Laatst kocht ik in de AS Adventure de grootste maat weekendzak op wieltjes, 142 liter. Beide aspecten waren even belangrijk: de grote inhoud om alles mee te sjouwen wat ik maar wil en de wieltjes om ondanks die enorme hoeveelheid bagage toch een beetje elegant – dus niet puffend en met een knalrood hoofd – op de geplande bestemming te arriveren.
Er zijn vast mensen die een jaar op wereldreis kunnen met wat ik meesjouw voor een simpel weekendje, maar ik heb me erbij neergelegd: ik ben een sjouwer, en daarvan dan weer de overtreffende trap.
Wat ik dan zoal meesjouw? Nou, om te beginnen natuurlijk mijn meditatiespullen: kussen en schapenvachtje. Een timer en wat flesjes aromatische olie horen daar ook bij. En een comfortabele omslagsjaal om de schoudertjes warm te houden in de vroege ochtend.
Niets zo lekker als een kop thee na het mediteren, dus daarvoor heb ik altijd een waterkoker, een beker en een blikje thee mee. Koffie is mijn beste maatje bij het schrijven, vandaar: oploskoffie en een fijn kopje mogen niet ontbreken.
Mijn eigen hoofdkussen sleur ik ook overal mee naartoe. Dat is zo’n fijn Tempur kussen, alleen is het nadeel van Tempur dat het zwaar en groot is, en niet comprimeerbaar. Maar mee gaat het.
Verder in de tas alles wat een mens zoal nodig heeft aan toiletgerief, nachtgoed, een boek om te lezen en de verzameling brillen die een verziende vijftigjarige nodig heeft om de wereld om haar heen nog een beetje te kunnen onderscheiden. Ook een zonnebril dus.
En lenzenspul, want met lenzen valt het nog niet zo op dat ik toch echt een verziende vijftigjare ben. Ter behandeling van eventuele pretbedervende kwaaltjes, zit er in de tas ook een pillenpotje. En mijn astmapuffertje.
Hebben we het dan? Dat had je gedacht. Een mens moet kunnen bewegen. Daar horen loopkleren bij of stapschoenen. Of zwemspullen als er een zwembad voorzien is.
Jas, regenjas, zonnehoed… voorzien op alle weerstomstandigheden.
Wat ik dan ben gaan doen? Oh gewoon, een paar dagen schrijven op de Veluwe met een clubje schrijfvriendinnen. Voor het schrijven heb ik nog wat extra attributen nodig: zo’n handig kussen om op schoot te leggen om op de laptop te werken. Een klein houten tafeltje waarmee ik elke tafel omtover naar een stabureau. Laptop, opladers, schriftjes, schrijfblok, potje inkt om mijn vulpen te vullen, koptelefoon om de muzak van de wereld buiten te sluiten en mijn wereld te verkleinen tot een knus coconnetje van pure concentratie.
Heb ik eigenlijk wel kleren bij? Amper. Een mens moet zich kunnen beperken.