Ja, die nieuwe UZI-pas was echt nodig. Elke keer als ik de leenpas van de huisartsenpost gebruikte voor een dienst, kreeg ik zoveel verwijtende lichaamstaal mee van de centraliste bij wie ik schoorvoetend kwam bedelen, dat ik me uiteindelijk maar eens aan de klus zette. Ik ging een UZI-pas aanvragen.
Dat varkentje zou ik eens eventjes wassen. Ik nam het beest in de houdgreep en surfte naar uziregister.nl. Op naam van mijn eigen zzp-zaakje als waarnemend huisarts vroeg ik de pas aan. Dat ging best vlot. Had ik daar nou zo tegenop gezien?
Maar ik had te vroeg gejuicht, de ellende begon pas.
Wéken later kreeg ik niet zoals verwacht de pas, maar de tóestemming dat ik een pas mócht aanvragen… Daar moest ik even van slikken, het leek wel een grote gunst.
Nu was ik weer aan zet, maar zoals dat gaat met k-klussen: de brief belandde op de to-do-stapel. Daar kunnen brieven erg lang liggen. Maanden gingen voorbij, ik bleef vrolijk diensten doen met de leenpas. Geen haan die ernaar kraaide – op die centraliste na – en de brief zakte rustig in slaap.
Nieuw jaar, nieuwe moed, ik neem de handschoen weer op en surf naar uziregister.nl. Hallo register, daar ben ik weer, ik kom de UZI-pas aanvragen.
En daar doemt het volgende obstakel op: ik kan de pas enkel aanvragen met een DigiD, en dat heb ik niet want ik woon in België. Geen nood, ook als je in het buitenland woont, kan je een DigiD krijgen, maar dan moet je wel eerst naar een Nederlands gemeentehuis om je te laten registreren als niet-ingezetene. No problem, ik meld me netjes bij het stadskantoor in Eindhoven op de tijd waarop ik digitaal de afspraak ingeboekt heb.
‘O, maar u heeft al een BSN-nummer’, zegt de hulpvaardige ambtenaar vriendelijk.
‘Ja, ik werk al twintig jaar in Nederland.’
‘Ik zie het al: niet alle vakjes zijn goed ingevuld. Uw geboorteplaats en -land ontbreken. Die zal ik meteen voor u invullen.’
Vreemd, na twintig jaar werken, belasting betalen, verzekerd te zijn tegen van alles en nog wat en ingeschreven te zijn in de Kamer van Koophandel in een maatschap, ontbreken er blijkbaar een paar vakjes die cruciaal zijn in de vaart der volkeren.
In een oogwenk maakt de ambtenaar alles in orde. Ik kan nu verder en vraag digitaal een DigiD aan. Ook dat gaat soepel. De procedure sluit af met de vriendelijke mededeling dat ik nu de trotse eigenaar ben van een baliecode waarmee ik me binnen dertig dagen bij een van de dertig DigiD-balies mag melden waar ik als buitenlandse Nederlander terechtkan. Natuurlijk pas na afspraak.
Neem gerust een kop koffie om even te pauzeren, dat doe ik ook.
Ik surf weer naar een gebruiksvriendelijke gemeentewebsite, waar ik digitaal een afspraak regel. In Bergeijk kan dat alleen op maandag en donderdag tijdens kantooruren. Dat wordt dus een dagdeel vrij nemen en weer dik anderhalf uur in de auto heen en terug.
Vrolijk meld ik me op de geplande afspraak die donderdag. En ja hoor, met de kostbare baliecode krijg ik mijn DigiD. In een hip en een wip. Ik besta!
Laatste halte: terug naar uziregister.nl. Vierde keer, goeie keer. Ik vraag nu mijn UZI-pas aan. Binnen de drie minuten wordt mijn succesvolle aanvraag per mail bevestigd.
Europa? Laat me niet lachen. Waar kan ik mijn uren en kilometers declareren? Een UZI-pas aanvragen is geen klusje, het is een project. De felbegeerde pas, proeve van volharding en doorzettingsvermogen, zal ik binnenkort (??) in mijn bezit hebben, wel na afspraak melden bij een balie ergens te lande waar nog eens gecontroleerd wordt of ik wel ben wie ik ben. Je mag als Nederlander die toevallig in België woont echt niet zómaar werken in Nederland. Daar moet je wel wat voor dóen! Als terroristen net zo grondig gecontroleerd worden als ik, dan moet Nederland het best bewaakte fort binnen Europa zijn.
Uzi, uzi, uzi,… ineens herinner ik me waar ik dat woord ook alweer van ken. Het knalt en je kunt er terreur mee zaaien.
(Deze tekst verscheen eerder op Medisch Contact – medischcontact.nl)