De badplank

Nog geen drie bladzijden ver in het boek waar ik net in gestart ben, heb ik de schrijfster al in mijn hart gesloten. Jenny Colgan. Ik kende haar totaal niet en had gewoon in een opwelling haar roman ‘Op goed geluk’ uit het Sprinter-rek in de bib meegegrist vanwege de aanbeveling ‘feelgood roman’. Voor feelgood ben ik altijd te vinden.
Meestal zijn feelgood boeken van eenzelfde hersenloze eenheidsworst als Vijf-films op TV, vulsel dat makkelijk weghapt, maar Colgan won mijn sympathie door de leestips waar ze het boek mee begint.
Ze blijkt een fervent lezer en begint met een opsomming van alle mogelijke en onmogelijke plaatsen waar ze boeken verslindt. Zoals daar zijn: in bad, in bed, op de metro, op het toilet als je op een feest bent waar je niet wil zijn, in een boom, in het ziekenhuis, tijdens het tandenpoetsen, in restaurants, kerken, hangmatten en ja, het kan ook gewoon thuis op de bank bij de kachel. Of bij gebrek aan kachel bij kaarslicht.
Weinig van die plaatsen waren nieuw voor mij, ik ben mijn leven lang al een even fervent lezer geweest. Toch had ze een paar geweldige plaatsen en tips die voor mij nieuw waren. Bijvoorbeeld: als je in bad leest op een e-reader, draai dan de bladzijden om met je neus, dan hoef je niet steeds je handen af te drogen. Of ook: lezen terwijl je borstvoeding geeft!

Nu was ik na drie kinderen erg bedreven geraakt in de kunst van het borstvoeden (op café zonder ook maar een tiet in beeld, in bed kon ik beide kanten geven zonder dat ik me ervoor op m’n andere zij moest draaien en op den duur kon ik het gewoon zonder wakker te worden -als je maar moe genoeg bent, gaat dat trouwens vanzelf) maar lézen tijdens het voeden? Nee, dat had ik nog nooit gedaan.
Lopend lezen heb ik dan weer wel gedaan, vaak zelfs. Als ik niet kan kiezen tussen wandelen (wat ik vind dat ik dan moet doen) en lezen (wat ik dan wíl doen). Ik wist eigenlijk niet dat andere mensen dat ook deden, lopend lezen, maar kijk: Jenny doet het ook.

Dan volgt nu hier mijn waardevolle aanvulling op haar tips, het verhaal van de plank, waarvoor ik hier graag een warme pleidooi wil houden.
Al jaren wou ik er één hebben, zo’n badplank als die waarover ik ooit een verhaal las in de Knack (zie foto onderaan). Ik had het verhaal bewaard en ben het speciaal voor deze blog gaan zoeken. Niet zonder enige trots kan ik u melden dat ik het artikel binnen een kwartier had opgediept uit mijn mooie-verhalen-en-foto’s-archief en dat het artikel uit 1993 blijkt te stammen. 1993! Zó lang heeft het liggen rijpen om nu zelf te mogen dienen als schrijfinspiratie.
Het verhaal was zo aanstekelijk dat ik ervan droomde om zelf zo’n badplank te mogen bezitten. Toch kwam het er op een of andere manier nooit van. Zoals dat vaak gaat met dromen en droompjes.
Tot de Casa ineens een stapel badplanken in de aanbieding had een paar maanden geleden, 25€ het stuk. Ik kocht er één.

Het blijkt de beste investering ooit. De plank is ideaal om bij het badderen potjes en flesjes bij de hand te houden, draagt met plezier een kop thee en een boek, maar ik heb er na een slopende nachtdienst ook al op liggen Netflixen, het vermoeide lijf ondertussen wekend in een sopje van exquise olieën.

Nog uit te proberen op de plank: een glas wijn – de plank heeft een speciaal houdertje om de voet van het wijnglas te beveiligen – en kaarsjes.
Maar eerst ga ik dit boek uitlezen. Dan kan u ondertussen genieten van dat heerlijke stuk van Gommaar Timmermans uit ’93 over zijn ‘plankier van plezier’, waarover hij besluit: ‘Samen in bad, alweer een medicijn temeer voor wat iemand ooit de lieve last van het leven noemde.’
I rest my case.

2 gedachten over “De badplank

  1. Marg Vlemmix schreef:

    Maar mijn lievelingsschrijfester is tot nu toe toch wel Nicci French, grandioos, maar er zijn zoveel erg goede, de Noorse schrijvers vind ik ook geweldig, Henning Mankell, die is erg spannend!

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.