Mediteren met een mondmasker op mijn snoet, het is weer eens wat anders. Het is warm, het voelt verre van vrij en het klopt ook gewoon niet. En soms stinkt het. Na een maaltijd met look en kaas bijvoorbeeld.
Maar wat moet, dat moet. Dus zeur ik niet.
Je kan dat masker wel leuker maken. Bijvoorbeeld door er een druppeltje essentiële olie op te doen. Dat doe ik dus tijdens deze (veel te korte) mindfulnessretraite in Cadzand waar ik twee dagen mag mijmeren en ademen en totaal niks hoef te doen. Ik schrijf me niet eens in op de lijst voor de afwas, ik vind dat ik voorlopig genoeg mijn steentje heb bijgedragen aan de samenleving.
Wat de olietjes betreft, vier flesjes heb ik meegebracht: Wild Orange, Balance, Serenity en Peace.
Na één dag komt de Balance me de neus al uit.
Behalve het mondmasker brengt deze retraite nog andere nieuwe uitdagingen met zich mee. Zoals daar zijn: de open ramen om te voorkomen dat de CO2 meter in het rood gaat, de verwarming die vanwege die open ramen veel te hoog staat, en de opvliegertjes van een vrouw in de overgang. Het is balanceren op een slappe koord. Te warm of te koud, je mag kiezen.
Maar ik laat me niet uit het veld slaan. Elke gelegenheid om zo midden in de vierde golf wat rust mee te pikken, grijp ik met beide handen aan.
Dus ga ik hier met overgave mijn eigen gangetje. Aan koetjes en kalfjes doe ik niet, ik ga pas eten als iedereen al lang en breed het buffet gepasseerd is, ik neem mijn bordje mee naar buiten (dat is zowel Covid- als mensen-proof) en in de pauzes ga ik me te buiten aan koffietjes op het vlondertje aan het riviertje, het schrijven van blogjes (oogst van de dag: één column voor Medisch Contact, één voor Touch Coaching en eentje voor jullie), en een buitengewoon smakelijke Straffe Hendrik Quadrupel.
Ja, ik vermaak me wel. Daarvoor heb ik meer dan genoeg aan mijn levendige binnenwereld, die van al dat mediteren alleen maar levendiger wordt. Het is daarbinnen een leutige bende.
Vanmiddag nog een zalige wandeling gedaan door de polders in het zonnetje. Vier keer bijna uitgegleden over de spekgladde kleimodder, maar geen enkele keer helemaal. Wat wil een mens nog meer?
Nog een Straffe Hendrik misschien.
En toen verscheen er ook nog zomaar een regenboog. Een hele halve. Je kon precies zien waar de pot met goud zich moest bevinden. Maar ik was er te lui voor na die Straffe Hendrik.