#45 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* rondsletsen *

Misschien moet ik stilaan zelf eens aan een exit-strategie beginnen denken. Nu exitstrategieën het ordewoord van de dag zijn en zelfs Van Ranst grapte dat hij zijn eigen exitstrategie maar eens moet beginnen voorbereiden, stel ik me de vraag hoe lang ik dit coronadagboek ga voortzetten. Soms rolt het vlot uit het toetsenbord, soms moet ik me er ietwat voor forceren, maar onder de streep weegt het schrijfplezier ruimschoots op tegen de moeite die ik erin steek.
Nog een hele tijd dus misschien.

Toch was vandaag zo’n dag die al heel lang geleden leek. Een dag waarop er niet persé iets moest. Een dag waarop er tijd was om achterstallige kranten te lezen en zelfs nog eens een boek uit te lezen. Ja, dat was lang geleden, en het deed veel deugd. Misschien kwam dat ook wel door het minder mooie weer. Dan moet er ook minder. Er valt daarbuiten weinig te missen als de zon niet van de partij is.

Ik ben benieuwd hoe het ons allen zal vergaan met al die exits. Als heel heel langzaam de maatschappij en het openbare leven zich weer op gang trekken. Als huisartsenpraktijken weer echt open kunnen gaan en niet meer alleen op Covid gefocust zullen zijn. Als woonzorgcentra stapje voor stapje weer eigen huisartsen van de bewoners gaan toelaten en als die bewoners eindelijk weer bezoek mogen krijgen en een stapje buiten de deur kunnen wagen.

Op de praktijk worden voorbereidingen getroffen voor het nieuwe werken: de poetsfrequentie wordt opgedreven, plexi schermen zijn besteld, pictogrammen sporen mensen aan om handen te wassen en een mondmasker te dragen,…
Hoe snel gaat dat wennen? Of wennen we er niet aan? Staat praten door een plexi scherm een goed gesprek al net zo in de weg als een mondmasker dat doet?
Hoe voorzichtig zullen we blijven? Hoe bang zullen sommigen zijn? En hoe lang duurt het voor dat allemaal wat gaat slijten?
Beroepsmopperaar Midas Dekkers heeft er geen hoge pet van op. In een interview in de Morgen maakt hij brandhout van rooskleurige illusies: “Er zijn veel onzekerheden op dit moment, maar aan één ding hoeft niemand te twijfelen: als de mens deze crisis overleeft, zal hij geen spat veranderd zijn. Zo snel gaat de evolutie niet. Dat is aan de virussen voorbehouden.”

Wat verwachten we met zijn allen van de toekomst? Midas Dekkers dus niet veel, maar ook Pjeroo Robjee weet het niet.
‘Ach’, zo laat hij optekenen in De Morgen, ‘we sletsen hier al zo lang rond en we moeten nog een beetje rondsletsen, dat is zo’n beetje mijn motto.’
Dit vind ik alvast een zinvoller motto dan hetgeen Dekkers predikt. In die sletsen schuilt een ontspannen laisser-faire dat lang vol te houden is.
Na weer een dag van toegewijde studie knippen de kinderen op het terras elkaars haar. Mijn man ligt op de bank met zijn koptelefoon uit te blazen van zijn thuiswerkdag met wat muziek. Mijn boek is uit, ik typ een blogje.

Hoe lang duurt het voor een coronadagboek zijn bestaansrecht verliest? We zien wel. Het duurt wat het duurt en ondertussen sletsen we nog een beetje rond. Zachtjes richting de exit.

#blijfinuwkot, #wasuwhanden, hou u goed en duim maar dat de zon snel weer terugkomt???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

Geplaatst in: Blog

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.