Beste hondenbezitter

Beste hondenbezitter,

Allereerst wil ik u feliciteren met de rijkdom van het bezit van een eigen hond. Een verstandige keuze. Wellicht gaat het om die reden met uw mentaal welzijn beter dan dat bij het gemiddelde lockdown-slachtoffer het geval is. U wandelt tenminste. U komt buiten. U moet wel. Ook als het regent. Dus ik mag genoegzaam aannemen dat het met u best wel çava gaat. Met uw hond gaat het ook goed, denk ik. In ieder geval met zijn stoelgang.
Daarmee raak ik het punt waarvoor ik met enige schroom pen en papier ter hand genomen heb om deze brief aan u te richten. Al wekenlang wordt mijn gemoedsrust namelijk verstoord door een raadsel. Sta me toe hier te schrijven dat ik u niet begrijp, en dat ik hoop dat u uw licht kan laten schijnen over het vraagstuk dat mij van mijn nachtrust berooft.
Het betreft het volgende. U gaat geregeld wandelen met uw hond, zo hoort het, daar zit het probleem niet. Als uw hond dan een kakje doet, dan raapt u dat netjes op in een hondenkakzakje. Zo hoort het ook en tot zover ben ik helemaal mee.
Maar waar ik vervolgens met de pet niet bij kan, is dat u dit kakje, met zakje en al, ergens in het decor werpt.
Als vrijwillig zwerfvuilraper zijn de kakjes-in-zakjes mij een doorn in het oog. Hoe is het mogelijk dat een mens zijn hond uitlaat, het kakje in het zakje dropt en het vervolgens wegsmijt? Ik probeer u echt te begrijpen, ik zou het doodgraag willen snappen, maar het blijft me een raadsel.
Ik weet dat u zal argumenteren dat er niet genoeg vuilbakken staan en dat u geen zin hebt om het kakzakje de hele rest van de wandeling bij u te dragen – de hond doet zijn gevoeg wellicht meestal in de eerste kilometer van de wandeling – maar sta me toe dit onzin te noemen. Als u moeite doet om uw hond uit te laten, kan u ook moeite doen om een oplossing te vinden voor dit mineure probleempje. Volgens mij omvat de zorg voor een hond grotere problemen dan hetgeen hier ter tafel ligt, en schijnbaar bent u in staat geweest om ook die problemen op adequate wijze het hoofd te bieden, anders had uw hond al lang het loodje gelegd.
Het leven is nu eenmaal geen pad dat over rozen gaat en zijn wegen zijn niet afgezoomd met een vuilnisbak elke tien meter. U zal dus de nodige creativiteit aan de dag moeten leggen.
Ik wil u daar gerust bij helpen: ik kan zo tien oplossingen bedenken om het gevulde kakzakje weer netjes bij u thuis te krijgen alwaar u het dan in uw hoogstpersoonlijke vuilnisbak kan werpen, zonder dat het u onderweg veel hinder bezorgt.
Maar zoals bekend zijn de oplossingen die een probleemeigenaar zelf bedenkt altijd beter dan goedbedoelde adviezen van buitenstaanders.
Ik reken dus op een flinke dosis creativiteit en inventiviteit uwentwege.

En die creativiteit is níet om het zakje dan maar snel in het rioolrooster te werpen, die truc heb ik ook al door.
In de straat die ik hier in mijn buurt regelmatig opruim, vind ik in het doorgangspad tussen twee huizen wekelijks makkelijk tien tot vijftien gevulde kakzakjes. Het is dus niet zo dat het zakje u per ongeluk uit de handen glipte. Nee, u gebruikt dat gangetje structureel als vuilbak. Dat stuit me tegen de borst.

En ik ben niet de enige. Op het nieuws kwam een medewerker van Natuurpunt aan het woord die ook al klaagde over de weggegooide kakzakjes, zijn ogen groot van verbijstering over deze vaststelling. Het gebeurt dus niet alleen in Turnhout, u bent niet de enige.

Graag wou ik het met u nog over een tweede aspect hebben van de kakzakjes die u dichtgeknoopt en wel laat rondslingeren achter uw eerwaardige gat.
Namelijk dit: vindt u het normaal dat iemand anders die zakjes achter uw gat moet opruimen? Wat maakt u dat? Arrogant? Onverschillig? Gemakzuchtig? Egoïstisch? Lui? Asociaal? Ik ben nog op zoek naar het juiste adjectief.
Nu zult u argumenteren dat niemand mij vraagt om dit op te ruimen, maar íemand zal het toch moeten doen? En aangezien u het zelf vertikt, zal die iemand een vriendelijke, hulpvaardige, goedhartige, genereuze zwerfvuilvrijwilliger zijn. Ik bijvoorbeeld. Ik zeg maar wat. Het kan ook zijn dat u zich – als ik u niet voor geweest was – na de wandeling met uw hond terug naar de plaats delict had begeven om alsnog het weggesmeten kakzakje op te halen, maar iets zegt me dat dit niet heel waarschijnlijk is.
U schijnt het volkomen vanzelfsprekend te vinden dat iemand anders de rommel achter uw gat, en dat van uw hond, opruimt.
Awel, hierin verschil ik hartgrondig met u van mening. Ik vind dat níet normaal.

Bent u daar nog, beste hondenbezitter?
Want wat ik eigenlijk gewoon wilde vragen: denkt u volgende keer ook aan mijn welzijn en dat van uw medemens en neemt u voortaan alstublieft in het vervolg uw ingepakte kakje terug mee?
Ik zal u hoogst erkentelijk wezen.

Grote groet,
Martine Schrage
53 jaar
Zwerfvuilvrijwilliger van beroep