Beste mevrouw Koster,

U kent mij niet, maar na het lezen van uw artikel Arts heeft eenzaam beroep in medisch contact, heb ik het gevoel dat ik u wel een beetje ken.

Wat is uw verhaal mij uit het hart gegrepen!De grote herkenbaarheid erin stemt me verdrietig.

Terugtrekken

Zo’n dokter ben ik ook. Met het door u zo treffend beschreven terugtrek-gedrag. Ja, een beetje minder werken helpt: inleveren van inkomen en vrije dagen om de noodzakelijke ademruimte te vrijwaren. Het sociale leven al een hele poos op de waakvlam. Verslaving herken ik ook, zij het in de vorm van een redelijk onschuldige maar daarom niet minder ongewenste snoepgewoonte. En verder helpt het om te sporten, te schrijven en te mediteren.  En de relativerende aanwezigheid van een fijn gezin en goede maten.

Loopbaanconsulent

En al heb ik een talent voor burnout, en heb ik de afgelopen maanden nooit dichter langs die grens gescheerd, ik denk niet dat het zal gebeuren. Daarvoor zijn mijn ingebouwde alarmbellen te goed ontwikkeld, en dan onderneem ik actie.

Zoals recent: na wat rondsurfen op de KNMG-site zoekend naar contactpersonen die kunnen helpen bij  carrièrevragen, heb ik de telefoon gepakt en een afspraak gemaakt met een loopbaanconsultant. Want al weet ik wel dat ik een goede huisarts ben, ik stel me steeds grotere vragen of dit vak nog wel vol te houden valt.

Verlichting

In tegenstelling tot uw verhaal, ervaar ik euthanasie juist als erg zinvol en vervullend. Dat doe ik met hart en ziel, en het geeft me energie. Ja, het is loodzwaar, en ja je staat er uiteindelijk alleen voor. Maar het kunnen geven van de ultieme verlichting, brengt mij bij de kern waar het om gaat: leven en dood. Het moeilijkste en het mooiste tegelijk. Als het goed gaat. En ik prijs me gelukkig dat dit tot op heden steeds goed verlopen is. Maar je steekt je nek uit en dat blijft altijd spannend tot de opluchting komt in de vorm van een brief van de euthanasie commissie die zijn zegen geeft over de zorgvuldige aanpak.

Het kan en mag niet zo zijn dat artsen met deze vorm van zorg in de kou komen te staan, zoals met Nico Tromp gebeurd is. Totaal in de steek gelaten, hoe radeloos eenzaam moet hij zich gevoeld hebben?

Leed en onmacht

Wat ik zelf  veel moeilijker vind, is al dat andere leed waar we als dokter mee te maken hebben: de onmacht om te kunnen helpen bij al die mensen met onverklaarde klachten, zorgen om kinderen, financiële problemen, relatie ellende, angst, werk kwijt, arbeidsconflicten, agressie, geweld of de dreiging van geweld, drugsgebruik, depressies… Die stroom van patiënten die ons spreekuur bezoekt en aan wie je elke keer opnieuw aandacht aan wil geven, luisteren, proberen te motiveren voor gedragsverandering of een verwijzing  waar ze misschien nog niet aan toe zijn, of waar ze al zo vaak geweest zijn en weer een illusie armer geworden zijn. Een nieuwe knauw in het zelfbeeld. Schipperen tussen de wens van de patiënt en wat jij nodig vindt als dokter. Waarna ze weer bij je terug komen.

Alles in die korte consulten want de druk ligt hoog en je moet verder.

Spreekuur

Hoe anders voel ik me na een spreekuur met hier en daar een klein ingreepje, een huidprobleempje, een koortsig kindje, een pijnlijke voet, een keelontsteking… Het is de mix die steeds meer opschuift naar de eerste categorie die het spreekuur zwaar maakt. En de toekomst voorspelt niks goeds: steeds meer en steeds moeilijker problematiek wordt bij de huisarts over de schutting gegooid. Het kan niet anders of de wal zal ooit het schip keren.

Megalomane welzijnswerker

Douwe de Vries, huisarts in Amsterdam, schreef in januari 2007 al eens in Patient Care: ‘Is de huisarts eigenlijk wel bereid en in staat deze lawine aan problemen en klachten te verwerken en het hoofd te bieden? Wil de huisarts dat allemaal wel op zijn bord? Gaat hij niet steeds meer als een soort omnipotente welzijnswerker functioneren, die wel megalomaan moet zijn om niet binnen korte tijd volledig overspannen en opgebrand te raken?’

De vragen zijn nu anno 2013 alleen maar prangender geworden.

Ongefilterd leed

Ik denk dat dat ook precies raakt aan een van de zaken die u beschrijft: precies die dokter die van nature niet goed is in begrenzen (met horkerigheid aan het andere einde van het spectrum: extreem begrenzen) is extra kwetsbaar. En dat mes snijdt aan twee kanten: het maakt die dokter een goeie dokter. Zo’n dokter wil je aan je bed als het niet goed met je gaat. Maar precies die dokter loopt leeg door al dat leed dat ongefilterd binnenkomt.

Dan voel ik me zwak, en daar schaam ik me dan voor. Dat ik het werk van elke dag blijkbaar niet zo goed aankan als iedereen om me heen dat lijkt te kunnen. ‘Daar hoor je toch tegen te kunnen’ is de heersende opinie, vertel je in het filmpje wat volgende op je artikel.

Zorg voor de dokter

Mijn meditatie helpt. Maar het is niet altijd genoeg. Zen moet geen doping worden om het vol te houden. Kleine confessie: soms schaam ik me zelfs over mijn zen: dat het alleen zwakke mensen zijn die zoiets nodig zouden hebben. Compleet belachelijke cognitie natuurlijk, maar ik ben nu even (te) eerlijk.

Mijn eigen arts-en-zen netwerkje is al een zelf georganiseeerde vorm van (na)zorg. Nazorg waar u zo voor pleit.

Handle with care

De sticker op mijn agenda spoort dagelijks aan:  ’Handle with care’. (Veel) dokters zijn (ook) kwetsbaar. Niet alleen de patiënt moet met care behandeld worden. Ook de dokter. Misschien verlegt mijn roeping zich stilaan van de zorg naar de patiënt naar de zorg voor de dokter.

U lijkt me een ontzettend fijn mens en een geweldige arts. Wat een verlies dat u gestopt bent als longarts. Ik hou u op de hoogte hoe het met mijn carrière gaat.

(Deze tekst verscheen eerder op Artsennet – artsennet.nl)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.