‘Dus je hebt er geen moeite mee om je bezig te houden in de dag,’ stelt de psychologe halverwege ons gesprek vast.
Dat kan je inderdaad als een gunstig neveneffect zien van zwerfvuil ruimen: je bent er nooit klaar mee. In afwachting van weersverbeteringen die me niet langer weerhouden om meerdaagse wandel- en fietstochten te ondernemen, raap ik dus zwerfvuil op mijn wandelingen. En ik had een afspraak gemaakt om plasma te gaan geven. Twee vliegen in één klap, want zo had ik mijn wandeldoel te pakken en onderweg lag er genoeg te rapen.
Lekker gehuld in het coconnetje van mijn regenjas, en met oortjes in om ondertussen te luisteren naar fijne podcasts (deze keer Touché met Jaouad Alloul), kreeg ik alle seizoenen over mij heen: eerst zon, dan regen, daarna sneeuw en een toef donder om het af te maken. Maar wat deert het? Met een prima regenjasje ben ik op alles voorbereid, het devies ‘There’s no such thing as bad weather, there’s only bad clothing‘ stevig in mijn twee oren geknoopt.
Met een bijna volle zak zwerfvuil kwam ik alzo bijna een kwartier te laat aan bij het transfusiecentrum, maar mijn plasma wilden ze toch nog graag hebben. Gelukkig.
Een klein uurtje later en 650 milliliter plasma lichter, vervolgde ik mijn tocht. De vuilzak begon nu toch wel erg zwaar te wegen. Dat komt ook omdat de stad tegenwoordig andere zwerfvuilzakken uitdeelt. De zakken die ik de laatste keer opgestuurd kreeg zijn een stuk groter waardoor je ze hoger moet tillen anders slepen ze over de grond. Straks krijg ik er nog een tenniselleboog van. Of een golferselleboog. Of valt mijn elleboog er gewoon af, wie gaat er dan zwerfvuil ruimen?
Nee hoor, er wordt veel zwerfvuil geruimd. Dat merkte ik gisteren toen ik de Zandstraat nog eens onder handen nam. Normaal zit de zak halverwege al zo goed als vol, maar nu geraakte ik er nét mee tot het frituurtje bij het station. Daar is een vast dumpplekje voor zwerfvuilzakken in de holte van een dennenboom langs de straat, waar het regelmatig opgehaald wordt door de stadsdiensten. Een stuk makkelijker dan zo’n volle zak helemaal mee naar huis te moeten sleuren.
Mijn man vindt zwerfvuil ruimen een totaal onzinnige actie, omdat je zo enkel de vervuilers beloont door hun troep op te ruimen. Daar ben ik het niet mee eens. Die vervuilers zullen er zeker niet méér door op straat gaan gooien, hooguit – en hoogstwaarschijnlijk – evenveel, of misschien hopelijk toch nét een beetje minder. Als het ergens schoon is, is de drempel om iets achteloos weg te gooien misschien toch net een beetje hoger.
(Meer over de psyche van zwerfvuilveroorzakers in het artikel hieronder uit De Standaard.)
(En om nog even door te gaan op de psyche van de zwerfvuilgooier: ik vond vandaag een crackpijpje. Allé, ik denk dat het een crackpijpje was, want in levende lijve heb ik het nog nooit gezien en in films wordt zoiets nu ook niet heel expliciet getoond. Maar een man die me aansprak over de troep – het weer en zwerfvuil, perfect inwisselbaar als gespreksonderwerp als mensen verlegen zitten om een praatje – beweerde dat hij op diezelfde plek een paar dagen ervoor een hoop spuiten had gevonden…)
Om terug te komen op de zin van zwerfvuil rapen: er is nog zoiets als ‘zien rapen doet rapen’. Want feit is dat er steeds meer zwerfvuilruimers zich melden bij de gemeente om ook aan de slag te gaan.
En benevens een nuttige dagbesteding en een prima wandeldoel is het ook gewoon fijn om door ietwat propere straten te fietsen of te wandelen. Het leverde me vandaag weer 13 194 stappen op. (Voor minder dan 10 000 stappen kom ik mijn bed niet uit.) En mocht de dag hier niet mee gevuld raken, dan is er altijd nog Thomas Manns ‘Toverberg’ (waarin ik langzaam maar zeker vorder: ben nu op pagina 588, nog 370 te gaan, er gloort licht aan het einde van de tunnel).
Of de wachtdienst van vannacht… bèèèh…
Zou een tennisarm helpen om daar onderuit te geraken? ??