Downside up

Dirk krijgt zijn cappuccino geserveerd met een welgemeend ‘ik ben blij dat je er bent’. Het meisje aan de koffiebar luistert aandachtig naar zijn verhalen over de reis die Dirk onlangs in Zuidoost-Amerika gemaakt heeft: ik hoor Louisiana en Mississippi waaien, de details kan ik niet verstaan.

Zonet meldde een van de medewerkers van de koffiebar zich ziek. Toen het meisje dat telefoontje afsloot, kreeg de zieke ook een vriendelijke wens mee: ‘Zorg goed voor jezelf en word maar snel weer beter.’

Het meisje gaat rustig door met haar werk, en als Dirk weggaat, zingt ze hem zelfs na: ‘Dirk, als ik jou zie, ben ik niet meer bij te sturen.’

Ik ben ook blij dat ik er ben. Met haar vrolijke begroeting heeft ze Dirk én mij blij gemaakt.
Ik lees verder in het krantenartikel waarover ik gebogen zit. Een sprankeltje lichter dan voorheen.

Van dit in de gauwte neergekrabbelde conversatietje was ik een paar jaar geleden getuige in koffiebar Prins Heerlijk in Tilburg, die mensen met een beperking tewerk stelt. Vervolgens bleef het krabbeltje liggen en het gesprekje in mijn hoofd spoken. Het had me ontroerd, ik wilde erover schrijven, en toch kwam dat er maar niet van. Ik kon er de vinger niet op leggen waaróm het me geraakt had. Tot nu dus.

De sleutel werd me aangereikt door de kortfilm Downside up die ik onlangs zag, van regisseur Peter Ghesquière. De film heeft al een hele weg langs festivals afgelegd en op elk daarvan een prijs of prijsje gewonnen. Net als de werknemers in Prins Heerlijk hebben alle acteurs in deze film een beperking. Hun downsyndroom is de norm in de wereld waarin ze leven. Tot er plots een baby geboren wordt met een ernstige afwijking: hij is ‘normaal’. De baby groeit uit tot een normaal mens, met alle problemen van dien. Hij wordt doodongelukkig omdat hij als enige zo afwijkend is. Hoe het verder gaat met hem, dat kan je aankomend weekend zelf ontdekken. De Vlaamse zender Canvas zendt de kortfilm uit op zaterdag 2 december om 22.15 uur.

Door de film begreep ik waarom ik zo ontroerd was door het gesprekje in de koffiebar: de soms zo grappige en onbeholpen vriendelijkheid van de werknemers in de koffiebar deed iets met mij en met Dirk. De Prinsjes maken de mensen om hen heen zachter: ineens mag alles een versnelling lager. Als een klant zijn koffie komt afrekenen bij de jongen met downsyndroom achter de bar, is het langzame tellen en zoeken naar wisselgeld geen trigger om geïrriteerd en opgefokt te gaan doen, maar juist een moment van slowing down.

Mensen met een beperking zijn belangrijk in onze maatschappij. Want wat ze met mij doen, doen ze met iedereen: ze maken ons een beetje zachter. Ze wijzen ons – totaal onbedoeld en onberekenend, zonder eigenbelang of verborgen agenda – op onze eigen beperkingen. Het is feedback van de meest oprechte soort.

En dat is hard nodig in deze gladgeshopte Facebook-maatschappij. De mensen die eruit dreigen te vallen, mógen er niet uit vallen. Wij hebben hen net zo hard nodig als zij ons.

Ze horen midden in onze samenleving. Midden in ons hart.

Niet voor niets is het thema in de scoutsgroep van mijn dochter dit jaar ‘allemaal abnormaal’.

Want zeg nu eerlijk, hoe normaal ben je zelf?

(Deze tekst verscheen eerder op Medisch Contact – medischcontact.nl)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.