Vleugellam

Red Bull blikjes stonden altijd al in de top drie van het zwerfvuil dat ik aantref, maar tegenwoordig vind ik ook de kartonnen verpakkingen daarvan: vier of zes blikjes tegelijk. Mensen snakken in deze tijd blijkbaar met een onstilbare dorst naar de vleugels die het blauwe blikje belooft.
Ik begrijp dat. Ik heb het ook.
De behoefte om onze vleugels uit te slaan wordt nijpend nu we al meer dan een jaar cirkeltjes draaien onder de kerktoren. Vlaanderen is maar een zakdoek groot, en dat laat zich steeds nadrukkelijker voelen.

Nu valt er nog genoeg te ontdekken, maar de wens om vleugels uit te slaan heeft meer te maken met ademruimte dan met aardrijkskunde.
Fysiek reizen was dan misschien verboden (gelukkig mag het nu weer en lonken ook de terrasjes al in de verte, dat maakt de zakdoek toch al iets ruimer) maar vooralsnog kan niemand ons verbieden om te reizen in de fantasie van boeken en films.
In de ongemakkelijke film ‘I’m thinking about ending things’, zegt het hoofdpersonage: ‘That’s why I like roadtrips so much: it reminds you that the world is bigger than the inside of your own head’.
Als ik niet oplet, vertoon ik ook nogal de neiging om verloren te lopen in mijn eigen hoofd. Dan verlang ik ook wel eens naar een paar vleugels om daaruit te ontsnappen.

Maar natuurlijk komen die vleugels nevernooitniet uit een blikje.
Sprookjes bestaan niet en voor vleugels moet je wat dóen.
Enkele suggesties: doe een goeie daad, maak iemand gelukkig, leer jezelf graag zien, verleg eens een grens, durf jezelf zijn, kweek een robuust en veerkrachtig zelfvertrouwen, verken en ontwikkel je talenten, wees creatief, wees dankbaar, tel je zegeningen, omring je met positieve mensen en loop hard weg van negatieve exemplaren, doe wat je graag doet en wat je voedt in plaats van vult, fiets, wandel, sport, beweeg, mediteer, … er is keuze te over.
Nog twee adviezen speciaal aan de Red Bull-drinkers: stop met Red Bull drinken, het is slecht voor je gezondheid en vleugels zul je er niet van krijgen. En als je het toch niet laten kan: geniet er binnenkort op een terrasje van. Dan hoef ik het blikje tenminste niet op te rapen. (Veel fiducie heb ik daar overigens niet in.)

Tjonge, wat een goeie adviezen allemaal, ik ben goed op dreef. Hoog tijd om ze zelf weer eens ter harte te nemen.
Het wordt tijd voor een roadtrip.

Beste hondenbezitter

Beste hondenbezitter,

Allereerst wil ik u feliciteren met de rijkdom van het bezit van een eigen hond. Een verstandige keuze. Wellicht gaat het om die reden met uw mentaal welzijn beter dan dat bij het gemiddelde lockdown-slachtoffer het geval is. U wandelt tenminste. U komt buiten. U moet wel. Ook als het regent. Dus ik mag genoegzaam aannemen dat het met u best wel çava gaat. Met uw hond gaat het ook goed, denk ik. In ieder geval met zijn stoelgang.
Daarmee raak ik het punt waarvoor ik met enige schroom pen en papier ter hand genomen heb om deze brief aan u te richten. Al wekenlang wordt mijn gemoedsrust namelijk verstoord door een raadsel. Sta me toe hier te schrijven dat ik u niet begrijp, en dat ik hoop dat u uw licht kan laten schijnen over het vraagstuk dat mij van mijn nachtrust berooft.
Het betreft het volgende. U gaat geregeld wandelen met uw hond, zo hoort het, daar zit het probleem niet. Als uw hond dan een kakje doet, dan raapt u dat netjes op in een hondenkakzakje. Zo hoort het ook en tot zover ben ik helemaal mee.
Maar waar ik vervolgens met de pet niet bij kan, is dat u dit kakje, met zakje en al, ergens in het decor werpt.
Als vrijwillig zwerfvuilraper zijn de kakjes-in-zakjes mij een doorn in het oog. Hoe is het mogelijk dat een mens zijn hond uitlaat, het kakje in het zakje dropt en het vervolgens wegsmijt? Ik probeer u echt te begrijpen, ik zou het doodgraag willen snappen, maar het blijft me een raadsel.
Ik weet dat u zal argumenteren dat er niet genoeg vuilbakken staan en dat u geen zin hebt om het kakzakje de hele rest van de wandeling bij u te dragen – de hond doet zijn gevoeg wellicht meestal in de eerste kilometer van de wandeling – maar sta me toe dit onzin te noemen. Als u moeite doet om uw hond uit te laten, kan u ook moeite doen om een oplossing te vinden voor dit mineure probleempje. Volgens mij omvat de zorg voor een hond grotere problemen dan hetgeen hier ter tafel ligt, en schijnbaar bent u in staat geweest om ook die problemen op adequate wijze het hoofd te bieden, anders had uw hond al lang het loodje gelegd.
Het leven is nu eenmaal geen pad dat over rozen gaat en zijn wegen zijn niet afgezoomd met een vuilnisbak elke tien meter. U zal dus de nodige creativiteit aan de dag moeten leggen.
Ik wil u daar gerust bij helpen: ik kan zo tien oplossingen bedenken om het gevulde kakzakje weer netjes bij u thuis te krijgen alwaar u het dan in uw hoogstpersoonlijke vuilnisbak kan werpen, zonder dat het u onderweg veel hinder bezorgt.
Maar zoals bekend zijn de oplossingen die een probleemeigenaar zelf bedenkt altijd beter dan goedbedoelde adviezen van buitenstaanders.
Ik reken dus op een flinke dosis creativiteit en inventiviteit uwentwege.

En die creativiteit is níet om het zakje dan maar snel in het rioolrooster te werpen, die truc heb ik ook al door.
In de straat die ik hier in mijn buurt regelmatig opruim, vind ik in het doorgangspad tussen twee huizen wekelijks makkelijk tien tot vijftien gevulde kakzakjes. Het is dus niet zo dat het zakje u per ongeluk uit de handen glipte. Nee, u gebruikt dat gangetje structureel als vuilbak. Dat stuit me tegen de borst.

En ik ben niet de enige. Op het nieuws kwam een medewerker van Natuurpunt aan het woord die ook al klaagde over de weggegooide kakzakjes, zijn ogen groot van verbijstering over deze vaststelling. Het gebeurt dus niet alleen in Turnhout, u bent niet de enige.

Graag wou ik het met u nog over een tweede aspect hebben van de kakzakjes die u dichtgeknoopt en wel laat rondslingeren achter uw eerwaardige gat.
Namelijk dit: vindt u het normaal dat iemand anders die zakjes achter uw gat moet opruimen? Wat maakt u dat? Arrogant? Onverschillig? Gemakzuchtig? Egoïstisch? Lui? Asociaal? Ik ben nog op zoek naar het juiste adjectief.
Nu zult u argumenteren dat niemand mij vraagt om dit op te ruimen, maar íemand zal het toch moeten doen? En aangezien u het zelf vertikt, zal die iemand een vriendelijke, hulpvaardige, goedhartige, genereuze zwerfvuilvrijwilliger zijn. Ik bijvoorbeeld. Ik zeg maar wat. Het kan ook zijn dat u zich – als ik u niet voor geweest was – na de wandeling met uw hond terug naar de plaats delict had begeven om alsnog het weggesmeten kakzakje op te halen, maar iets zegt me dat dit niet heel waarschijnlijk is.
U schijnt het volkomen vanzelfsprekend te vinden dat iemand anders de rommel achter uw gat, en dat van uw hond, opruimt.
Awel, hierin verschil ik hartgrondig met u van mening. Ik vind dat níet normaal.

Bent u daar nog, beste hondenbezitter?
Want wat ik eigenlijk gewoon wilde vragen: denkt u volgende keer ook aan mijn welzijn en dat van uw medemens en neemt u voortaan alstublieft in het vervolg uw ingepakte kakje terug mee?
Ik zal u hoogst erkentelijk wezen.

Grote groet,
Martine Schrage
53 jaar
Zwerfvuilvrijwilliger van beroep

#MakeTurnhoutCleanAgain: vervuilende reclame

Het begon op te vallen. Bij het zwerfvuilrapen in de Zandstraat kwam ik de laatste tijd zo vaak dezelfde geplastificeerde visitekaartjes tegen, dat ik het bij de zoveelste ontmoeting maar eens opraapte om het goed te bekijken. Was het een pizzatent die reclame maakte? Een nieuwe kapper die locaal nieuwe klanten wou werven?
Niets van dat al. Het bleek een autohandelaar actief op zoek naar auto’s om te verhandelen op de import-export markt.
Of de zaak op deze manier vaak beet heeft, weet ik niet. Wat ik wel weet is dat het veel extra zwerfvuil oplevert. Want blijkbaar ergert het de bestuurders van de geviseerde auto’s zo zeer om een ongevraagd visitekaartjes onder hun ruitenwissers aan te treffen, dat ze het vervolgens – geïrriteerd danwel achteloos – op straat gooien.
Daar gaat het natgeregend vastplakken en vervolgens is het weer moeilijk los te schrapen van de straatstenen.

De tekst op het kaartje toetert luid: ‘Uw auto interesseert ons!’
Awel mijnheer Maro, uw kaartje interesseert ons niet. Van de rommel die het veroorzaakt, daar worden wij niet blij van.
Vandaar dan ook hierbij mijn vriendelijk verzoek aan Maro Import-Export om met deze vorm van reclame te stoppen.
Óf mij te komen helpen met zwerfvuil rapen. Dat mag ook ?

#MakeTurnhoutCleanAgain

‘Dus je hebt er geen moeite mee om je bezig te houden in de dag,’ stelt de psychologe halverwege ons gesprek vast.
Dat kan je inderdaad als een gunstig neveneffect zien van zwerfvuil ruimen: je bent er nooit klaar mee. In afwachting van weersverbeteringen die me niet langer weerhouden om meerdaagse wandel- en fietstochten te ondernemen, raap ik dus zwerfvuil op mijn wandelingen. En ik had een afspraak gemaakt om plasma te gaan geven. Twee vliegen in één klap, want zo had ik mijn wandeldoel te pakken en onderweg lag er genoeg te rapen.
Lekker gehuld in het coconnetje van mijn regenjas, en met oortjes in om ondertussen te luisteren naar fijne podcasts (deze keer Touché met Jaouad Alloul), kreeg ik alle seizoenen over mij heen: eerst zon, dan regen, daarna sneeuw en een toef donder om het af te maken. Maar wat deert het? Met een prima regenjasje ben ik op alles voorbereid, het devies ‘There’s no such thing as bad weather, there’s only bad clothing‘ stevig in mijn twee oren geknoopt.

Met een bijna volle zak zwerfvuil kwam ik alzo bijna een kwartier te laat aan bij het transfusiecentrum, maar mijn plasma wilden ze toch nog graag hebben. Gelukkig.
Een klein uurtje later en 650 milliliter plasma lichter, vervolgde ik mijn tocht. De vuilzak begon nu toch wel erg zwaar te wegen. Dat komt ook omdat de stad tegenwoordig andere zwerfvuilzakken uitdeelt. De zakken die ik de laatste keer opgestuurd kreeg zijn een stuk groter waardoor je ze hoger moet tillen anders slepen ze over de grond. Straks krijg ik er nog een tenniselleboog van. Of een golferselleboog. Of valt mijn elleboog er gewoon af, wie gaat er dan zwerfvuil ruimen?
Nee hoor, er wordt veel zwerfvuil geruimd. Dat merkte ik gisteren toen ik de Zandstraat nog eens onder handen nam. Normaal zit de zak halverwege al zo goed als vol, maar nu geraakte ik er nét mee tot het frituurtje bij het station. Daar is een vast dumpplekje voor zwerfvuilzakken in de holte van een dennenboom langs de straat, waar het regelmatig opgehaald wordt door de stadsdiensten. Een stuk makkelijker dan zo’n volle zak helemaal mee naar huis te moeten sleuren.

Mijn man vindt zwerfvuil ruimen een totaal onzinnige actie, omdat je zo enkel de vervuilers beloont door hun troep op te ruimen. Daar ben ik het niet mee eens. Die vervuilers zullen er zeker niet méér door op straat gaan gooien, hooguit – en hoogstwaarschijnlijk – evenveel, of misschien hopelijk toch nét een beetje minder. Als het ergens schoon is, is de drempel om iets achteloos weg te gooien misschien toch net een beetje hoger.
(Meer over de psyche van zwerfvuilveroorzakers in het artikel hieronder uit De Standaard.)
(En om nog even door te gaan op de psyche van de zwerfvuilgooier: ik vond vandaag een crackpijpje. Allé, ik denk dat het een crackpijpje was, want in levende lijve heb ik het nog nooit gezien en in films wordt zoiets nu ook niet heel expliciet getoond. Maar een man die me aansprak over de troep – het weer en zwerfvuil, perfect inwisselbaar als gespreksonderwerp als mensen verlegen zitten om een praatje – beweerde dat hij op diezelfde plek een paar dagen ervoor een hoop spuiten had gevonden…)
Om terug te komen op de zin van zwerfvuil rapen: er is nog zoiets als ‘zien rapen doet rapen’. Want feit is dat er steeds meer zwerfvuilruimers zich melden bij de gemeente om ook aan de slag te gaan.

En benevens een nuttige dagbesteding en een prima wandeldoel is het ook gewoon fijn om door ietwat propere straten te fietsen of te wandelen. Het leverde me vandaag weer 13 194 stappen op. (Voor minder dan 10 000 stappen kom ik mijn bed niet uit.) En mocht de dag hier niet mee gevuld raken, dan is er altijd nog Thomas Manns ‘Toverberg’ (waarin ik langzaam maar zeker vorder: ben nu op pagina 588, nog 370 te gaan, er gloort licht aan het einde van de tunnel).
Of de wachtdienst van vannacht… bèèèh…
Zou een tennisarm helpen om daar onderuit te geraken? ??


Schrijver zonder boek

Er is misschien nog hoop voor mij. In de Zeno van dit weekend lees ik in het interview met de 57-jarige Russische cardioloog Maxim Osipov: ‘Op een dag realiseerde ik me dat ik een dokter was zonder patiënten, en een schrijver zonder boek.’
In het vacuüm waarin ik me nu bevind – time-out, sabbatical, noem het hoe je het wilt – ben ik op zoek naar hoe ik de toekomst vorm wil geven en bij uitbreiding – als we dan toch bezig zijn met vragen stellen – naar de zin van het leven.
Diep in mij zit een schrijver verborgen, maar hoe lang blijft die droom verdedigbaar als je ondertussen de kaap van vijftig ruim gepasseerd bent en alleen nog maar een berg blogjes, dagboeken, wat columns en een handvol langere stukken op je CV hebt staan?
En nu ben ik dus zelf een dokter zonder patiënten en een schrijver zonder boek.
Tijd genoeg om dat boek te schrijven, daar niet van, maar de rusteloosheid van het opgesloten voelen in de lockdown, van de onzekerheid over en het zoeken naar de toekomst, en de uit dat alles voorkomende noodzaak om heel veel te bewegen om die rusteloosheid te bezweren, maakt dat er uiteindelijk weinig schrijftijd en weinig schrijfinspiratie overblijft.

Maar daar is dus Maxim Osipov die me geruststelt. Je kunt blijkbaar nog altijd op je zevenenvijftigste debuteren.
Oef. Een hele opluchting.
Want tijdens mijn vele wandeltochten ter bezwering van de onrust, luister ik heel veel naar podcasts die me bepaald niet geruststelden. Favoriet de laatste tijd is De Ochtenddienst van Trix met presentator Jaouad Alloul, en hoewel ik het geweldig vind om die nieuwe muziek en nieuwe mensen te ontdekken, is al dat jong en uber’woke’ geweld toch wat intimiderend en ga ik me van de weeromstuit oud en uitgerangeerd voelen.

Daar is nog tijd genoeg voor, want van Osipov mag ik nog een hele tijd meespelen. Gelukkig maar, want ik wil nog zoveel. Ik wil meer schrijven én ik wil toch echt dat mindfulnesscentrumpje in de Oostkantons realiseren. Oh ja, en als het effe kan, dan wil ik daar ook podcasts opnemen.
Nooit te oud om te dromen. Nu nog het zelfvertrouwen kweken om te springen. Maar eerst al die onrust eruit wandelen en fietsen. Jammer dat die Osipov geen podcasts maakt. Een beetje tegenwicht tegen al dat jong geweld zou welkom zijn. Want misschien niet meer zo piep, zijn wij vijftigplussers nog lang niet afgeschreven. Laat staan uitgeschreven ?

PS: en een dokter zonder patiënten ben ik gelukkig ook niet echt, getuige al die lieve mails, berichtjes en telefoons die ik maar blijf krijgen van patiënten. Ja dat voelen wij, ja dat voelen wij, aan ons hartje, aan ons hartje ?? ?

Eerste Hulp bij Boosheid en ander winters ongemak

Het waren letterlijk vijgen na pasen, de tips en trics die in mijn mailbox vielen over hoe om te gaan met boosheid. Een paar maanden geleden ja – na dat onfatsoenlijke ontslag – tóen smachtte ik naar gereedschap om de slopende emoties van boosheid te kanaliseren, maar nu is dat leed gelukkig geleden en had ik niet zoveel meer aan de nieuwsbrief van het I AM Instituut voor Aandacht & Mindfulness met als thema ‘boosheid’.

Ik heb in die maanden op heel veel manieren geprobeerd om boosheid kanaliseren waarbij de ene manier al beter hielp dan de andere, maar toch bleef ik nog heel erg op zoek naar handvaten. Die vielen nu dus in mijn virtuele brievenbus, en ik moet zeggen: ik heb het er niet slecht vanaf gebracht. Veel van de tips en trics kon ik zo afvinken.
Maar omdat die handleiding nu toch op mijn pad kwam – al hoop ik ze nooit nog zo hard nodig te hebben – gooi ik ze toch maar even in deze blog. Ter lering ende vermaak. Voor wie het nodig mocht hebben, voor wie er ook naar op zoek was en voor mezelf om te bewaren op een logische plek. Want waar ventileer je nu beter je emoties dan in een blog waar je van alles verhalen kunt breien met de woorden die voortkomen uit al die doorgewerkte emoties?

Bij deze u dus vriendelijk aangeboden door I AM – SeeTrue: Een mindful antwoord op boosheid, woede en ergernis. (in deze nieuwsbrief was de concrete situatie waar het over ging een echtscheiding. Dat was er gelukkig bij mij niet aan de hand, maar een soort scheiding was het wel.)
Welaan dan:

Boosheid hoort bij het leven. Het is een emotie die toont dat er aan een behoefte niet is voldaan en die aanzet tot actie en verandering. Maar het kan ook een destructieve emotie zijn, die zorgt voor verbittering, verharding en langdurige woede. Het is mogelijk je boosheid om te buigen tot een positieve kracht! Door boosheid bij jezelf te herkennen, er de juiste aandacht aan te geven en op een constructieve manier te gebruiken. 

Tip 1. Eerst en vooral: geef tijd aan je boosheid. Ga ermee wandelen en fietsen. Schrijf het op. Journaal. Mediteer. Deel het met iemand die echt kan luisteren.
(check, check en check. Allemaal gedaan. Het moeilijkste was nog: iemand vinden die echt kan luisteren. Het was lichtjes shockerend om te merken hoe weinig mensen echt willen en kunnen luisteren. Velen wilden niet echt het verhaal horen of wimpelden mijn boosheid direct weg met een hoop adviezen.)

Tip 2. Zie je verdriet. Boosheid is vaak die laag die je meer kwetsbare gevoelens beschermt. Na een tijd zal je misschien in deze onderliggende laag kunnen zakken. Neem de tijd om de pijn van het ‘niet gezien zijn’ te helen. Geef het zijn tijd. Vergeef je eigen imperfectie en draag zorg voor de pijn van de imperfectie van jouw bestaan. Laat je tranen je ziel helen.
Open je eventueel voor het verdriet van de wereld, voor de pijn van iedereen die daar doorgaat. Dit kan je hart kan van compassie sterker maken en bevrijden uit de pijn van emotionele isolatie.
(yep, veel traantjes gelaten, heel veel gemediteerd en vooral heel veel gehad aan de zelfcompassie-richting binnen de mindfulness. Wat ben ik vaak blij geweest met al mijn ervaring in mindfulness en zen. Geen idee hoe ik hier anders allemaal doorheen was gekomen.)

Tip 3. Zie het goede. Wat er is gebeurd dat tot de scheiding heeft geleid, is misschien vreselijk geweest. Misschien ben je gekwetst tot in het diepste van jezelf. Toch is niemand alleen maar slecht, er zijn waarschijnlijk ook wel goede momenten geweest. Kan je deze nog koesteren? Probeer de andere te zien als iemand die net als jij gelukkig wil zijn en net als jij iets van zijn leven probeert te maken. Die net als jij soms fouten maakt en net als jij goedheid in zich draagt.
(Het goede was snel duidelijk: ik moest daar weg. En als ik daar zelf een besluit over had moeten nemen, had ik het waarschijnlijk nog een hele tijd aan laten slepen omdat er ook zoveel goeds opgebouwd was wat pijn deed om achter te laten: de fijne band met heel veel patiënten, met de secretaresse, de vertrouwdheid van het bekende en voelen dat je het in de vingers hebt.)

Tip 4. Kies voor welwillendheid. Misschien zal je altijd wel verontwaardigd blijven en zal er altijd een deel in jou kritisch blijven. Zie of je sterker kan zijn dan dat. Je kiest voor geweldloosheid, niet alleen voor jou, maar ook voor de eventuele kinderen en het grotere geheel. Er is al genoeg kritiek en boosheid in deze wereld.
Het is een nieuw evenwicht zoeken, met vallen en opstaan en het doorleven van de pijn, bewust, en leer ook van je fouten’. 
(Ook dat klopt: een deel van mij blijft verontwaardigd. Ik moest hangen over een blogje, terwijl de fouten aan de andere kant veel groter zijn maar verborgen blijven. Dat blijft onrechtvaardig. Kiezen voor geweldloosheid is dan niet makkelijk, maar wel moedig.)

En omdat ik zelf zoveel gehad heb aan mijn mindfulness en selfcompassion oefeningen, vind ik het geen probleem om ook de reclame in de betreffende nieuwsbrief over te nemen in deze blog. Er kan niet genoeg mindfulness in deze wereld gebracht worden. Dus bij deze:

I AM biedt een 3-tal trainingen aan die begeleid worden door o.a. David Dewulf en andere trainers van I AM. In deze trainingen kun je onderzoeken en oefenen samen met andere deelnemers hoe het is vanuit mildheid om te gaan met strijd en gevoelens van boosheid, zelfkritiek en onzekerheid.

Optie 1: Anders omgaan met boosheid *NIEUW*
In deze training wordt gewerkt met de essenties van mindfulness, zelfcompassie, geweldloze communicatie en compassie. Tijdens deze sessies oefen je vanuit mildheid omgaan met conflicten, je compassievol te confronteren met wat je voelt, wat vergeving is, je krijgt inzicht in wat het voor jou moeilijk maakt en wat er mogelijk is.
Een uitnodiging voor de andere weg!
Meer informatie over de training ‘Anders omgaan met boosheid’

Optie 2: Geweldloos communiceren met mindfulness
Ken je dit ? Als je van me houdt dan zou je toch moeten weten dat …. Laat je niet vangen door deze valkuil: iemand te oordelen om niet te krijgen wat je wilt, terwijl je niet eens zelf precies weet wat je wilt of het niet hebt gedeeld. In dit weekend (of avond cursus) leren we de basis van geweldloos communiceren en mediteren om je communicatie te verzachten.
Meer informatie over de training ‘Mindful Communiceren’

Optie 3: Zelfcompassie training (voor wie vooral boos is op zichzelf)
Als je innerlijke criticus zich vooral op jou afreageert en als je makkelijk heel emotioneel wordt, wil je misschien wel kiezen voor de 8 sessies zelfcompassie. Het versterkt je mildheid, je emotionele draagkracht, je zelfvertrouwen en helpt je te leven vanuit je diepere waarden.
Meer informatie over de training ‘Zelfcompassie’

Voilá, misschien heb je er iets aan en zoniet, des te beter want dan heb je ófwel geen last van boosheid ofwel heb je zelf al een goede remedie gevonden.
Zelf zweer ik bij mediteren en wandelen, al vielen de sneeuwbuien vandaag ook wel in de categorie ‘vijgen na pasen’ ?