Zen is het niet, deel 2

Ik zit op mijn kussen en huil tranen met tuiten. Ik kan geen kant op. Midden in deze sesshin voel ik een diep verdriet naar boven komen dat jaren verstoppertje heeft gespeeld. Ik ben omringd door een grote groep mensen die net als ik doodstil blijft zitten. Geen aai over mijn rug, geen zakdoekje, geen ‘wat scheelt er?’ Niemand steekt een hand uit,   ik zit te snotteren en te schokken en probeer de gierende uithalen in te houden. Erg vreemde gewaarwording: in een groep alleen zitten huilen. Erg louterend ook, want op een gegeven moment gaat de huilbui natuurlijk toch een keer over. En blijf ik gewoon zitten mediteren. Het lucht op om verdriet te voelen en er niks anders mee te kunnen doen dan gewoon voelen.

De blikseminslag van het verdriet zit in de existentiële vraag die ik niet meer kan ontwijken op dat kussen: heb ik de verkeerde keuze in mijn leven gemaakt door te trouwen en drie kinderen te krijgen? Pas ná het stichten van dit grote gezin ontdekte ik namelijk dat ik een kluizenaarszieltje heb dat zich niet laat negeren. Dat tijd en aandacht en stilte vraagt. Dat graag luistert naar het gekabbel van het innerlijke stemmetje. Als dat stemmetje zijn verhaaltjes niet mag vertellen gaat het zitten kniezen. En ik ook.
Daar zit ik dus op dat kussen met het akelige besef dat ik het allemaal verkeerd heb gedaan. Maar dat ik wel zielsveel hou van mijn man en mijn drie kindertjes. Hoe moet dit nu verder? Patstelling: weggaan en mijn gezin achterlaten wil ik nooit, maar voor een tekort aan zorg voor mijn kluizenaarszieltje zou ik ook een hoge prijs betalen.

Na deze sesshin blijf ik met een kater achter. Het is zo’n grote stap geweest om dit te durven doen: de tijd, de moeite, de pijn, het afzien, de centen, het thuisfront alleen laten voor een hele week. Ik heb er zoveel voor over gehad, ik wil gelouterd naar huis kunnen terugkeren, geen nieuwe crisis in de maag gesplitst krijgen. Wat een tegenvaller! De dip duurt zowaar haast een week. Nee, zen is het niet, het blijkt niet het wondermiddel waar ik irrationeel genoeg toch op gehoopt had.

Tot alsnog het grote inzicht zich verlaat aandient: ik heb gewoon zwaar overspannen verwachtingen gehad. Dat heb ik ervan geleerd. En door teveel te verwachten, zie ik het kleine wonderlijke wat er ondertussen allemaal wel gebeurt gewoon over het hoofd.
Ik snap het ineens: ik heb mijn gezin nodig en zij mij. Zonder mijn gezin zou ik vereenzamen. Die heremiet in mijn binnenste beeldt zich in dat ze niets of niemand nodig heeft, komt haar huis niet meer uit en kwijnt compleet weg. Teveel rust is ook niet goed. Mijn gezin houdt mij verbonden. Ik ben wat ieder mens is: een sociaal wezen.
Als je niet openstaat voor wat zich aandient, gaan de mooiste dingen aan je voorbij.

Later op die huilbui-avond, zie ik nog even kans om met iemand te praten – want zo menselijk: ik moet het even kwijt – en krijgen mijn tranen een mooie paradoxale betekenis: het zijn tranen van geluk!
Ook dat is waar. Het is maar net hoe je het bekijkt.

Elke sport kent zo zijn eigen blessures, bij zen (pure mentale hersensport) is dat niet anders. Pijnlijke inzichten zijn het ingebakken blessureleed dat je oploopt bij het mediteren. Maar daar leer je soms het meeste van.

No pain, no gain.

Geplaatst in: Blog

Een gedachte over “Zen is het niet, deel 2

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.