‘En wat dan met heftige gevoelens? Heb je daar minder last van als je meditatie of mindfulness beoefent?’
‘Nee, niet echt’, antwoordt cursusleider Edel Maex. ‘Misschien ervaar ik zelfs wel méér emoties na al die jaren mindfulness, ben ik gevoeliger geworden. Wat ik wel merk is dit: ik ben er meer mee op mijn gemak.’
Het is vraag-en-antwoorduurtje op de trainerscursus mindfulness die ik momenteel volg in het Vlaamse Westmalle. Een zaal vol zorgverleners (van wie een derde Nederlanders, en als ik goed geteld heb zijn er zes artsen: één bedrijfsarts, twee psychiaters (onder wie Edel zelf) en drie huisartsen; verder allerhande peuten: psycho-, drama-, ergo-, gedrags- en fysiotherapeuten) vuurt vragen af op Edel en hij beantwoordt ze stuk voor stuk in zijn heldere nuchtere stijl. Enig narcisme of andere goeroeneigingen zijn hem geheel vreemd, aan streng zijn doet hij niet en precies daarom ben ik hier zo graag.
Zelfs liggend mediteren mag hier als je daar behoefte aan hebt. Al heb ik dat nog niet gedurfd. In eerdere zenmiddens waarin ik vertoefd heb, was dat vloeken in de kerk. Hier geen ‘kadaverdiscipline’ zoals Edel dat zelf zo treffend omschrijft.
Als iemand zo mild met de ander omgaat, word je vanzelf milder voor jezelf. Ik ga hier dus rustig mijn gangetje en als mijn lijf kriebelt en ik moet gaan sporten in plaats van mediteren, dan mag dat. (Dat sporten tijdens een retraite is dan wel weer iets wat ik aan de strenge sesshins van vroeger overgehouden heb. Hier doet men enkel aan wandelen, en dat is heilzaam maar eens lekker voluit gaan is te zalig om op te geven.)
Ik vergelijk het graag met de gynaecoloog bij wie ik ooit als coassistent mijn stage verloskunde liep: dokter Aerts in Turnhout was zo’n wijze grijze man die vertrouwen kon geven. Hij had daar geen woorden voor nodig, hij liet je gewoon doen en gaf je het gevoel dat je het wel kon, haast onmerkbaar stuurde hij bij. Ik herinner me dat fantastische gevoel toen ik de eerste keer zo’n glibberig baby’tje opving bij een geboorte. Yes! Ik had een bevalling gedaan, en het ging eigenlijk vanzelf.
Nou gáán goede bevallingen ook vanzelf: erbij staan en de baby opvangen als het zover is, meer moet dat niet zijn. De draaibeweging die daarvoor nodig is, maakt die baby echt wel zelf. Net zoals de meeste mensen hun eigen weg wel vinden, als ze maar naar hun hart luisteren. Heel stil gaan zitten en niks doen, helpt daarbij.
Stil zitten, en ademen: ook ik merk dat ik er door de jaren heen gevoeliger door ben geworden. Al is dat niet helemaal juist: ik was altijd al een vat vol emoties, maar nu ben ik me daar meer bewust van. Dat is niet altijd even handig, maar geeft wel ruimte: vrijheid in wat je er vervolgens mee doet. Iets of niets. Even lekker gaan rusten in het gras dat je ergens over laat groeien, of actie ondernemen.
Zoals die keer dat mijn zoon in een zeldzame puberstuip goed op weg was om mij het bloed onder de nagels vandaan te halen: ik voel van binnen een kookpunt naderen en bedenk net op tijd dat ik ook gewoon even kan kijken hoe lang ik dit kan verdragen zonder terug te brullen. Dat is bij hem dan weer net de laatste druppel. Met overslaande stem sist hij: ‘Oh mama, en dan ga jij zó ádemen!!’
(Deze tekst verscheen eerder op Medisch Contact – medischcontact.nl)