Ik hoop dat er niemand komt opdagen voor de vaste meditatie-afspraak op woensdagavond. Dan kan ik lekker verder kijken naar ‘The Mentalist’. Knusjes bij man en kinders op de bank. Ik heb helemaal geen zin om te gaan mediteren.
Het is net als met op tijd naar bed gaan. Dondersgoed weten dat het goed voor je is, maar om nou juichend van de voorpret de trap op te lopen, is weer heel wat anders. Maar ik heb pech. Al is pech hier een vermomde vorm van geluk. Van het meditatieclubje dat we hier tweewekelijks in mijn tuinkamer houden is buurman E. de meest trouwe bezoeker. En ja hoor, ook deze keer staat hij stipt paraat op de afspraak voor zijn dosis mentale fitness. Hij is trouwens al gaan joggen. Zo fris als een hoentje neemt hij recht vanonder de douche plaats op het kussen. We kletsen wat, we drinken thee, en dan gaan we mediteren.
Twee keer twintig minuten. Dat lukt me alleen met ‘peer pressure’. Op eigen houtje krijg ik dat niet voor elkaar. Maar E. meent het. Voor minder dan twee keer twintig komt hij zijn bed niet uit.
Het doet ons weer goed. Die tweede keer is ook altijd veel intenser dan de eerste meditatiezit. Met nog een laatste kopje thee sluiten we af en kruipen op tijd onze respectievelijke bedjes in. Ik toch, want hij wil nog voetbal kijken.
Dit mediteren brengt me meer geluk dan The Mentalist. Het labeltje aan mijn theezakje vanochtend had dat al in de smiezen: ‘Mental happiness is total relaxation’ fluisterde het me toe. En na twee keer twintig minuten mediteren, kan ik dat – volmaakt ontspannen - weer volmondig beamen.
Al moet ik daarvoor wel mijn eigen zachte dwang organiseren. Met dank aan buurman E. en de vaste afspraak in onze agenda, kan ik er niet onderuit.