Zwie zwa zwem (2)

Wachtdienst sucks. Echt waar. Zeker sinds ik als vrije vogel toch aan handen en voeten gekneveld word door de wachtpost: ook een parttime freelancende vrijbuiter krijgt een fulltime wachtrooster opgelegd. Het raakt kant noch wal, maar bezwaar aantekenen haalt niets uit.

Wachtdienst suckt dus extra nu, maar ach, als die wachtdienst maar vier uur duurt, als je met een fijn team werkt (geen zure mopperkonten vandaag, hetgeen men nogal eens aantreft op zulke shiften; edoch zelden bij een bijna-volledig vrouwenteam), als je tussen de telefoontjes door je uitpuilende mailbox wat kunt opkuisen, als er tijd is voor een babbeltje met de collega’s en voor een stukje zelfgebakken blueberry bananabread tussen de bedrijven door, als je toch weinig kunt ondernemen met dit druilerige weer, als je een supercollega hebt die de terugkomsessie mindfulness overneemt (waar ik overigens veel liever gezeten had, shout out to Marie, thx!!), als je na de wachtdienst tussen de regenbuien door droog bij het zwembad geraakt op het rustigste tijdstip van de zondag en vervolgens kunt genieten van baantjes trekken, een al even deugddoende sauna/bubbelbad/stoombadsessie waar verder bijna niemand is (ik mediteer dan maar in de sauna ter vervanging van de mindfulness terugkomsessie. Note to self: oordopjes meenemen voor het rustmoment op het ligbed na de sauna), als je dan zelfs de douches helemaal voor jezelf hebt en nét klaar bent met een uitgebreide douche-met-scrubbeurt op het moment dat er een roedel van wel veertig uitgelaten kereltjes van een jaar of twaalf binnenstormt en als daar zo volop genietend weer een blogje naar boven plopt dat je even later in een fijn bruin café achter een smaakvolle Corsendonk Pater Dubbel lekker uit kunt tikken, ach…

Ach, en zélfs als dan het douchewater na de sauna verre van koud is, ach, zelfs dán.
Zelfs dan zijn er vast ergere dingen dan een wachtdienst.

Zwie Zwa Zwemmen

Al na twee baantjes weet ik het weer: zwemles is veel beter dan schrijfles. Allé, zwemmen is veel leuker dan schrijfles. Want creatiever, productiever en inspirerender. Bij het keren aan de diepe kant borrelt de schrijfinspiratie en -goesting al even hard naar boven als de luchtbellen die ik onder water uitblaas.

Schrijfles was goed hè, daar niet van, maar ik ben te koppig om me helemaal mee te laten voeren in de flow van opgelegde schrijfopdrachten. Ik kies ze liever zelf.
Hier is de inspiratie vrij en gewichtloos. Het hoeft helemaal nergens over te gaan, er hoeft helemaal niets, ik trappel en poedel gewoon heen en weer en daarbij ontstaan in dit onbegrensde blauwe onderwaterniets vanzelf verhalen in mijn geest die zich even vrij voelt als Ingrid in haar vissenkom. (Lees die geweldige blogreeks!! Totnutoe verschenen nummer 1, 2 en 3 van ‘In de vissenkom’, maar ik hoop dat er nog héél véél volgen.)

Toch heb ik veel geleerd van de schrijfles. Oneindige lof aan de docent die het een heel jaar lang al even koppig als geduldig volhield om te te blijven hameren op mijn halve zinnen. Ik hoop dat ik hem nu niet opgezadeld heb met een levenslange allergie daarvoor. Een allergie die trouwens echt niet nodig is, zoveel geweldige boeken die ik lees, barsten van de halve zinnen. En veel auteurs die ik bewonder, bedienen zich er gretig van.
Zo las ik vorige week Iemand anders van Nele Van den Broeck in een ruk uit. Wat een heerlijke roman! En wat barst hij van de halve zinnen. Mij stoort dat hoegenaamd niet. Maar ja, les goûts et les couleurs hè?

Het was van voor de lockdowns geleden dat ik nog was gaan zwemmen – op een enkele poging tussen twee lockdowns in maar daar was geen lol aan met al die maatregelen. Gelukkig stond mijn zwemzak nog steeds paraat mét daarin een EHBO-kit voor acute schrijfnood: een schriftje, een pen, mijn bril (want onder water durf ik geen lenzen in houden) en een handdoekje, want schrijven met druipende handen werkt niet. Op doorweekt papier verdwijnen al die geniale invallen voorgoed naar het rijk der gemiste kansen ?

De opborrelende schrijfgoesting kon dus meteen botgevierd worden.
Daarna dook ik zeer content de sauna in. Ook dat was lang geleden. Maar ook daarvan was ik niet vergeten hoe deugddoend dat toch kan zijn. Puffend en zwetend concentreer ik me op mijn ademhaling en tel de uitademingen, in de hoop het tot honderd uit te houden. Mindfulness meets Bikram.

En weet je, van zwemmen leer je ook dingen. Dat je met een lockdown-coupe (ik heb mijn haar laten groeien sinds de eerste lockdown, herinner je je nog toen de kappers gesloten waren? Hoe lang lijkt dat nu geleden!) toch echt een badmuts nodig hebt. Dat zwevende haar als zeewier flagellerend voor mijn zwembril is onder water echt niet handig.
Een badmuts zat nog niet in mijn op-bijna-alles-voorziene-zwemzak. Inlegkruisjes nog wel, voor het geval dát. Maar ook die zijn ondertussen overbodig. Zo lang was het zwemmen dus geleden.

Morgen start ik weer met werken. Bizar gevoel na twee en een halve maand vakantie, waar ik wel tot in de topjes van mijn tenen van genoten heb. Ik heb een maand gestapt, dat was een avontuur op zich. Ik heb dikke boeken gelezen, in zee gezwommen, in meertjes en riviertjes, we hebben voor het eerst gekampeerd met ons geadopteerde probleemhondje en dat is gelukt, we hadden een geslaagd eerste huisruilexperiment en daarnaast waren er nog vele andere kleine uitstapjes met man en busje. We zijn voldaan. De herstart na zo’n vakantie voelt altijd een beetje als Nieuwjaar, goede voornemens enzo. Ik ga weer vaker zwemmen. Daar heb ik tijd voor nu de schrijfles wegvalt. Een zee van tijd.

PS: de titelinspiratie vond ik hier: Snappie – Zwie Zwa Zwemmen – YouTube

En route. Dag 21 op de GR5