Laatste bericht uit de erker ~ Introverte vuilnismannen

Martine en Ingrid, u kent ze als bloggers, corresponderen ook met elkáár - al dan niet via hun bonte beestenboel - over wat het dagelijks leven met hen doet. En het aardige is: u mag allemaal meelezen.

Zouden er geen introverte vuilnismannen bestaan?
En dan bedoel ik niet die van het muurbloempjes-soort, maar de introverten in de betekenis die de Meyers Briggs Type indicator geeft aan het begrip introvert: degenen die hun energie halen uit stilletjes hun eigen ding doen en zelden gedijen bij lawaai.

Daar dacht ik aan toen ik de vuilniskar op een ochtend in onze straat zag passeren met altijd die luide schelle muziek erbij.
Wat denk jij, Ingrid? Zouden er ook vuilnismannen zijn die liever zonder muziek zouden werken? En mogen ze dat dan? En wat denkt jouw vis?
Heeft jouw vis het slechte nieuws uit mijn vorige blog al verwerkt? Over die lawaaivervuiling die zich ook al ónder water voltrekt?

Lawaaivervuiling is er blijkbaar niet alleen overal, maar is ook van alle tijden, zo leer ik uit de inspirerende artikelenreeks De Oorzaak in De Morgen over het thema geluid, die maar niet ophoudt met graven en spitten naar alle aspecten van geluid, lawaai en stilte in deze wereld.
Al in 1800 waren er actiegroepen die de noodklok luidden over het toenemende lawaai in de samenleving, verzet tegen lawaai is blijkbaar van alle tijden.
‘In het Londen van koningin Elisabeth I, in de zestiende eeuw, stonden er gevangenisstraffen op nachtelijk hoorngeschal en ‘een plotselinge schreeuw in de stilte van de nacht’, lees ik bijvoorbeeld in dit artikel, en Charles Baudelaire had na een bezoek aan Brussel in een pamflet zijn beklag gedaan over het lawaai in die stad. Zelfs aan het geblaf van de honden ergerde hij zich, wat de journalist van dit artikel doet besluiten dat schrijvers klaarblijkelijk de spreekwoordelijke kanaries in de koolmijn waren, ‘want min of meer in dezelfde periode beplakte Marcel Proust de muren van zijn slaapkamer met kurk, ten einde raad door de verbouwingswerken bij de buren, en drukte Franz Kafka de wens uit om eindelijk, eindelijk, eindelijk een hotelkamer te vinden die hem zou toestaan “zich af te zonderen, niets te zeggen, plezier te scheppen in stilte en ’s nachts te schrijven’.

Daarop volgde de oprichting van de Society for the Suppression of Unnecessary Noise, ‘niet zozeer een vereniging tegen lawaai, want veel lawaai is onvermijdbaar, maar wel tegen onnodige geluiden.’
En ook zeer interessant in dit artikel: filosoof Theodor Lessing vond lawaai ‘een teken van onvolwassenheid. Als individu, maar ook als samenleving. Naar zijn gevoel plaatsten burgers in de jongere westerse samenlevingen hun persoonlijke, biologisch gedrag nog te gemakkelijk boven het belang van het collectief, terwijl in de oudere oosterse beschavingen stilte al wel als een kenmerk van zelfdiscipline en wijsheid werd beschouwd.
In één adem uitte Lessing kritiek op het materialisme, de individualisering en het consumentisme dat hij rondom hem volop op gang zag komen. mensen raken gemakkelijk verslaafd aan producten en de meeste van die producten maken lawaai, daar kwam het volgens Lessing op neer. Het lawaai van de stad, vond hij, was “de wraak van hen die met hun handen werken op hen die met hun hoofd werken en hen wetten opleggen.”‘

Het verhaal eindigt ermee dat er toen al stiltedagen en stilteweken gehouden werden om het publiek de kracht van stilte – toen al stilaan een zeldzaam goed – aan den lijve te laten ondervingen en een soort ‘lawaai-etiquette’ bij te brengen.

En dan was er nog Adriaan Fokker die stelde: ‘De demon van het geraas moet worden bestreden met een nieuw beschavingsoffensief. Lawaai is altijd een teken van slechte machines of van slechte manieren.’

Daar kan ik het niet hartgrondiger mee eens zijn.

Dit was de laatste dag in de erker, ons vakantietje Zuienkerke zit erop. We hebben Ciarán zien passeren maar gelukkig ook een prachtige droge zonnige dag gehad, een flinke strandwandeling gemaakt, steengoeie garnaalkroketjes gegeten in ’t Werftje, de zonsondergang op een haar na gemist omdat er plots een wolkendek over de hemel gleed en ook vermeldenswaard ter aanvulling op het vorige Bericht uit de erker: na de derde saunaronde heb ik me alsnog in de buitendouche gewaagd. Dat viel buitgengewoon goed mee. Tot mijn telefoon en bril van de houten schutting gleden. Mijn telefoon zat gelukkig in een waterdicht zakje, maar die bril was erger – stel je voor dat ik erop trapte voor ik hem terugvond in het donker en die berg herfstbladeren op de grond. Maar met het lampje van de gsm is ook dat gelukt en zo viel er vanuit Zuienkerke niks dan goeds te melden. En wat was het er stil. Ik wed dat zelfs de vuilnismannen hier in stilte hun werk doen.

Berichten uit de erker ~ Ciarán

Martine en Ingrid, u kent ze als bloggers, corresponderen ook met elkáár - al dan niet via hun bonte beestenboel - over wat het dagelijks leven met hen doet. En het aardige is: u mag allemaal meelezen.

Knusjes ingenesteld tussen de kussens in het erkertje van ons tijdelijke HomeExchange huisje in Zuienkerke, kijk ik uit over de tuin waarin storm Ciarán woest tekeer gaat. De takken van de enige boom midden in de tuin worden gegeseld door de storm en struiken zwiepen heen en weer. Naast me staat een flinke kop thee, er ligt een stapeltje boeken, de krant op de iPad, en mijn laptop heb ik op schoot.  Gelukkig hoef ik helemaal nergens naartoe. 
Hond Billie logeert bij Marie (jaha, wij bloggers stick together) en rosse Sam is gewoon thuisgebleven en krijgt haar natje en droogje van buurman Boudewijn. Wat moet een mens zonder Maries en Boudewijns?

Het is alweer een tijdje geleden dat ik geschreven heb, waar waren we gebleven? Oh ja, bij de thema’s lawaai, stilte, rust en dieren. De Morgen blijft artikelen over deze thema’s spuien in de reeks De Oorzaak. Daardoor ben ik weer een illusie armer. Ik verkeerde namelijk in de zalige veronderstelling dat Ingrids vis door zijn natuurlijke habitat in het water gespaard mocht blijven van de gruwel van onze lawaaierige buitenwereld. Quid non. Op maandag 30 oktober stond er namelijk deze kop boven een nieuw artikel: ‘Lawaai onder water. hoe geluidsoverlast de walvis parten speelt’.

Nee, echt?? Is het ook ónder water al om zeep met de rust in deze wereld? Heeft zelfs Ingrids vis geen rust meer in zijn leven?
Waar moet het heen, waar moet het heen?
‘Straks klinkt de oceaan voor een walvis als een rumoerig café’, zo stond er te lezen. De hoop dat er dan tenminste érgens op de wereld nog rust heerst, al is het dan onder water, kan bij deze ook op de schroothoop.
En het is waar. Ook als ik ga zwemmen (sorry, hier beginnen mijn thema’s geluid/lawaai en zwie-zwa-zwem een beetje door elkaar te lopen, maar ook dat komt door Ingrid, ik leg het je zometeen uit) is er steeds minder rust.
Onder water valt het nog wel mee, maar als je zoals ik schoolslag zwemt, breng je minstens de helft van je zwemtijd door bóven water, en daar is er veel geluid, lawaai en drukte. 
Ingrid raadde me naar aanleiding van mijn zwie-zwa-zwem-reeksje het boek De zwemmers van Julie Otsuka aan. Daar ben ik gisterenavond in begonnen hier in ons HomeExchange huisje in Zuienkerke. Eerst kregen we de kachel niet aan de praat, maar toen het vuur daarin eenmaal lekker knetterde, raakte ik ook op dreef in het verhaal.

Grinnikend van de pret las ik deze zin: ‘Mensen voor wie je moet uitkijken: agressieve baantjestrekkers, verbeten trappelaars, onbekommerde rugslagzwemmers, en ‘mannen van middelbare leeftijd die per se moeten versnellen zodra ze merken dat ze bijna ingehaald worden door een vrouw’.
Zo herkenbaar! Ik denk zelfs dat ik er ooit zelf al over heb geschreven.
Otsuka adviseert ook uit de buurt te blijven van de competitieve crawlers, en ook dat advies kan ik alleen maar onderschrijven nadat ik me voor de zoveelste keer verslik in een golf chloorwater door de deining die zij veroorzaken.
In de sauna na het zwemmen, is stilte ook een steeds schaarser goed. Zelden ben ik er alleen, en dat is helemaal niet erg want de sauna van het zwembadcomplex is er voor iedereen, maar hoe heerlijk zou het zijn als mensen daar gewoon hun mond hielden! Een sauna is geen babbelplek, het is een oord van rust en stilte.
Wat dat betreft, heb ik vandaag geluk: in het huisje hier in Zuienkerke is een sauna, en aangezien mijn Wim daar een hekel aan heeft, weet ik één ding zeker: vandaag ben ik zeker alleen in de sauna en zal er niets dan rust heersen, terwijl de storm buiten voortraast. Of ik na de sauna gebruik zal durven maken van de buitendouche, dat is weer een ander paar mouwen. Ciarán trotseren zal meer moed vergen dan ik in mijn lijf heb, en de storm is nog niet eens op zijn hoogtepunt, die gaat in de volgende uren nog aan kracht winnen, zo lees ik op de nieuwssites.

Maar terug naar de stilte en de vissen voor wie er net als voor ons mensen steeds minder van over blijft. Bij hen blijkt het een onverwacht effect van de klimaatverandering: door onze uitstoot van CO2 wordt het oceaanwater steeds een beetje zuurder. En omdat geluid in zuurder water volgens de wetten van de natuurkunde iets minder wordt afgeremd, draagt het geluid van bijvoorbeeld scheepsschroeven in een steeds zuurdere oceaan ook steeds verder. Voor het hele artikel kan je hier terecht, maar ondertussen blijf ik hier wel vol medelijden zitten in mijn erker (note to self: zo’n erker op de wish list van ons volgende huis zetten). Arme vis van Ingrid, arme walvissen en arme boom daarbuiten in de storm.
Ik denk dat ik nog maar een kop thee neem en heb te doen met Marie. Het is geen weer om een hond door te jagen. 

Antwoord uit de kattenmand ? Tik tik tik

Schrijver en collega-blogger Ingrid schreef - in het kader van onze wederzijdse blog-correspondentie - een geweldige reactie op mijn vorig blogje 'De luide medemens'. In antwoord verscheen haar blog Tik tik tik. Dat stuk kan je hier lezen.
Goed hè? 

Sinds De Morgen haar grootschalige burgeronderzoek naar geluid in Vlaanderen lanceerde, blijft het artikelen regenen over geluid, lawaai, stilte en de impact op onze gezondheid.
Zelf bleef ik er ook mee bezig. Ik merkte nog andere storende geluiden op die op het hinderlijke lijstje ontbraken: muggen en hun slaapverstorende gezoem! Elke dag executeren mijn man en ik zeker een mug of drie zonder enige vorm van proces en dan nog worden we wakker van gezoem.
Sam vindt zo’n insect af en toe heel leuk spelmateriaal, maar muggen vangen, ho maar.
Snurken! Ik ben de ergste van ons twee. En ook daar kan ik niks aan doen, mijn atopische constitutie is de boosdoener in dit geval: hooikoorts, astma en de kat die op ons bed resideert.

Aya Sabi schreef binnen dit thema ook een column over lawaai vs haar nood aan stilte. Ze besluit: ‘Ik ben hypersensitief, dat weet ik. Tegelijk weet ik ook dat de wereld te luid is.’
Ik ben het zo met haar eens. Die luide wereld is te vaak te luid.
En de tinnitusprofessor – audioloog moet ik eigenlijk schrijven – die gisteren in de krant aan het woord kwam over de vervelende tuut-ziekte die zoveel mensen treft, poneert heel stellig: ‘Onze problemen met geluid zijn een expressie van een overbelast brein. Mensen willen geen stilte, ze willen rust.’ Hear hear, zeg ik hardop tegen niemand in het bijzonder – Sam slaapt boven op bed en Billie scharrelt rustig rond tussen de stapel snoeihout die op een hakbijl wacht – en trommel eens goedkeurend met mijn knokkels op het houten tafelblad.
Verderop in datzelfde interview: ‘Het probleem wordt versterkt doordat we behoorlijk overprikkeld zijn. […] Mensen zijn overmatig gespannen en dan komen geluiden veel harder binnen.’
Tja denk ik dan, maar dat is een kip-en-ei-probleem. Wat was er eerst? Onze complexe, veeleisende en luide samenleving of de overprikkeling die maakt dat je dit allemaal lastiger verdraagt?

De tuut-professor vervolgt: ‘Veel heeft te maken met je emotionele en mentale staat. Hoe luid je geluid beleeft, is heel persoonlijk. […] Persoonlijkheid speelt daarin een rol. De patiënten die ik zie, hebben wel wat gemeen: ze zijn gevoelig, hebben de neiging om spanning op te kroppen, zijn perfectionistisch en houden van controle. Ze worden er gek van dat ze dat geluid niet kunnen controleren. […] Tinnitus is een alarmbel. Een psychosomatische klacht die wijst op andere problemen. Als je niet voldoende ventielen hebt waarlangs de druk kan ontsnappen, dan komt de stoom uiteindelijk bijna letterlijk uit je oren. Daarom is inzicht in hoe je zelf in elkaar zit en hoe je denkt heel belangrijk in de behandeling van tinnitus.’

Ik had gelukkig een disclaimer genoteerd in mijn blogje, namelijk dat het een niet-exhaustief lijstje betrof, dus u zult er als lezer vast zelf nog allerlei hinderlijks aan toe kunnen voegen. Het blijft nu eenmaal voor een groot deel subjectief, wat we kunnen verdragen en wat niet.

Dit stukje schrijf ik in het zachte nazomer-zonnetje aan de terrastafel. Twee tuinen verder ratelt de grasmaaier, en ergens achter mij wordt een haag bijgeschoren. Gelukkig is het zaterdag, dan mag het en heb ik er weinig last van. Op zondag verdraag ik dat geluid niet. En zo leren we bij, over hoe dat werkt met lawaai in ons brein.
Doe dus mee en leen uw oren aan De Oorzaak om geluid in Vlaanderen in kaart te brengen: demorgen.be/oorzaak.

Oh ja, u hebt allemaal de groeten van Sam. Die heeft nergens last van. Ze slaapt, op ons bed. Zodat ik vannacht weer een verstopte neus krijg en niks kan doen aan mijn gesnurk.

Naschrift
Dit blogje schreef ik op zaterdag. Ik kon het niet posten omdat er iets mis is met de automatische publicatieknop naar de volgers en naar Facebook, en zelf kreeg ik dat euveltje niet opgelost. De webmaster bleek met vakantie.
Zo werd het zondag. Buiten op het terras zat ik heerlijk met mijn neus in de weekendkrant toen verderop in de straat een heggenschaar de zondagsrust doorbrak. Vriendelijk ben ik gaan vragen om dat niet op zondag te doen. Nu zal ik wel het etiket van verzuurde buur krijgen. Maar wie weet hoeveel buren blij zijn dat toch íemand er iets van durfde zeggen.