Elke keer is de laatst bezochte bib de mooiste. De verrukkelijkste ooit gezien. Ik heb er zestig fietskilometers en drie en een half uur voor over gehad, grotendeels tegen de wind in, langs de magnifieke Netevallei (ik wist niet dat Vlaanderen zo mooi kon zijn, steeds weer sta ik versteld van dit soort prachtige ontdekkingen zo dichtbij huis), en o god wat was het dat allemaal waard om de laatste bib-aanwinst te bezoeken.
Het Predikheren in Mechelen.
Bijna miste ik hem nog na al die inspanning, want, aangekomen in Mechelen, meldt Google Maps me: ‘mogelijk gesloten als u er aankomt’. Dat was gelukkig buiten de vrijwilligers gerekend. Want de koffiebar mocht dan inderdaad gesloten zijn, de vrijwilligers hielden de bib gelukkig open op zondag ná het officiële sluitingsuur van 13u.
Gelukkig heb ik zelf koffie bij.
In tegenstelling tot de agressief-assertieve Nederlander in een rolstoel die de chef van de Barbib toesnauwt dat het een schande is dat hij niks te drinken kan krijgen op deze zondagnamiddag. Ik zie de vrouw naast hem ineenkrimpen van plaatsvervangende schaamte. De chef antwoordt de nare man vriendelijk: ‘Mijnheer wij zijn zeven op zeven open, alleen op zondagmiddag sluiten we. Wij hebben ook een gezin en ik hoop dat u daar begrip voor heeft.’ Zijn kalmte en geduld zijn bewonderenswaardig. De assertieve Nederlander is netjes op zijn nummer gezet en zit nog een tijd na te mopperen. Ik kan er met mijn verstand niet bij hoe iemand nog iets te mopperen kan hebben temidden van deze tuin van Eden. In de voormalige kloostertuin is een heerlijk binnenterras aangelegd waar ik even kan bekomen van de fietstocht voor ik deze boekentempel durf betreden. Een jazzy muziekje brengt me alvast in de juiste stemming.
Hoewel… dat is helemaal niet nodig. Voor bibliotheken ben ik altijd in de stemming. En van deze ga ik helemaal dromen…. die balken! Al dat hout! De collectie!
Ik was al wég van de bib in Hasselt, van de LocHal in Tilburg, van die in Amsterdam aan de Oosterdokskade. Maar Het Predikheren spant de kroon. Bij gebrek aan passende superlatieven, zal ik het er maar op houden dat als de nieuwe bib in Turnhout ook maar een fractie van de sfeer en de charme van Het Predikheren heeft, dat ik dan de gelukkigste inwoner van Turnhout ben.
Misschien ben ik een beetje endorfine-high van het fietsen, misschien lag het aan het prachtige zonnetje vandaag in deze natte herfst, maar echt, het is de mooiste bib die ik in mijn leven al heb gezien.
Van zo’n bib krijgt een mens schrijfgoesting. Hier hangt inspiratie en energie in de lucht. Net als musea verlicht een fijne bib een mensenhart. Het mijne toch.
Ik wandel langs de leestafels – sfeervolle ledverlichting, stopcontacten op elke werkplek – en mijn blik blijft haken achter ‘De gids. lijfblad voor lezers en schrijvers’. Nooit van gehoord. Ik blader er wat in, lees een verhaal van Daan Herma van Voss en sla alweer aan het dromen… ik wou dat ik zo kon schrijven!
Voor ik helemaal wegzweef, ga ik alle trappen weer naar beneden en zet me terug in de kloostertuin met mijn zelf gebrouwen koffietje. Ik diep deel vijf van ‘De zeven zussen’-reeks uit mijn tas en lees verder waar ik gisterenavond in slaap gevallen ben. Wat een verslavende reeks. Lucinda Riley, de auteur, raakt nog niet aan de hielen van Heerma van Voss, haar boeken zijn literaire fastfood volgestouwd met het ene cliché na het andere, maar haar verhalen zijn meeslepend en er is niks mis mee om je af en toe te laten meesleuren in een wereld waar alle droomjurken roomwit zijn, waar jonge vrouwen steeds op hun onderlip bijten en waar ze bij bosjes vallen voor altijd weer een lange donkere man met woest aantrekkelijke ogen.
Je moet niet verder willen springen dan je stok lang is. In mij zit geen Lucinda Riley noch een Heerma van Voss verborgen maar van dit uitstapje ben ik helemaal opgeladen en voldaan vat ik de terugtocht aan. Al die inspiratie heeft toch maar mooi weer een blogje opgeleverd.
Toch ben je een van mijn favoriete schrijvers/bloggers. Je schrijfstijl neemt me telkens mee op pad. Je moet inderdaad niet verder springen dan je stok lang is, maar je stok is groter dan je denkt.
Ha, die opmerking van Marie, die had ook van mij kunnen komen.