Oké, we mogen niet meer op café gaan, niet uitgaan, niet dansen, er mag vanalles niet. Maar omdat een mens af en toe echt zijn buik vol heeft van wandelen, trok ik er een dagje op uit.
Een heerlijk dagje Gent met goede vriend Luc. Het zonnetje schijnt dapper op de sneeuw. De stad is een plaatje. Er hangt een fijn sfeertje in de straten, mensen genieten van de stad, overal zijn koffietentjes open voor take-away en de geur van verse wafels waait uit vele winkeldeuren. Er is zelfs vers schepijs voor wie het nog niet koud genoeg heeft.
We mogen vanalles niet, maar there’s allways a way out. Ik heb kaartjes voor ‘Universal Tongue’: een video-installatie van de Nederlandse kunstenares Anouk Kruithof in de Vooruit (Luc en ik kunnen het niet laten om even te kappen op arrogante Conner die de naam van dat mooie instituut openlijk wegkaapte bij vol daglicht). En mán, wat doet dat deugd: al die dansende lijven en zalige moves op al die grote videoschermen om je heen. En dan die beats!
Je weet niet wat je mist, tot je het ziet of voelt. Ik ben geen fuifbeest, maar ik kan mijn voeten niet stil houden en mijn hele lijf wil acuut aan het dansen slaan. Lockdowns doen gekke dingen met ons, een mens gaat haast dromen van nachtelijke raves waar geen einde aankomt.
Maar ga naar die expo! Een perfect antidotum tegen alle negatieve berichtgeving waarmee we al maanden overspoeld worden. Iets om gewoon blij van te worden. Dat heb je af en toe nodig. Zelfs met deze vriestemperaturen en een mondmasker aan, ben ik weer helemaal opgeladen door het plezier van al die dansende mensen, ik waande me weer even twintig, het gevoel op een fuif uit een ver verleden te zijn was zalig.
‘We beseffen niet hoe verwend we waren’, zeg Luc, ‘door alles wat we nu missen, merken we pas hoe vanzelfsprekend we het allemaal vonden’. Luc heeft gelijk. Toen ik onlangs op TV een man in een restaurant zag zitten met een grote plateau voor zijn neus en een goed glas wijn erbij, werd mijn blik helemaal glazig terwijl het kwijl me bijkans uit de mond liep. Het leek wel of ik naar een science fiction scčne aan het kijken was.
Na een warme choco en een wafel op een bankje in de stad, bracht de trein me weer veilig terug naar huis. Oortjes in, nagenieten, helemaal zen…
Net als de verlichting je na een zenretraite eerder overvalt aan het bushokje op de terugweg dan tijdens de urenlange meditaties, zo merk ik meestal de helende kracht van kunst pas ten volle op de weg naar huis.
Precies op dat moment sluipt Nina Simones zoetgevooisde stem zachtjes mijn oren binnen… and I’m feeling good… tada… tada…
Het wonder der verlichting is weer geschied.
“We beseften niet hoe verwend we waren.” Youth is wasted on the young…
?
Ha Martine, fijn, en zo positief.
P.S.: Dat hoorde ik ook meer dan eens: ‘es ginge uns viel zu lange viel zu gut’.
schoon gezegd en zo waar!