Lieve Ingrid,
Mannen in kilts. Ik heb ze gezien in alle soorten en maten, ik heb ze gesproken, ik heb ze bewonderd. Het heeft toch iets, ik mag ze wel, ja, ik vind ze mooi.
Grappig ook hoe ze in die historische klederdracht toch helemaal bij de tijd zijn: hun gsm bergen ze na gebruik netjes op in het bijbehorende tasje dat ze onder hun buik hebben hangen. Gelukkig is dat geen halve otter meer zoals vroeger, zo zag ik in Dunvegan Castle.
In dat kasteel leerde ik ook veel bij over dat hele clangebeuren waar Schotland van doordrongen is. Een McDonald, een MacKenzie of een McPherson zal vanaf nu voor mij nooit meer zomaar een McDonald een MacKenzie of een McPherson zijn.
Een ideale gelegenheid om meer bij te leren over de lacune in jouw en mijn kilt-kennis diende zich aan toen ik met een groepje jonge mannen in kilt aan de praat raakte op een trouwfeest in Cottiers in Glasgow, een kerk die nu een feestzaal annex pub is. Zij waren al goed in de wind en kwamen afkoeling zoeken in de bar waar Wim en ik ieder met een enorme pint Lager voor onze neus, een hapje zaten te eten.
De ideale gelegenheid voor dé vraag. What’s under the kilt?
Ik heb Google searches gedaan, ik heb rondgesnuffeld in boekhandels en giftshops, ik vond pin-up- en yogakalenders van gespierde mannen in kilts, er lagen stapels kookboeken van mannen in kilts en natuurlijk hingen er kilometers rekken vol kilts in alle mogelijke clan tartans.
Maar de vraag heb ik niet durven stellen.
Die Belgische subassertiviteit toch hè, die trouwens nergens voor nodig was, want op elke vraag die we stelden aan eender welke Schot, kregen we vriendelijk en zeer uitgebreid alle mogelijke info die we maar wensten. Dat hebben we meermaals ondervonden. Wat een fijn volk.
We hadden het ook kunnen vragen aan al die queers en dragqueens in Glasgow na de pride die er net gepasseerd was.
We hebben onze ogen uitgekeken en veel blote poepen gezien. Bijna blote poepen toch, want veel billen zaten in zo weinig stof verpakt dat je in een onderbroek nog aangekleder voor de dag kwam.
Een blote poep onder een kilt hebben we echter niet gezien en een bezoek aan Highland games is er ook nog niet van gekomen. Het zal dus een intrigerend raadsel blijven, waarvoor we nog eens terug naar Schotland moeten.
Dat vinden we geen straf. Want wat hebben we weer genoten!
De highlights? Zwemmen in de Fairy pools op Skye en in Loch Lomond. De weergaloze uitzichten op kliffen, lochs en zeeën, met als orgelpunt Neist Point op het einde van de wereld. De whisky’s. Het verse brood en de koffiebar op Glennbrittle campsite, waar verder in de wijde omtrek geen winkel te bespeuren valt en waar 4G en wifi onbestaande zijn. De white sandy beaches van Big Sand en Red Point. De rit over de huiveringwekkende Bealach Na Ba pass die me een jaar van mijn leven gekost heeft van de schrik.
De paar dagen in een prachtig verbouwd boothuis aan het loch waar we ons alleen op de wereld waanden. En de minke whale en de dolfijnen die we zagen springen op de sea wildlife cruise vanuit Portree, al was het toen een grijze mistige dag en was ik een beetje ziek.
Oh ja, en de jelly babies waarover ik las in de boeken van Raynor Winn, wiens reisverhalen over haar lange afstandswandelingen in Schotland en Engeland ik voorafgaand aan deze reis verslonden heb.
Teveel om op te noemen.
En pas toen jij vroeg: ‘Is het niet te vroeg voor de heide?’, viel me inderdaad op dat elke dag dat we er waren de heide paarser begon te kleuren. Een local vertelde dat mei en september de beste periodes zijn om Schotland te bezoeken. Dat wisten we niet. Het weer was oké (onze norm daarvoor hebben we extreem verlaagd: in Schotland is een mens al blij als het vaak genoeg droog is) en de midges waren ook nog niet goed wakker, dat is dan misschien wel een voordeel van het feit dat we te vroeg waren.
Helaas heb ik je mysterie dus nog niet kunnen oplossen, mijn excuses daarvoor. Misschien neem ik volgende keer toch maar een huisdier mee, dan kan dat onder de kilt kijken als ik het weer niet durf vragen. We moeten toch terug om Ben Nevis te beklimmen, ook dat is er nog niet van gekomen.
We zitten nu op de boot terug naar huis. Benieuwd hoe we kind, kat en huis zullen aantreffen.
Groetjes aan je vis ondertussen en met veel plezier zet ik mijn onderzoek ondertussen voort. Want ik wil het wel weten, what’s under that kilt. 😜