Observatie: mannen zwemmen in het midden van de baan. Zwemt de vrouw sneller dan de man, dan gaat hij niet opzij om haar te laten passeren.
Zwemt de vrouw sneller dan de man en komen ze ongeveer tegelijk aan het keerpunt, dan zal de man haar niet als eerste laten starten aan het volgende baantje, maar toch zelf gauw afduwen om een nieuwe baan te gaan trekken. De vrouw zoekt het maar uit.
Zwemt de vrouw sneller dan de man, en wordt het echt een kat-en-muis-spel, dan zal de vrouw zich moeten aanpassen: ze geeft hem baan, ze keert al halverwege om toch enkele baantjes uit zijn vaarwater te blijven, ze trekt haar plan en zal de confrontatie uit de weg gaan.
Als de vrouw sneller zwemt, zal de man nog liever verhuizen naar de naastliggende crawlbaan en daar met een sullige crawlslag laten zien dat hij sterker is.
Zomaar wat observaties tijdens het baantjes trekken, die redelijk universeel blijken, want het overkomt me keer op keer.
Na de inspanning van de baantjes, volgt de ontspanning van de sauna. Daar is het nog erger. Ook daar enkele observaties: mannen moeten geluid maken. Ze zuchten, smakken en steunen als het daar wat warm wordt. Ze klakken met hun tong en maken ‘tss tss’-geluiden. Ze wrijven eindeloos over hun lijf, hoe dik of dun, hoe aantrekkelijk of afstotelijk het ook mag zijn. Ze wrijven over hun wangen en baard, ze halen hun neus op en schrapen hun keel. Waarna ze nog eens uitgebreid over hun lijf wrijven en zuchten. Ik denk dat ze zichzelf erg graag zien.
‘Man, blijf eens twee seconden van dat lijf af’, wil ik ze toeroepen, ‘vind je jezelf zo geweldig?’ Maar ik houd mijn mond en erger me in stilte. Waarom het aanwezig zijn zo benadrukken? Ik krijg het gevoel dat ik op een apenrots beland ben waar de mannetjes alles uit de kast halen om te tonen: ‘Kijk ik ben hier. Zie mij eens belangrijk zijn!’ Mij stoort het alleen maar, en weet je wat ik dan doe?
Hoe meer geluiden daar, hoe stiller ik word. Zo kan het ook, laat ik dan eigenlijk zien. Of – ook leuk – ik ga spiegelen. Elke keer dat zij zuchten, zucht ik. Wordt er gekrabd of gewreven, ga ik dat zitten naäpen. Ik krijg er zowaar plezier in.
Mannen komen toch echt van Mars. En dat daar water is – en zelfs een sauna – heb ik bij deze uitvoerig bewezen.
De man is aanweziger dan de vrouw. En competitiever. Tenzij je tegen mij zwemt. Van alle trage zwemmers ben ik de snelste. Ik haal je toch in.
Heel herkenbaar, al erger ik me nog het meest aan de “tetterende” vrouwen die twee aan twee naast elkaar zwemmen! Ik ben trouwens zelf verhuisd naar de crawlbaan, waar ik uiteraard iedereen die op minder dan 5 meter achter me zwemt, braaf voor laat aan het keerpunt!
Haha! Ja, ook over vrouwen in het zwembad valt veel nog veel te zeggen. Jouw 2-aan-2-zwemmende vrouwen zijn ook heel herkenbaar! En wat te denken van de drijvende zeekoeien: die hangen gewoon in het water en lijken geen meter voor- of achteruit te gaan. Al corrigeer ik mezelf altijd meteen als ik zoiets denk. Ik spreek mezelf dan streng toe: ‘maar ze bewegen tenminste! Ze gaan de deur en doen moeite voor hun gezondheid. Bravo!’