430 000 Kilometer heeft het beestje erop zitten. Dat is een vier, een drie en daarna nog víer nullen. Oftewel bijna elf keer de aardbol rond. Al is hij nooit buiten Europa geweest.
De Touran heeft het begeven. We kochten de Volkswagen in de herfst van 2004 – Stella was nog niet eens geboren – en hij heeft ons hondstrouw al die jaren van hot naar her gebracht. Hij heeft kinderen, fietsen, snoeiafval, bergen boodschappen en nog grotere bergen bagage, een rolstoel, verhuisdozen en een occasionele patiënt vervoerd. Een trekhaak was dan ook een belangrijk item toen we beslisten over de aankoop. Verduisterde ramen achteraan ook maar dat vergat de verkoper aan te vinken op het wensenlijstje waarna we jaren gezeur van de achterbank moesten verdragen over ‘de zon in m’n gezicht’ en ons behielpen met lakentjes en zuignap-schermpjes aan de binnenkant van de ramen.
In zijn topjaren boemelde hij 800 kilometer per week.
Hij bracht ons naar werk, familie, uitstapjes, vakantie en retraites. Ik heb erin gereden, gelezen, geslapen, muziek geluisterd, gegeten, koffie gedronken, thee gedronken, gekletst, gevloekt, gelachen, gehuild. En nee, voor zover ik mij herinner is er in deze auto niet geflikflooid.
Maar nu is hij kapot. De koppeling heeft het begeven. Dat kan gerepareerd worden, maar de auto is hoogbejaard en zo’n dure grap niet meer waard. Hij staat nu stof te vergaren onder de carport. Opgebaard onder een steeds groener pollentapijtje. Tot we hem ritueel te grave zullen dragen naar het autokerkhof.
We zitten met z’n vijven aan tafel in het zonnetje en ik vraag input voor de blog die ik ga schrijven over de Touran. Meteen komen alle tongen los. Een fontein aan herinneringen en anekdotes welt op.
‘Weet je nog dat verjaardagsfeestje van jou, Wouter? Toen Niels zo gefrustreerd raakte dat hij eerst het stickerboek dat je gekregen had kapot scheurde en vervolgens de stoelbekleding kapot beet?’
‘En dat klepje van de airco achterin dat kapot is waardoor wij altijd koude voeten hadden?’ wil Wouter weten.
Wim antwoordt prompt: ‘Oh dat was al meteen de eerste week dat we de auto hadden kapot: Arthur had er met zijn beentjes tegen zitten schoppen toen ik soms nog taxi speelde in mijn huismanperiode, en we de auto ombouwden tot een busje met zeven stoelen. Die zeven stoelen hebben ook goed dienst gedaan als taxi naar hockeywedstrijden en kinderfeestjes.’
‘Je moet ook schrijven dat er twee kinderen in hebben leren autorijden,’ mengt Jerome zich in het gesprek, ‘en hoe stom het is dat ik nu met dat kleine autootje van jou moet leren rijden. Dat heeft niet eens versnellingen, dat is geen echte auto.’
(ik vind van wel, ik ben fan van dat kleine maar luxueuze autootje. Maar dan ook meteen de enige fan want de rest van het gezin is tegen. Wim vindt de auto veel te klein en zit dubbelgeplooid achter het stuur, Jerome vindt een automaat iets voor luie mensen zonder passie voor techniek en de rest van het grut houdt zich neutraal bij het oordeel dat ‘dat geen gezinsauto is’. Daar valt natuurlijk weinig tegen in te brengen.)
Dan is er nog dat mooie verhaal dat de auto in het begin hardnekkig Duits bleef spreken. Herhaaldelijke resets en updates ten spijt. Uiteindelijk moest het hele systeem vervangen worden om die Duitse vrouw eruit te zetten – Wim zegt dat het Helga was, jeweetwel, die met de big boobies. Waarna de gps eindelijk Nederlands sprak en we de meldingen van de boordcomputer konden lezen. Het navigatiesysteem raakte na tien jaar zo verouderd dat er geen DVD’s meer te vinden waren met recente kaarten, dus gebruikten we illegale gekraakte versies. Die niet altijd even betrouwbaar bleken, maar zo komt een mens nog eens ergens.
Ieder heeft er zijn eigen herinneringen aan blijkbaar. Ik denk terug aan de eerste dag dat ik hem had en mijn collega me betrapte toen ik stiekem een blik wierp op mijn mooie auto die daar in de zon stond te blinken van nieuwigheid.
Ook de ezeltjes-wandelvakantie in Frankrijk was een memorabel hoogte- en soms dieptepunt: ik alleen met víer kinderen die hele rit heen en terug.
Het is de enige auto die we ooit nieuw kochten, en meteen ook de laatste. Tweedehands bevalt uitstekend, al is de Touran elke cent meer dan waard geweest als je de rekensom per gereden kilometer maakt.
Wim roemt de weinige mankementen: slechts één accidentje (toen een camion van Bpost de bocht te kort nam), één flinke roestplek en nog steeds de originele uitlaat.
Zelf heb ik er nooit een ongeluk mee gehad, wel ooit een angstig moment toen ineens op de ring van Turnhout alle electriciteit in de auto uitviel: geen licht meer, geen stuurbekrachtiging en geen richtingaanwijers. Met alle kracht heb ik de auto nog net op de parking van de Volkswagengarage kunnen wringen – het scheelde geen haar of ik had de slagboom mee gehad – waarna alles uitviel en er geen millimeter beweging meer in te krijgen was. Het was laat in de avond, ik heb de auto schots en scheef laten staan en een briefje in de brievenbus gestoken om te zeggen dat ik zou bellen. Te voet naar huis, weer een stoer verhaal rijker. Met dank aan een kapotte alternator.
Verder heb ik bij de praktijk in Tilburg twee keer hetzelfde paaltje geramd ondanks sensoren aan alle kanten. Daar had ik een geldig excuus voor – dat heeft een vrouw altijd.
Na jaren met een vervuilende diesel te hebben rondgereden, gaan wij onze schuld aflossen: we zijn de trotse eigenaars geworden van een deelauto. Ja, we hebben een Cambio-abonnement genomen en worden hippe groene autodelers. Ben zeer benieuwd hoe dat ons zal bekomen. Ik ben alvast aan het breien geslagen: een paar geitenwollen sokken voor Wim en mij.
Hoewel ik meer en meer mijn fiets gebruik, ik zou niet kunnen zonder mijn auto. Geef hem maar een mooi afscheid.
Jammer van de Touran, maar hij heeft zijn diensten meer als bewezen, als ik het zo lees.
Ben heel benieuwd naar jullie ervaringen met autodelen!