Laatst nam ik deel aan een intensieve zenretraite, een sesshin heet dat officieel. Met ruim 80 mensen waren we aan deze mentale marathon begonnen. Zes dagen intensief mediteren, afgewisseld met sport en lezingen. Het hoofd leeg maken, de batterijen weer opladen. Voor mij al de zevende keer; ik ken het klappen van de zweep intussen.
Een sesshin is intensief. En zo gebeurt het wel eens dat iemand niet lekker wordt, wat duizelig wordt, of gaat hyperventileren, dat soort vervelende dingen.
Zo ook nu: de dame in kwestie was een beetje oververmoeid aan deze marathon begonnen en kreeg bijna een appelflauwte.
Ze werd naar buiten geholpen en meteen stond er een groepje van een man of vier om haar heen. Ik nam als huisarts het voortouw, en toen alles wel mee bleek te vallen en ze alweer goed bij kennis begon te komen, werd duidelijk dat ook de andere omstanders uit de zorg kwamen. De ‘zieke’ had een mooi clubje om zich heen verzameld: een anesthesioloog, een wijkverpleegkundige en ik dus als huisarts. De psychiater kwam ook nog even uit de zaal om polshoogte te nemen, maar die kon gelukkig onverrichter zake terug.
Op het einde van de sesshin, ontdekte ik dat er ook nog een radioloog in de groep zat.
Wonderlijk. Hoe komt het toch dat gezondheidszorg zo vertegenwoordigd zijn in zenmeditatiegroepen? Wat zoeken ze daar? Wat hebben ze nodig?
Voor mij gaat zenbeoefening over: hoe ga je om met jezelf? Met je collega’s? Met je patiënten? Met je gezin? En hoe wil je dat er met jou wordt omgegaan? Hoe sta je in je werk? Hoe hanteer je de steeds toenemende werklast? En de emotionele impact? Hoe hou je het vol? Hoe geef je aandacht zonder jezelf kwijt te raken? Hoe blijf je betrokken en geďnspireerd? Wat is je doel?
Zen traint de mentale flexibiliteit die noodzakelijk is in ons vak. Maar je moet er wel voor gaan zitten.
Het is de hoogste tijd dat dokters meer aan zelfzorg gaan doen. Dokters zijn zo gesocialiseerd (om niet te zeggen doorgeslagen) in dat stoere gedrag van altijd maar doorgaan, dat er behoefte is aan tegenwicht. Tegen de apenrots. Tegen haantjesgedrag. Tegen de burn-out.
En het mooie aan de zenmanier van zelfzorg is dat anderen er ook wel bij varen. Mijn doel is: de verbinding maken tussen arts en zen. Meer zorg in de zorg. Dat is de richting die ik uit wil. Onderweg genietend van alles wat ik tegenkom, was ik van plan om zo nog lang en gelukkig te werken.
Met veel plezier blijf ik de huisartsenrol in deze sesshins spelen en geniet erg van het contact met deze gelijkgestemde collega’s. In de afgelopen jaren passeerden zo al een niersteentje, een tekenbeet, een gebroken middenvoetsbeentje, een beetje rare huiduitslag. En ook een keer een psychose. Kwam die psychiater toch nog van pas!
Het leven zoals het is: helemaal zen.
(Deze tekst verscheen eerder op Medisch Contact – medischcontact.nl)