Niet naar de kerk geweest deze zondag, en toch met een zending en zegen naar huis. Niet van de pastoor maar van twee filosofen deze keer. Herman De Dijn en Tinneke Beeckman waren te gast op de eerste aflevering van ‘Nagedacht’ in de Warande. Een programma waarin journalist Joël De Ceulaer de wijsgeren bevraagt over het nieuws van de afgelopen week en vooral over de waan en hoe daarmee om te gaan.
Vanzelfsprekend levert dat boeiende gespreksstof op.
Waar het hart van vol is, loopt de mond van over. Dat bleek bij Tinneke Beeckman niet anders. Ze is onlang moeder geworden en fulmineerde tegen onze moralistische maatschappij. En vooral: hoe sluipend dat normeren zich oplegt. Van de kleren die je draagt, het voedsel dat je eet, de boeken die je leest en de kranten die je koopt. Vanaf het moment dat je een kind op de wereld zet, worden die keuzes nog prangender. Het opvoedpad blijkt bezaaid met wolfijzers en schietgeweren. Tinneke prees zich gelukkig dat ze een wat oudere kinderarts had, die dat hele circus met de afstandelijkheid van de wijsheid der jaren bekeek en haar gids was op de woelige baren van de babytijd.
Zo’n gids had ik ook. Een wijze oudere vroedvrouw, Madeleine. Ze masseerde mijn buik in de dagen na de bevalling met die stevige handen van haar en noemde me ‘vrommes’ (vrouwmens) als ze me geruststellend toesprak over het één of andere kraambedongemakje.
Mijn oudste kind was in zijn eerste levensjaar onverzadigbaar. Het wurmpje had een oneindige behoefte aan troost, wiegen, dragen en borstvoeding. Waar de borstvoedingsmaffia me de gulden regel van het voeden op verzoek oplegde, was de flesvoedingsmaffia overtuigd van de noodzaak van strikte voedingsschema’s. Ik ging er helemaal voor en voedde op verzoek. Oneindig verzoek. Twaalf keer of meer per dag was meer regel dan uitzondering. En elke keer kreeg ik op mijn kop van de verpleegsters van Kind & Gezin die het daar niet mee eens waren. Hooguit acht keer per dag voeden, berispten ze me. En mijn baby dan maar hartverscheurend laten huilen? Dat kon ik niet. Toch was het slagen van de borstvoeding voor mij heel belangrijk.
Mijn wijze vroedvrouw wist raad: ‘Dan zeg je toch gewoon dat je acht keer per dag voedt?’ Dat simpele advies was goud waard. Ik gaf mijn wurmpje wat het nodig had (Eten! Nu! Dringend!), en loog glashard tegen de verpleegsters. Alleman content. Mijn onverzadigbare baby groeide uit tot een verstandige en superstabiele kerel waar ik apetrots op ben. Soms moet je lak hebben aan de norm en je eigen weg gaan, tegen de verdrukking in.
Tinneke stuurde de ochtendlijke bezoekers van ‘Nagedacht’ deze zondag in met de wens om in deze normatieve tijden de wijsheid te vinden om het onderscheid te kunnen maken tussen het dringende en het belangrijke. Ik wens het haar toe om een wijze mama te zijn voor haar kinderen. Dat ze helemaal zelf durft te beslissen wat voor haar moederhart belangrijk is. Met de hulp van haar wijze kinderarts.
(Al is het nog beter om gewoon naar de huisarts te gaan, dat getuigt helemaal van wijsheid 😉
Prachtig, Martine… Dat zal Wouter getuigen, met ondertussen de afstandelijke wijsheid der jaren