Wondermedicijn

Bart, de arts-assistent gynaecologie, snottert zich van handdoekautomaat naar handdoekautomaat terwijl hij me rondleidt over de afdeling waar ik de volgende vier maanden zo’n beetje zal wonen. Ik ben vierentwintig, zit in mijn zesde jaar geneeskunde en doe mijn stages gynaecologie-verloskunde-pediatrie in het Sint-Jozef ziekenhuis in Turnhout (B).

Maar ik ben moe. Nog moe van de afgelopen drie maanden in Geel waar ik chirurgiestage deed, moe van de lange dagen en de onderbroken nachten, moe van de vele wachtdiensten en moe van de winter. Vele dagen gaan voorbij zonder dat ik daglicht zie of buitenlucht proef. Ik slijt mijn dagen in ziekenhuisgangen en -kamers. En het zal alleen maar erger worden: in Turnhout heb ik één wacht op twee. Per 48 uur heb ik er twaalf voor mezelf. Als het er al zoveel zijn.

Daarmee ben ik een makkelijke prooi voor virussen en ander ongerief. Dus sjok ik snotterend achter assistent Bart aan en ruk al even gretig papier uit de dipensers om mijn neus toeterend in leeg te snuiten. Bart houdt er – alle gesnotter en gesnuif ten spijt – flink de pas in. Hij is van het imponerende soort: zijn alwetendheid verlamt mij als bleu coassistentje behoorlijk en dan is hij nog razend knap ook.

De afstand tussen ons is onoverbrugbaar, zo lijkt het. Tot ons wederzijds gesnotter eindelijk het ijs breekt: na de tiende zakdoek kunnen we niet langer de schijn ophouden en doen alsof dit allemaal normaal is. We kunnen er niet níets over zeggen. Ik capituleer als eerste en merk op: ‘zodra ik straks thuis ben, ga ik meteen mijn wondermedicijn nemen’.

‘Ja, ik ook’, zegt Bart.

Nu word ik nieuwsgierig, maar ik durf niet bekennen aan zo’n man van de harde wetenschap dat ik een homeopathisch middel gebruik. Mijn moeder voert me al mijn leven lang Echinaforce-druppeltjes bij elke verkoudheid.

‘Oh ja? Wat neem jij dan?’, vraag ik.

‘Echinaforce van Dokter Vogel’, antwoordt hij stellig.

Waarna we beiden in de lach schieten en weer een zakdoek vol snuiten.

Ach, zoals gezegd, we waren nog jong en wisten nog niet veel.

(Deze tekst verscheen eerder op Medisch Contact – medischcontact.nl)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.