfulness valt daar een wereld te winnen.

En dan was er nog één detail dat mijn aandacht de hele middag vastgehouden heeft: de blauwe Crocs die De Graef met zwierige flair droeg onder zijn mooie blauwe kostuum met daaronder wit hemd en wit giletje.
Een mens die Crocs kan dragen onder zijn kostuum zonder zijn geloofwaardigheid te verliezen, ook dat is het mysterie.

Berichten uit de erker ~ Ciarán

Martine en Ingrid, u kent ze als bloggers, corresponderen ook met elkáár - al dan niet via hun bonte beestenboel - over wat het dagelijks leven met hen doet. En het aardige is: u mag allemaal meelezen.

Knusjes ingenesteld tussen de kussens in het erkertje van ons tijdelijke HomeExchange huisje in Zuienkerke, kijk ik uit over de tuin waarin storm Ciarán woest tekeer gaat. De takken van de enige boom midden in de tuin worden gegeseld door de storm en struiken zwiepen heen en weer. Naast me staat een flinke kop thee, er ligt een stapeltje boeken, de krant op de iPad, en mijn laptop heb ik op schoot.  Gelukkig hoef ik helemaal nergens naartoe. 
Hond Billie logeert bij Marie (jaha, wij bloggers stick together) en rosse Sam is gewoon thuisgebleven en krijgt haar natje en droogje van buurman Boudewijn. Wat moet een mens zonder Maries en Boudewijns?

Het is alweer een tijdje geleden dat ik geschreven heb, waar waren we gebleven? Oh ja, bij de thema’s lawaai, stilte, rust en dieren. De Morgen blijft artikelen over deze thema’s spuien in de reeks De Oorzaak. Daardoor ben ik weer een illusie armer. Ik verkeerde namelijk in de zalige veronderstelling dat Ingrids vis door zijn natuurlijke habitat in het water gespaard mocht blijven van de gruwel van onze lawaaierige buitenwereld. Quid non. Op maandag 30 oktober stond er namelijk deze kop boven een nieuw artikel: ‘Lawaai onder water. hoe geluidsoverlast de walvis parten speelt’.

Nee, echt?? Is het ook ónder water al om zeep met de rust in deze wereld? Heeft zelfs Ingrids vis geen rust meer in zijn leven?
Waar moet het heen, waar moet het heen?
‘Straks klinkt de oceaan voor een walvis als een rumoerig café’, zo stond er te lezen. De hoop dat er dan tenminste érgens op de wereld nog rust heerst, al is het dan onder water, kan bij deze ook op de schroothoop.
En het is waar. Ook als ik ga zwemmen (sorry, hier beginnen mijn thema’s geluid/lawaai en zwie-zwa-zwem een beetje door elkaar te lopen, maar ook dat komt door Ingrid, ik leg het je zometeen uit) is er steeds minder rust.
Onder water valt het nog wel mee, maar als je zoals ik schoolslag zwemt, breng je minstens de helft van je zwemtijd door bóven water, en daar is er veel geluid, lawaai en drukte. 
Ingrid raadde me naar aanleiding van mijn zwie-zwa-zwem-reeksje het boek De zwemmers van Julie Otsuka aan. Daar ben ik gisterenavond in begonnen hier in ons HomeExchange huisje in Zuienkerke. Eerst kregen we de kachel niet aan de praat, maar toen het vuur daarin eenmaal lekker knetterde, raakte ik ook op dreef in het verhaal.

Grinnikend van de pret las ik deze zin: ‘Mensen voor wie je moet uitkijken: agressieve baantjestrekkers, verbeten trappelaars, onbekommerde rugslagzwemmers, en ‘mannen van middelbare leeftijd die per se moeten versnellen zodra ze merken dat ze bijna ingehaald worden door een vrouw’.
Zo herkenbaar! Ik denk zelfs dat ik er ooit zelf al over heb geschreven.
Otsuka adviseert ook uit de buurt te blijven van de competitieve crawlers, en ook dat advies kan ik alleen maar onderschrijven nadat ik me voor de zoveelste keer verslik in een golf chloorwater door de deining die zij veroorzaken.
In de sauna na het zwemmen, is stilte ook een steeds schaarser goed. Zelden ben ik er alleen, en dat is helemaal niet erg want de sauna van het zwembadcomplex is er voor iedereen, maar hoe heerlijk zou het zijn als mensen daar gewoon hun mond hielden! Een sauna is geen babbelplek, het is een oord van rust en stilte.
Wat dat betreft, heb ik vandaag geluk: in het huisje hier in Zuienkerke is een sauna, en aangezien mijn Wim daar een hekel aan heeft, weet ik één ding zeker: vandaag ben ik zeker alleen in de sauna en zal er niets dan rust heersen, terwijl de storm buiten voortraast. Of ik na de sauna gebruik zal durven maken van de buitendouche, dat is weer een ander paar mouwen. Ciarán trotseren zal meer moed vergen dan ik in mijn lijf heb, en de storm is nog niet eens op zijn hoogtepunt, die gaat in de volgende uren nog aan kracht winnen, zo lees ik op de nieuwssites.

Maar terug naar de stilte en de vissen voor wie er net als voor ons mensen steeds minder van over blijft. Bij hen blijkt het een onverwacht effect van de klimaatverandering: door onze uitstoot van CO2 wordt het oceaanwater steeds een beetje zuurder. En omdat geluid in zuurder water volgens de wetten van de natuurkunde iets minder wordt afgeremd, draagt het geluid van bijvoorbeeld scheepsschroeven in een steeds zuurdere oceaan ook steeds verder. Voor het hele artikel kan je hier terecht, maar ondertussen blijf ik hier wel vol medelijden zitten in mijn erker (note to self: zo’n erker op de wish list van ons volgende huis zetten). Arme vis van Ingrid, arme walvissen en arme boom daarbuiten in de storm.
Ik denk dat ik nog maar een kop thee neem en heb te doen met Marie. Het is geen weer om een hond door te jagen.