Het was van 1991 geleden maar zodra de naald in mijn ader steekt, herken ik het gevoel meteen. Ik was al heel lang van plan om de draad weer op te pakken, en terug plasma te gaan geven, al was daarvoor de dag na een nachtdienst misschien niet de handigste move: ik werd wat zweverig in mijn hoofd, kreeg dorst en een droge plakmond.
‘Komt u voor het eerst bloed geven?’ had de vriendelijke mevrouw aan de balie van het bloedtransfusiecentrum in Turnhout me bij binnenkomst gevraagd?
‘Ja en nee,’ had ik geantwoord, ‘vroeger toen ik nog studeerde ging ik altijd plasma geven op de universiteit in Diepenbeek, maar dat is al heel lang geleden’.
Ze kijkt in het systeem en wonder boven wonder zit ik daar nog in: ‘U hebt al 64 keer plasma gegeven en de laatste keer was op 29 oktober 1991.’ Ik sta er nog geregistreerd met het adres en telefoonnummer van mijn ouderlijk huis in Minderhout, waar ik al meer dan dertig jaar niet meer woon.
Ik krijg een rood bandje om, dat is voor beginners en blijkbaar ook voor ‘herintreders’ zoals ik. Na een vragenlijst, een vingerprik en een keuring bij de dokter – ‘wat is uw lengte en gewicht?, hij schrijft gewoon op wat ik zeg en meet het niet na – mag ik plaatsnemen op een grote rode zetel.
‘Bloed of plasma? Links of rechts?’ Er moeten nogal wat keuzes gemaakt worden en natuurlijk kies ik links: daar kun je nog altijd blind prikken, zo diep is het restletsel van 64 steekwonden in een ver verleden: een putje in mijn elleboogplooi dat altijd zichtbaar is gebleven.
Zodra de naald in mijn ader zit, ben ik weer terug in het kleine fijne plasmaferesecentrumpje van het (toen nog) ‘Limburgs Universitair Centrum’ met dokter Magda en verpleegster Marina. Ik knijp in het ballonnetje alsof ik nog altijd bezig ben met het wedstrijdje van vroeger: om ter snelst de zak vullen met bloed. Wat hebben we er plezier gehad. Met de nacht van de Plasma-Inn als hoogtepunt. Voor je lol in het holst van de nacht je bed uit om plasma te gaan geven. Studenten hebben een vreemd soort humor maar we gedijden er wel bij.
Tijden zijn veranderd en nu is er ander leuks om van te genieten: verse kranten liggen klaar – jammer genoeg is De Morgen daar niet bij. Na de afname krijgen we een vers gebakken wafel, daar zorgen de vrijwilligers voor. En natuurlijk krijg je een cadeautje als dank. Vroeger spaarde ik voor een gezichtszonnebankje, een vacuümverpakkingstoestel en een citruspers, tegenwoordig zijn het trein- en buskaarten. Vroeger gaf ik de cadeautjes aan mijn moeder, nu zullen de kinderen er blij mee zijn. De croque-monsieur-machine en de broodrooster die ik ooit bij elkaar spaarde, gebruiken we trouwens nog altijd in ons gezin.
Ook technisch is er verbetering: ging het centrifugeren en terug inlopen van het afgenomen bloed vroeger allemaal handmatig van de ene naar de andere machine en weer terug, nu gaat dat allemaal in één snelle machine. Een tijdsbesparing van ruim anderhalf uur. Tel uit je winst.
Die winst kan ik dan weer investeren in een nieuwe jurk want het aanprikken van de ader ging met zo’n spuitfontein gepaard dat ik daarna met een jurk vol bloedspatten op de openingsreceptie van de nieuwe praktijk van een groep collega-huisartsen stond te kijken.
Maar verder een prima ervaring. En mijn goeie daad voor vandaag zit erop. De stoel tegenover me was nog vrij… Hij wacht op jou! Deal?
Klik hier als je bloed of plasma wil geven: rodekruis, wat kan jij doen?
De 6 meest gebruikte excuses om geen bloed te geven.