Hoe dat tijdschrift op ons toilet belandde, is weer een heel ander verhaal, maar omdat ik er toch niks anders omhanden had, begon ik erin te bladeren. De Autoweek Special van 2018. De nieuwe Suv’s – gaap. Wie zal het pleit winnen -geeuw – Tesla’s nieuwe model 3 of de 3-reeks van BMW? Gaap, geeuw, blader, blader – en zo valt mijn blik op een artikel met de titel : ‘Booskijkers, de agressieve uitstraling van moderne auto’s’. Kijk, dát vind ik nu eens een leuke invalshoek.
Auto’s kunnen mij maar matig interesseren. Ze moeten altijd starten, ze moeten rembekrachtiging en airco hebben en voor de rest niet teveel onderhoud vragen. Ik kan er mijn goeie geld niet aan geven, het is een gebruiksvoorwerp en daarmee basta. Mijn laatste auto kocht ik tweedehands onderweg op een joggingtochtje. Ik had een heel precies bedrag in mijn hoofd waar ik geen cent boven wou gaan, en het autootje had alle opties van mijn summiere wensenlijstje. Deal dus. Ben er nog altijd blij mee.
Nu ik er sinds dat artikel in de Autoweek op let, merk ik dat het klopt: boze autogezichten zijn in en het blijkt zelfs dat daar een hele studie aan gewijd wordt. Zo leer ik in dit artikel dat er weinig ruimte meer is voor ingetogenheid: ‘Steeds meer auto’s eisen op een weinig verfijnde manier de aandacht op, ze ogen ronduit dreigend’. Het heeft zelfs een naam: ‘De Trumpisering van het autodesign’. Maar de stemming verandert: ‘Steeds meer mensen beginnen zich te ergeren aan de hongerige muilen in hun binnenspiegel, die alles met huid en haar lijken te willen verslinden’.
Hoe je een auto er agressief laat uitzien, dat lees ik er ook: om ter grootst, de indruk wekken dat een auto een masker draagt of een muil heeft, de pijl-illusie, het pantser-principe en het woede-principe (‘samengeknepen ogen met lage wenkbrauwen’).
Het artikel besluit hoopgevend: ‘Het wordt tijd dat de designers weer even terugschakelen, want de spanningen zijn met leiders als Trump, Erdogan en Poetin al groot genoeg in de wereld. Elkaar angst aanjagen op de weg is dan ook geen goed idee. We hebben dringend behoefte aan meer elegantie en transparantie. De openbare weg is immers geen oorlogsgebied,’
Wat zegt dat over ons mensen, dat wij steeds bozere auto’s willen? Zijn we zo onzeker geworden dat we ons zo moeten laten gelden?
Ik hou het maar gewoon bij een mens- en milieuvriendelijk fietsje. Paar waterdichte fietstassen, vrolijk zadeldekje en handig mandje voorop voor mijn handtas. Alleen de bloemenslinger en de lieveheersbeest-fietsbel aan het stuur ontbreken nog, dat laat ik over aan de bakfiets-generatie. Vrolijk groet ik iedereen die mijn pad kruist. Van fietsen word ik vrolijk.
Zie mij en mijn fietsje eens vriendelijk lachen naar de mensen. Fietsen kijken niet boos. De wereld is al zuur genoeg.
Heerlijk stukje. k Ga meteen paar fietsers meer voorrang geven met mn bus. Zolang ze nie via een ZEBRApad de weg overvliegen!?