Barrière

De vrouw achter het loket heeft roodbehuilde ogen. Achter haar mondmasker snikt ze heimelijk nog wat na. Ik zie dat ze haar halsspieren aanspant om haar ademhaling onder controle te krijgen.
Ik kom mijn nieuwe identiteitskaart ophalen. Mijn vragende blik beantwoordt ze hulpeloos met een nauweljks waarneembaar schouderophalen. Het plexiglas en de mondmaskers tussen ons in zitten toenadering en menselijkheid in de weg.
Ze steekt mijn nieuwe kaart in het toestelletje en vraagt me achtereenvolgens de codes in te toetsen die ik met de post toegestuurd heb gekregen. Ik typ, zij tuurt op haar computer. Alles bij elkaar duurt het nog geen drie minuten. Dan zijn we klaar.

Ik kom net van een nachtdienst, het gemeentehuis ligt daar pal tegenover. Ik ben naadloos van de ene rol naar de andere gewandeld.
Vannacht toen ik naar de wachtpost fietste was de nacht prachtig. Ik had de avond  doorgebracht op de bank, Breaking Bad bingend met mijn zoon. Tot halverwege het laatste seizoen zijn we deze zomer geraakt, de rest zal voor de kerstvakantie zijn. Hij vertrekt terug naar zijn geliefde Zweden voor de start van het nieuwe academiejaar. Terwijl ik me klaarmaak voor mijn nachtdienst, pakt hij zijn laatste spullen in en gaat slapen. Ik stap op de fiets en rij de zachte nacht in. Buiten is het muisstil. De wereld voelt weer even als in de eerste dagen van de lockdown. Mijn zintuigen maken een sprongetje van plezier bij deze feestelijke herkenning. Helder verlicht de maan de nachtelijke hemel. Daaronder schuift hangt als een kaduuk vangnet een wolkendek vol gaten. Er gaat geen enkele dreiging van uit.
Bijna bij de wachtpost aangekomen valt mijn oog op de lichtreclame in de etalage van een vage zaak: ‘Let’s see how far we can go’.
Grinnikend bedenk ik dat dat een mooie slogan is om de nacht in te gaan.
De eerste uren van de nacht blijft het rustig. Ik kan niet slapen, de kamertjes zijn akelig benauwd en bedrukt. In die kelderachtige ruimtes ontbreekt elk spoortje natuurlijk licht en zuurstof. Ik stort me dan maar op het maken van een afspeellijst met de muziek die de broertjes Tim en Fred Williams op hun YouTube kanaal ‘TwinsthenewTrend’ draaien. Zalige muziek. Zoals altijd word ik er helemaal vrolijk van. Voor ik het weet zijn we twee en een half uur verder. Natuurlijk kan ik daarna helemaal niet meer slapen.
Ik help een man verder die teveel slaappillen heeft genomen omdat hij kapot is van zijn echtscheiding, een vrouw die in alle vroegte uitgleed in de douche en haar schouder uit de kom heeft en knuffel mijn zoon nog eens ten afscheid als hij een tussenstop bij de wachtpost maakt voor hij op de trein stapt. Tot Skypes, lieve schat! Tot met kerst!
Niet veel later stuurt hij al een eerste berichtje vanop de trein: ‘Zeg, dat is echt super chill hier in eerste klas. Krantje, koffietje en kei goeie stoelen!’ Voor hem geen vliegtuigen meer.
Dan zit de wachtdienst erop en kan ik een half uurtje later naar mijn afspraak in het gemeentehuis. Waar ik nu voor deze vrouw zit met de roodbehuilde ogen.
De hele nacht heb ik mensen geholpen maar voor haar kan ik niks doen.

Zacht zeg ik ‘sterkte vandaag’ en maak een knuffelgebaar. Kon ik maar even een hand op haar arm leggen of haar even over haar rug wrijven.
Let’s see how far we can go.
Met mondmaskers en plexiglazen tussen ons?
Niet ver, zo blijkt. 

Geplaatst in: Blog

Een gedachte over “Barrière

  1. Marg Vlemmix schreef:

    Je hebt het gemerkt en sterkte kunnen wensen, dat is al heel wat! Vaak doen mensen, uit ongemakkelijkheid, gewoon helemaal niets! Weet je wat het is, je blijft er nu over piekeren wat er was……

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.