de vrouw van de zenmeester

Zelfs op hyperserieuze en doodernstige sesshins kom je zotte dingen tegen. Of misschien juist voorál daar. Dit verhaal speelt zich af in een ver verleden. Ik zit tijdens de lezing aan het einde van de ochtend achter de vrouw van de zenmeester waarbij mijn blik geheel toevallig op haar schriftje valt. Daar lees ik op de eerste lijn: datum, dag en haar gewicht: achtenzestig kilo. 

Ze heeft dus echt een weegschaal meegesleurd naar de retraite en houdt Brigdet Jones-gewijs dagelijks haar gewicht bij. Onwillekeurig schiet ik in de lach. Alles zou toch vanzelf opgelost raken als een mens twee keer per dag twintig minuten mediteert? En ik weet zeker dat de zenmeester en zijn vrouw dat braaf doen.
Toen ik ooit begon met mediteren, waren mijn snoepaanvallen ook wel een dingetje waar ik van af wou. Tien jaar ouder en wijzer, is dat akkefietje nog niet verholpen. Al stel ik wel vast dat het afgezwakt is tot een mineur probleempje. Ik moet zeggen dat het veranderen van job méér bijgedragen heeft aan het oplossen van de snoepverslaving, dan het dagelijks mediteren. Dat dagelijks mediteren acht ik wel verantwoordelijk voor het lef dat nodig was om van job te durven veranderen. Je hoort mij dus niet zeggen dat het nergens goed voor is geweest, integendeel.

Ik blijf dus mediteren en soms verval ik in een snoepaanvalletje. Elke gek zijn gebrek en de droom van een waanzinnig aantrekkelijk slank sexy lijf, begraaf ik zonder veel hartzeer diep onder de grond. Mijn drie prachtige kinderen compenseren ruimschoots voor de occasionele Michelin-bandjes rond mijn middel, en ik weiger me voor die lovehandles te schamen.

Nou hield Bridget Jones niet alleen dagelijks haar kilo’s bij maar ook het aantal gerookte sigaretten en de haperende vorderingen in haar klungelige liefdesleven. Daar hoeven de vrouw van de zenmeester en ik ons gelukkig geen zorgen over te maken. En die paar kilo’s teveel?
Als het zelfs de vrouw van de zenmeester niet lukt, wat zouden wij, gewone stervelingen, ons dan nog illusies maken?
Nobody’s perfect, toch? Al heb ik zo’n vermoeden dat de zenmeester vond van wel.

droomscenario

Mijn dromen slaan op hol. 
In de Zeno van afgelopen weekend, lees ik de woorden van een immer enthousiaste Lieven Scheire: ‘Als je kijkt naar genetica, robotica en artificiële intelligentie, dan gaat het razendsnel. De genetica is sinds 2000, toen het menselijk genoom volledig ontrafeld werd, echt uit de startblokken geschoten. Maar het tempo waaraan het nu gaat, grenst aan de waanzin. Vorige week hebben ze  eicellen gemaakt uit menselijk bloed. Wetenschappers hebben bloed getrokken bij een mens, één van die bloedcellen bewerkt met genetische technologie en er een eicel van gemaakt, die ze kunnen bevruchten met het zaad van een man. Twee mannen kunnen nu dus kinderen krijgen.’
Het gaat me niet om die kinderen van die twee mannen – al gun ik het hen van harte, het gaat me om wat Lieven met al zijn enthousiasme in me wakker maakte. 

Mijn fantasie was vanochtend al op hol geslagen: zouden we niet gewoon ons huis verkopen? Goed verkopen, want het is een mooi en fijn huis in een heel fijne straat. Heerlijke tuin en droom van een tuinkamer erbij. En dan? Dan veel goedkoper gaan wonen in het groen van de Ardennen of de Oostkantons. Zuinig leven zodat er niets hoeft behalve schrijven, mediteren en zorgen voor elkaar. Boeken lezen per strekkende meter, terwijl Wim kookt voor vrienden en familie die over de vloer komen. Nog even wachten tot minstens twee van onze drie kinderen zijn afgestudeerd. Die derde, dat redden we dan ook wel. 

Ik was dus al behoorlijk doorgeschoten in mijn fantasie en Lieven Scheire deed er nog een flinke schep bovenop.
Dus droom ik gewoon door: oudste zoon die volop in de genetica-business zit… Afgelopen weekend was ik proefpersoon voor een presentatie die hij wilde geven aan de groep studenten die de proeven uitvoert voor de thesis waar hij aan werkt. Het ging over virussen met drie pootjes, en hoe die pootjes al dan niet aan cellen hechten vooraleer de virussen de cel kunnen infiltreren. We zagen er vast uit als een stel clowns, zoals onze armen en benen in het rond kronkelden om die drie pootjes en hun bewegingen uit te beelden. Enfin, ik snapte de clou van Wouters verhaal (een heel klein beetje), en nog veel beter snapte ik zijn bevlogenheid. Wat fijn om een kind zijn weg te zien vinden en er zo van te genieten.

Dat clownsmoment kwam terug toen ik net Scheires quote las. En toen sloeg ik helemaal op hol: Wouters carrière schiet als een komeet de lucht in, van virussen of ander nanogefröbel maakt hij zijn lust en zijn leven, zijn bedrijfje boomt en ik stop gewoon met dokteren en stap in het bedrijf van mijn zoon: ik schrijf teksten voor artikels en bedrijfspromotie en zorg met mindfulness dat de jeugd niet google-gewijs gaat zweven maar geregeld met de beide voetjes op de grond landt. Een zeer belangrijke taak: hier planeet aarde! Ondertussen schrijf ik die zo verlangde roman. 

Ja, doe mij maar zo’n scenario. Waar kan ik tekenen?

Auto’s worden steeds bozer

Hoe dat tijdschrift op ons toilet belandde, is weer een heel ander verhaal, maar omdat ik er toch niks anders omhanden had, begon ik erin te bladeren. De Autoweek Special van 2018. De nieuwe Suv’s – gaap. Wie zal het pleit winnen -geeuw – Tesla’s nieuwe model 3 of de 3-reeks van BMW?  Gaap, geeuw, blader, blader – en zo valt mijn blik op een artikel met de titel : ‘Booskijkers, de agressieve uitstraling van moderne auto’s’. Kijk, dát vind ik nu eens een leuke invalshoek.

Auto’s kunnen mij maar matig interesseren. Ze moeten altijd starten Lees verder

Bekentenissen van een sjouwer

Laatst kocht ik in de AS Adventure de grootste maat weekendzak op wieltjes, 142 liter. Beide aspecten waren even belangrijk: de grote inhoud om alles mee te sjouwen wat ik maar wil en de wieltjes om ondanks die enorme hoeveelheid bagage toch een beetje elegant – dus niet puffend en met een knalrood hoofd – op de geplande bestemming te arriveren.

Er zijn vast mensen die een jaar op wereldreis kunnen met wat ik meesjouw voor een simpel weekendje, maar ik heb me erbij neergelegd: ik ben een sjouwer, en daarvan dan weer de overtreffende trap. Lees verder

Hotelnacht (2)

En ik die dacht dat hotelnacht 1 hel was? Well, you ain’t seen nothing yet, here comes hotelnacht twee, maak je borst maar nat. Ik heb geen oog dicht gedaan en dat was nog maar het begin van de miserie. Ik moet ergens toch een uurtje in slaap gevallen zijn want ik fietste langs ondergelopen oevers, en dat moet wel een droom geweest zijn in deze tijden van aanhoudende droogte.
Deze keer had ik koffie en blauw licht achterwege gelaten en had ik weer de melatonine genomen. Tot een uur of halfeen sliep ik dan ook redelijk. Toen begon de verkoudheid die ik nog snel van manlief cadeau had gekregen me parten te spelen: hoofdpijn, loopneus, keelpijn. Opstaan, slokje water drinken, neus snuiten, terug bed in.
Draaien, woelen, buik, rug, terug buik, terug snuiten, beetje dommelen.

En toen – ik verzin dit niet – ging het brandalarm af! Lees verder

Hotelnacht

Ik heb slecht geslapen. Wat zeg ik? Ik heb níet geslapen. In hotels slaap ik altijd slecht de eerste nacht. Daarom had ik deze keer mijn voorzorgen genomen en voor het eerst van mijn leven iets geslikt om te slapen: een tabletje melatonine. Maar zelfs twéé tabletje melatonine plus het herhaaldelijk toepassen van het vijfde advies van thuisarts om beter te slapen mochten niet baten. Deze maatregelen konden natuurlijk niet opwegen tegen alle punten waarop ik gezondigd had Lees verder