#26 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* de aanhouder wint *

Vrijdagavond, ‘Daydream’ van The Wallace Collection in mijn oren (ja, nog steeds zwaar onder invloed van de Classics 1000) en precies vier weken ver in de lockdown. Ongelooflijk hoe lang de start daarvan alweer geleden is, en hoe een mens aan alles went. Zelfs aan dingen die een dikke maand geleden nog onmogelijk hadden geleken. Behalve in avonturenverhalen en rampenfilms. Die rampenfilms schijnen we nu massaal te bekijken op Netflix. Ik heb nog altijd geen Netflix. Geen tijd voor. Nee, want ik schrijf elke dag een blog en hou dat ook al 26 dagen vol. Pluimpje voor mezelf. Routines helpen.
Ook alcoholische routines helpen. Ik heb mijn eigen versie ontdekt om de curve af te vlakken, en ik ben daar zeker niet de enige in, zo hoor ik links en rechts.

Maar alle gekheid op een stokje: de curve van het virus dat zich willens nillens een hoofdrol in ons leven heeft geforceerd, die curve buigt af. Daar is het al die tijd om te doen geweest, en dat hebben we allemaal te danken aan iedereen die zich braaf heeft gevoegd naar de nieuwe regels. We doen ons best en het mag gezegd: dat is niet altijd makkelijk. Hier en daar begint er wat metaalmoeheid op te treden. Gelukkig helpt het mooie weer om de moraal hoog te houden. Want volhouden moeten we!
Misschien nog lange tijd.

Benieuwd naar de creativiteit die de paashaas aan de dag zal leggen. Ik ben in ieder geval van wacht zondag, dus hou het rustig! ?
Ik hoop dat Steven Van Gucht ook een paasmomentje gegund wordt en breng jullie allen hierbij alvast mijn gemondmaskerde paasgroeten en -wensen over.

Dus hou vol! #blijfinuwkot, #wasuwhanden, hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.
Uw paaseieren zijn welkom op de wachtpost ?

#25 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* de dichter van wacht *

‘Ik moet dringend de post gaan ophalen in mijn appartement aan de kust.’
‘Mijn hoogbejaarde ouders wonen over de grens en ze kunnen zelf hun gras niet meer maaien. Kan de dokter een attest schrijven dat ik de grens over mag?’
‘Bij ons op het werk wordt iedereen gepest die terugkeert na een ziekteverlof vanwege verkoudheidsklachten. Ik durf niet terug. Wilt u mijn ziekenbriefje verlengen?’

Je kunt de vragen zo gek niet bedenken of wij krijgen ze.
Vandaag kon ik daar niet zo geweldig goed tegen. Ik had maar matig geslapen. Het was te warm, ik had rugpijn (van het poetsen van mijn fiets gisteren omdat mijn zoon daar weinig aanstalten toe leek te maken ondanks mijn veelvuldig verzoek) en ik was opgenomen op de psychiatrie. Dat was dan weer wel leuk: al die creatieve uitbarstingen daar waren een verademing, wat een hoop talent op een kluitje bij elkaar! Het allerleukste: je leerde er zeggen wat je dacht. ‘Laat me gewoon gaan!’ riep ik tegen een iets te claimende man die maar bleef doorratelen over zijn hobby. Die reactie kwam me op een goedkeurend knikje van de begeleiding te staan: dat is wat je moet leren in het leven: zeggen wat je denkt.
In mijn droom had ik ook een zelfrijdende auto. Met de onhebbelijkheid dat hij al vertrok zonder mij…
Gelukkig werd het ochtend en zat ik niet in de psychiatrie en kon ik gewoon met de fiets naar het werk. Mijn rugpijn was er wel nog. Maar dat gaat wel weer over.

Dat de meeste dingen gewoon over gaan, was ook vandaag weer de belangrijkste boodschap die ik gelukkig aan veel mensen kon brengen. Huisartsen zijn geruststellers. Wij zijn generalisten en zodoende meesters in het inschatten van pluis of niet-pluis. Dat zijn ons belangrijkste onderzoeksmiddelen: ervaring, kennis, gecombineerd met buikgevoel en intuïtie. Dus doen we in deze pandemie eigenlijk wat we altijd doen, alleen dan een beetje anders georganiseerd: goed uitvragen, inschatting maken, de zieken eruit halen voor verder onderzoek en de rest heldere adviezen en een goed vangnet meegeven: wanneer moet je zeker terugbellen?

Maar om het gras af te doen of de post af te halen, hoef je dus niet terug te bellen. Daar doen we niet aan mee.
Gelukkig vond ik voor die mensen vandaag in de krant wel een goede remedie: bel voor dit soort zaken niet langer naar de dokter (van wacht), maar naar…. – tromgeroffel – ‘De Dichter van Wacht’!
Organisatie Verb(l)ind heeft een telefoonlijn voer poëzie in het leven geroepen. Wie 0800 11 233 draait komt uit op een een keuzemenu waarin je kan kiezen tussen verschillende dichters. Druk je 1, dan word je doorverbonden naar een dichter van wacht voor een gesprek. Die zal dan ook een gedicht voorlezen uit eigen werk.

Soms helpt een gedicht meer dan een pilletje van de dokter. Dus als u mij belt voor een onterecht attest, dan zeg ik voortaan gewoon wat ik denk: ‘bel maar naar de dichter van wacht’!

En ondertussen: #blijfinuwkot, #wasuwhanden, hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

#24 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* back on track *

Vandaag ben ik de grens minstens vijf keer overgestoken. Ja, dat waren allemaal essentiële verplaatsingen, en nee, ik heb nergens politie gezien. De geweldige Michael van MacTastic in Tilburg had mijn laptop zo snel hersteld dat ik hem gisteren al mocht gaan afhalen. Maar waarom de auto nemen als de zon schijnt en je er een mooie fietstocht van kan maken? Een mens moet doelen hebben in zijn leven en bij gebrek aan terrasjes of bibliotheken om naartoe te fietsen, was ik al blij met dit doel dat me op een presenteerblaadje aangeboden werd.

Het was dus een essentiële verplaatsing, want zonder laptop kan ik niet werken, en ik kan er niks aan doen dat de grens rond Baarle Nassau zo’n lappendeken is dat je de grens dus niet één keer maar wel vijf keer passeert als je gewoon rechtdoor fietst. Ik kan er ook niks aan doen dat grote delen van het Bels Lijntje nog niemandsland is dat verstoken blijkt van moderne geneugten als 4G. Maar daarover later meer. Fietsen is een heerlijke bezigheid, zeker met dit fraaie weer. Het hoofd raakt leeg en na een tijd komen er dan vanzelf zinnen opborrelen. Om de haverklap moet ik dan even stoppen om die zinnen te noteren, dus het fietsen schiet niet echt op.
Ik moet zeggen dat de goede cijfers uit de Turnhoutse regio wat corona betreft mijn schuldgevoel over dat het wat rustiger is in de praktijk dan gewoonlijk wel getemperd hebben. De voorzichtig gunstige evolutie verzacht de onderhuidse onrust die me al weken als een klamme deken in de nek ligt. Ik durf weer zonder schuldgevoel genieten van mijn vrije tijd.

Ik luister lekker podcasts (Echt Gebeurd! How to fail! (met deze keer een speciale aflevering: Alain de Botton over het omarmen van kwetsbaarheid in the age of coronavirus! Zandman!), en ook een stukje van de Radio Begijnenstraat podcast die opgenomen wordt in de Antwerpse gevangenis waarover ik hoorde bij ‘Interne keuken’ maar die kan me niet echt bekoren. Wat te artistiekerig voor mij.
In Echt Gebeurd luisterde ik naar aflevering 235, een verhaal over gamen. Een lichtelijk game-verslaafde vriendin van me, vertelt regelmatig over haar hobby. Maar het interesseert me geen flikker. Ik heb niets met gamen, ik snap er niks van. Ik wil er ook niks van snappen, en snap niks van het feit dat mensen er uren tijd aan kunnen spenderen.
Tot ze me onlangs een keer vertelde over de nieuwe game waarmee ze begonnen is, en hoe mooi de graphics daar zijn: ‘Ik spendeer tegenwoordig menig uur in een game aan een vijver, met een vishengel in de hand, om de zonsop- en ondergangen te zien’. Hmm, ja, daar begint me iets te dagen van wat er leuk zou kúnnen zijn aan gamen. Kúnnen, hè…

Maar we dwalen af. Terug naar het fietsen – volgens mij nog altijd beter dan gamen.
Toen ik een beetje podcast verzadigd was, keerde ik terug naar de Classics 1000, net als bij mijn vorige grensovergang. Je moet je eigen tradities creëren, en ja, twee ritten naar het buitenland op het ritme van de Classics 1000 zijn ook een traditie. In onzekere tijden klampt een mens zich vast aan elk stukje drijfhout.
Verrukkelijke muziek, die Classics 1000. Het voert me terug naar die zomer met de scouts en de zelf samengestelde cassettebandjes die we draaiden terwijl leider Kris me het stuur van zijn groene Saab liet overnemen – ik had geen rijbewijs – terwijl hij een sigaret rolde. Natuurlijk was ik verliefd op Kris. Maar ik denk dat ik vooral verliefd was op het leven en plaatsvervangend verliefd werd op elke leuke kerel die mijn pad kruiste. Tienerhormonen enzo.
De eerder vermelde waardeloze 4G langs vele delen van het Bels Lijntje halen me geregeld terug uit dat jeugdsentiment naar het hier en nu. Fietsen. En genieten. En ik zou het bijna vergeten: mijn laptop ophalen. Hij werkt weer, hoera, hoera, driewerf hoera. En ik zit er hier weer op te rammelen dat het een lieve lust is.

Vriend en trouwe bloglezer Luc zei trouwens over die kapotte spatiebalk: ‘Amai, dat gij daar zo een spel van kunt maken, van zoiets onnozels!’
Tja, dat is natuurlijk het plezier van schrijven: overal zit een verhaal in. En ik mag alles zo hard opblazen als ik zelf wil.
Nóg een groot voordeel van die verhalen: als ik ergens pech mee heb, begin ik al meteen te denken hoe ik daar weer een verhaal van kan brouwen. Elk nadeel heb zo letterlijk zijn voordeel ?
(Over de verloren fietssleutel vanmiddag bijvoorbeeld toen ik een plasje moest plegen in het bos en mijn fietssleutel niet terug vond in het bladerentapijt. Maar daar zal ik u niet mee gaan vervelen nu. Ik weet niet of uw aandachtsspanne het al tot hier heeft uitgehouden. In dat geval: proficiat!)
Dus om het verhaal van de spacebar af te ronden: Groundcontrol to Major Tom: no longer lost in space, we’re back on track!
En daar ben ik heel blij om.

En wat jullie betreft: #blijfinuwkot, #wasuwhanden, hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

En: blijf bewegen! Maar als dat er niet meer in zit, is virtueel vissen altijd nog een optie. Daar zit misschien iets in. Misschien. Heel misschien. Als ik ooit oud en versleten ben. Of een dwarslaesie oploop. Of met Covid in bed lig.

#23 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* fake news *

‘Mama, waarom drink jij tegenwoordig elke avond een Aperol?’
‘Ach, een mens moet wat in dit gekke tijdsgewricht, en het helpt tegen Corona. Ik moet me toch ergens mee beschermen nu de overheid niet voor genoeg mondmaskers en astronautenpakken zorgt.’
Oeps, fake news.
Het floept eruit voor ik er erg in heb, maar ik herpak me snel: ‘Nee, tuurlijk helpt dat niet tegen Corona. Daar is nog geen medicijn voor, er wordt hard gezocht maar voorlopig moeten we het doen met handen wassen en afstand houden.’
Mijn dochter is een slimme meid, maar helaas zie ik dat veel andere mensen in mijn omgeving die beter zouden moeten weten de fake-news-wonder-remedies vrolijk in het rond strooien.

Ik spreek ze erop aan. Ik heb soms al een dubbel gevoel bij de wildgroei aan alternatieve therapieën in het centrum waar ik mindfulness geef en vrees soms dat dat zweverige imago ook aan mij gaat plakken. Dat wil ik niet. Ik hou van klinkklare wetenschap.
Daarmee zeg ik niet dat mensen geen baat kunnen hebben bij alternatieve therapieën, maar verkondig het alstublieft niet als de grote waarheid. Hoe minder ruimte er is voor nuance; hoe minder ruimte er is voor wetenschappelijke onderbouwing, zo lijkt het soms wel.

Gelukkig stopten de fake news berichten snel. Voor goede informatie moet je je wenden tot betrouwbare kanalen. Dus als je wil weten of het helpt om met een haardroger je neusharen te verbranden, dan kan je best eerst checken wat www.info-coronavirus.be of https://epidemio.wiv-isp.be daarover te melden hebben. Ook VRT NWS heeft een schat aan vragen en antwoorden verzameld op zijn website.
En regelmatig is er een item over dit soort fake news waarbij berichten gefactchekt worden. Waarna ze meestal door de mand vallen en journalist Tim Verheyden er een dik rood kruis overheen tekent en zijn verdict uitspreekt: ‘Dit is níet waar.’

Toevallig las ik vandaag ook dat WhatsApp maatregelen neemt: je kunt niet meer bepaalde berichten oneindig blijven doorsturen. Eind maart riep het bedrijf gebruikers al op om niet zomaar berichten over het coronavirus door te sturen: ‘Denk na over de berichten die je ontvangt, omdat niet alles wat naar jou verstuurd wordt over het virus klopt. Als je niet zeker weet of iets waar is; stuur het dan niet door’.

Als beoefenaar van de reguliere geneeskunde, kan ik dit alleen maar toejuichen. Dus bij deze een oproep aan iedereen: laat ons bij de feiten blijven. Er is veel onzekerheid, er is veel angst, maar we helpen elkaar niet met onbetrouwbare informatie en op drijfzand gebaseerde remedies.
Een Aperolleke daarentegen…

#blijfinuwkot, #wasuwhanden, hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

PS: deze nuttige links kreeg ik nog in mijn medische mailbox: Gezondheidswerkers kunnen patiënten doorverwijzen naar factcheckers, zoals de factchecker van Gezondheid en Wetenschap (Nederlandstalig), de factchecker van VRT (Nederlandstalig) ; de factchecker van Le Monde (Franstalig), de Engelstalige factchecker over voedingsaanbevelingen bij COVID-19 (KUL). Ook Testaankoop (https://www.test-aankoop.be/corona) geeft patiënteninformatie over COVID-19.

En deze nuttige bcfi-informatie:
Tijdens deze COVID-19 epidemie verschijnen voor allerlei producten misleidende boodschappen dat ze “beschermen tegen COVID-19” of “COVID-19 kunnen genezen”. Enkele voorbeelden.

  • ViruProtect” is een keelspray die als medisch hulpmiddel vrij verkrijgbaar is in de apotheek. De promotie op de website van de firma is misleidend, en laat uitschijnen dat het beschermt tegen coronavirussen. Dit beschermend effect is niet door degelijk klinisch onderzoek onderbouwd, het gaat over in vitro-werkzaamheid, wat totaal niet voorspellend is voor klinische doeltreffendheid. Het middel is al helemaal niet onderzocht tegen het SARS-CoV2-virus dat verantwoordelijk is voor de COVID-19 epidemie; dit wordt slechts terloops vermeld op de website. Ook Testaankoop heeft op 23 maart over dit product bericht, en heeft een klacht ingediend bij het FAGG en de FOD Economie wegens de misleidende informatie hieromtrent.
  • Vitamine C. Er is geen wetenschappelijk bewijs voor een gunstig effect van vitamine C bij verkoudheden en andere aandoeningen. Experimenteel worden in sommige plaatsen in de wereld zeer hoge doses vitamine C intraveneus toegediend bij ernstig zieke gehospitaliseerde COVID-19 patiënten, maar een uitspraak over de werkzaamheid is niet mogelijk.
  • Povidon-jood (jodium) als mondspoeling of om de neus te ontsmetten: geen enkel preventief of curatief effect is bewezen, men steunt zich ook voor povidon-jood op een beperkte in vitro virusdodende werking.
  • Ook zinksupplementen worden voorgesteld zonder enige klinische onderbouwing.

    Geen van de hier boven vermelde middelen heeft dan ook een plaats bij de preventie of aanpak van COVID-19. De lijst van onterecht aangeprezen middelen is veel langer, en het is onmogelijk ze op te lijsten.


#22 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* lost in space *

Corona is kut. Maar een kapotte spacebar is dat ook. En een kapotte spacebar in Coronatijd is kut in het kwadraat.
Tot zover de krachttermen. In het vervolg van dit stukje zal ik mij spiegelen aan de bovenmenselijke zelfbeheersing van onze redders des vaderlands, onze kapiteins op woelige Corona-baren, Steven Van Gucht en Marc Van Ranst.
Maar de spacebar was dus zo kapot dat er nu echt iets moest gebeuren. Een telefoontje naar de Apple helpdesk bijvoorbeeld. Dat begon nog goed: voor het wachtmuziekje kon ik kiezen tussen pop, jazz, klassiek of ‘wachten in stilte’. Drie keer raden wat ik gekozen heb.

Als het geen Corona-tijden waren geweest, had ik zelf nooit aan die spatiebalk zitten prutsen, dan was ik er meteen mee naar de locale Apple-winkel gestapt en had ik recht gehad op het gratis vervangingsprogramma voor dit bekende euvel.
Maar Apple-winkels zijn dicht, dus ik was aangewezen op een DIY-filmpje op YouTube. De mevrouw aan de andere kant van de helpdesk-lijn maakte me heel beleefd attent op het feit dat ik daardoor wellicht kon fluiten naar dat gratis herstel. Met mijn onhandige geknutsel had ik mijn eigen kansen verkeken. Bovendien zou ik de laptop een paar weken kwijt zijn en wie kan zich dat permitteren als zijn werk gewoon doorgaat in corona-tijd?
Trouwens, als ik mijn laptop een paar weken kon missen, had ik helemaal geen laptop nodig!!? (Sorry, die akelige helpdeskstemmen – wiens opdracht het vooral is om zo weinig mogelijk te helpen – werken bij mij meestal als een rode lap op een stier. Gelukkig foeter ik dit allemaal niet hardop.)

Maar hey, de zon schijnt en ik lig niet met koorts in bed, dus bij de pakken gaan neerzitten is geen optie. En een nieuwe laptop kopen voorlopig ook nog niet – your loss, Apple! Zo gauw geef ik niet op.

Ik zoek en vind de dichtstbijzijnde onafhankelijk hersteller die nog open is. Die zit in Tilburg. Ik krijg een afspraak. Waarmee zich meteen het volgende obstakel aandient: de grens.

De rit erheen is zalig: de zon schijnt, er is geen kat op de weg en uit de boxen klinkt de Classics 1000. Heerlijk cruisen. Zo kan ik uren rijden. Naar Zweden bijvoorbeeld. Voor het geval dat land beslist om alsnog in lockdown te gaan en mijn zoon niet meer thuis geraakt. (Ik kom je halen, Wouter!)

Daar doemt de grens op. Geen file gelukkig. Een vriendelijke politieman stelt me door het opengeschoven raampje zijn verplichte vragen en laat me zonder problemen door – wij essentiële beroepers verstaan elkaar.
Op het moment dat ik de grens passeer, voel ik een kick door mijn lijf gaan – alsof ik net met een koffer vol cocaïne en wapens de arm der wet te slim af ben geweest. Met een brede grijns drukt deze gehaaide boef het gaspedaal tegen de vloer en draait het volume vol open op de begintonen van Stevie Wonders uiterst toepasselijke ‘Master Blaster’. REM volgt met ‘Drive’ en ook op Simple Minds’ ‘Someone, Somewhere In Summertime’, kan ik mijn hoofd niet stil houden en blèr ik luidkeels mee.
Een kinderhand is gauw gevuld: in Corona-tijd zorgt een geslaagde grensovergang al voor een kick, zelfs al is de buit slechts een lullig laptopje.

Aangekomen in Tilburg lever ik de laptop af op de deurmat van de hersteller die Michael blijkt te heten. Michaels vriendin trekt handschoenen aan, pakt de laptop van de vloermat en ontsmet hem rigoureus – ik voel me een lepralijder. Ik maak een wandelingetje in een nabijgelegen parkje en bijt een hapje van de brownie die mijn dochter gisteren heeft gebakken maar die eigenlijk een chocoladecake moest worden, wachtend op het telefonisch verdict van Michael. En dat is niet mals: ik heb de boel zo vernacheld dat dit grapje me zo’n 350 euro gaat kosten en de laptop een tot twee dagen kwijt ben. (nu lacht Apple in zijn vuistje want ik zal zelf moeten dokken)

Het zij zo. Alles beter dan 2 tot 4 weken op Apple wachten… The Apple service these days, keeps your doctor away.
Lost in space, maar gered door Michael en met de voeten stevig op het gaspedaal cruise ik terug naar Turnhout.
Depeche Mode knalt me terug naar mijn jeugd, en declameert bezwerend: Everything counts in large amounts. En als ‘Fade to grey’ van Visage de boxen teistert, kan ik ook mijn voeten niet meer stil houden.
Op de terugweg geen uniform te zien.

#blijfinuwkot, #wasuwhanden, hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.
En druk niet te hard op uw gaspedaal. Zeker niet met een koffer vol cocaïne en wapens ?.

#21 dagboek van een huisarts aan het coronafront

* Heel Vlaanderen fietst *

Vandaag tweede shift in het callcenter gedraaid. Goed te doen, een stukje rustiger dan vorige keer (het mooie weer zeker?) maar wat vooral opvalt: flink verbeterde en vereenvoudigde procedures. Het is natuurlijk allemaal wat zoeken en bijsturen, want wie heeft dit ooit meegemaakt, maar we blijken met zijn allen fast learners, en voortschrijdend inzicht wordt snel geïmplementeerd.
Artsen raken meer vertrouwd met de nieuwe manier van werken, en patiënten beginnen het ook te kennen. Ze zijn blij met telefonische hulp, adviezen of soms gewoon geruststelling. Zoals de jongeman die zich kortademig en moe voelde en zich zorgen maakte over de verhoogde hartslag op zijn Fitbit. Nu viel dat erg mee met die hartslag: gewoonlijk had hij 65 per minuut maar nu rond de 75, en daar was hij was toch niet gerust op. 
Het was vooral stress: slechte nachten, onrustige en drukke dagen met kleine kinderen thuis en thuiswerk. En dan gaat een mens al eens wat hyperventileren. Dat je daar kortademig van wordt en je hartslag iets verhoogt, hoeft gelukkig geen Covid te heten. Hij was blij met de geruststelling.

Dat het wat rustiger is, komt niet alleen door het mooie weer. Door alle maatregelen nemen ook andere infectieziekten dan Covid af. We hoesten en proesten elkaar niet meer vol met alle andere bacillen en virussen die normaal vrijelijk rondwaren; en ook scholen en crèches zijn als kweekvijvers van infectieziekten buitenspel gezet.
Doordat veel mensen technisch werkloos thuis zitten, zien we amper nog overbelastingsklachten, al zien we die wel optreden in de groep die ineens fanatiek is beginnen wandelen, fietsen of joggen.
Huis-, tuin- en keukenongelukjes zoals snijwonden en ongevalletjes zien we ook opvallend minder ondanks dat er nu extra veel gepoetst en geklust wordt. Maar iets meer rust houden na een accidentje kan nu makkelijker als je toch niet naar het werk hoeft. En mensen denken iets te vaak dat wij in de zorg allemaal overbelast zijn en durven niet bellen of zijn bang om in wachtkamers Covid op te lopen. Voor de goede orde: we zijn níet overbelast. (spoedartsen, longartsen; IC artsen en verpleegkundigen soms wel, maar huisartsen nog lang niet). We staan paraat om gewoon ons werk te doen.
Allemaal pionnetjes in een goed geolied team. Dat werkt heel prettig.

Het ging dus prima vanochtend op het callcenter. Én er waren koffiekoeken deze keer. Zo hoort dat.
Tussendoor had ik tijd genoeg om de immer overlopende mailbox wat bij te werken. Ik kwam een enquête tegen die peilde naar de mentale gezondheid van zorgverleners. Ach, waarom niet, ik doe die onderzoekers een plezier en vul snel dat ding in. Alles goed met mij, danku. Nee geen behoefte aan psycholoog, psychiater, slaappillen of kalmeringsmiddelen. Ja, bewegen doe ik ook genoeg, en nee, supergezond eet ik nu niet. Ik snoep teveel…  (Ik sluit me aan bij de verzuchting van Mark Coenen, één van mijn favoriete columnisten: ‘Ook ik heb stilaan geen troost maar een dieet nodig’.)
Het excuus voor die nood aan suikershots is de onzichtbare en moeilijk te vatten dreiging die constant in de onderstroom aanwezig is.
Vraag negen was echter een confronterende: hoeveel alcohol drinkt u normaal per week? Euhm, nul tot één glas denk ik zo.
En nu? Euhm, minstens vijf…

Als het in de namiddag begint te kriebelen, moet ik gaan bewegen. Ik stap op de fiets en bij gebrek aan doelen, fiets ik maar naar Oud-Turnhout om aan een patiënt het voorschrift vitamine D te brengen dat hij nooit is komen ophalen. Al is dat minder belangrijk nu de zon zo heerlijk schijnt.
Redelijk opzettelijk verdwaal ik op de terugweg en fiets meanderend over drukke fietsknooppunten weer naar huis. (Het lijkt de Vlaamse variant wel van het niet kapot te krijgen succesnummer ‘Heel Holland beweegt’. Bij ons is dat ‘Heel Vlaanderen fietst’)
Onderweg registreer ik volgende notes to self:
1. volgende keer korte broek aantrekken. Er mag al zoveel niet in Covid-tijd maar een verbod op het kweken van een kleurtje is nog niet uitgevaardigd voor zover ik weet.
2. een zeemleertje is ook niet overbodig op dit keiharde zadel. Of een bomma-bontjes-zadelhoes natuurlijk. Weerzinwekkend lelijk maar oh zo fijn aan uw gat
3. Ijswens is open! Gelukkig heb ik geen geld bij. Daar kan je nu toch niets mee doen.
4. Idem voor Zwaluwhoeve. Om dezelfde reden laat ik ook daar het overheerlijke ijs aan me voorbijgaan.

Voilà, mijn Aperol Spritz is leeg en mijn blog is af. De fles Aperol is overigens ook bijna leeg. Volgende keer een grotere fles kopen, dan lijk ik minder een drankorgel.
En toen kwam er een olifant met een lange snuit maar – zet u schrap en hou u vast aan de takken van de bomen – dit coronaverhaal is nog lang niet uit. (kapotte spatiebalk of niet!)
Dus: #blijfinuwkot (maar kom er zeker ook af en toe uit met dit mooie weer om wat te bewegen!), #wasuwhanden, hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

#20 dagboek van een huisarts aan het coronafront

Berenjacht

Yes, weekend! Een zee van tijd! Schitterend, stralend lenteweer!
Nu het belangrijkste ijkpunt van de lente gisteren gemarkeerd is – de eerste Aperol Spritz van het jaar is zoiets als ‘Le Beaujolais nouveau est arrivé’ – is het tijd voor de volgende lente-belevenis.
Maar de Ronde rijdt niet uit, we mogen niet naar zee, niet gaan picknicken en geen terrasje doen.
Wat doen we dan?
We gaan op berenjacht!
We gaan een hele grote vangen!
Wij zijn niet bang.

Nee, bang zijn we niet. Maar we hebben wel een praktisch probleempje: na een van mijn ontelbare opruimsessies heb ik alle beren weg gegooid. Zelfs ‘Bebeertje’, de beer uit mijn eigen kindertijd.
(eigenlijk heb ik ondertussen nog een veel groter probleem. De spatiebalk van mijn laptop heeft de geest gegeven. En alle winkels zijn dicht! Al googelend heb ik ondertussen ontdekt dat dit een veel voorkomend MacBook-probleem is dat Apple gratis verhelpt. Voor het bouwjaar van mijn laptop nog welgeteld tot april 2020…!
Al googelend vond ik ook een filmpje over losmaken, schoonmaken en terugplaatsen van de spacebar. Laat ik dat dan maar even uitproberen, dacht ik zo.
Zo gezegd zo gedaan.
En nu is het nog eens 100% erger geworden. Shit!!
Zo typen is eigenlijk niet te doen. Ik ga er nog een tendinitis aan over houden vrees ik.)
Of een voortijdig einde aan deze blogestafette… Wat zou ik dat spijtig vinden.

Maar terug naar de berenjacht. Wat dat is hoef ik u waarschijnlijk niet meer uit te leggen. U moet al wereldvreemd zijn om (op sociale media, in kranten tot zelfs op het nieuws) nog niets gezien te hebben over dit fenomeen waarbij mensen teddyberen achter hun ramen zetten zodat kinderen uit hun kot gelokt kunnen worden voor een wandeling. En dan maar beren tellen! Tot groot plezier van hun ouders die ook eens uit hun kot kunnen komen zonder gezaag van hun kroost.

Nu ben ik een gerateerde Marie Kondo maar soms bewaar ik toch iets. Het beertje dat ik van mijn man – toen nog mijn lief – kreeg toen ik mijn studie geneeskunde startte. Heel toepasselijk een beer met een mondmasker!
Berenjacht in Corona-tijden.
Mondmaskers worden het nieuwste mode-must-have, zeg niet dat ik u niet gewaarschuwd heb. Mijn beertje is alvast helemaal mee. Want alles komt altijd terug.

En als u net als ik heimwee heeft naar uw favoriete koffiebar: ook daar heeft zich een schattige berenfamilie geïnstalleerd in de retro zeteltjes. Zolang wij geen koffie kunnen slurpen, doen zij dat met veel plezier.

Heb ik me nu een Corona-vinger getypt en is dat ook besmettelijk en moet ik daarmee naar spoed en moet ik dan ook een mondmasker aan?
Ik ga mijn huisarts maar eens bellen.

#blijfinuwkot, #wasuwhanden, hou u goed en geniet van de zon???! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

#19 dagboek van een huisarts aan het coronafront

I need a drink

Ik kijk teveel nieuws. Vannacht droomde ik dat ik er zelf in zat. Naast de bevallige Annelies Van Herck met een muts op mijn kop want ik was mijn haar vergeten te wassen. Net voor de camera’s begonnen te draaien trok ik snel die muts weer af want dat was ook geen gezicht.
Ook droomde ik dat ik weer kon gaan zwemmen. Eerst moest ik door heel veel lange donkere gangen waar ik wel vijf keer moest douchen voor ik het zwembad in mocht. Maar zover ben ik nooit geraakt.

Op weg naar het werk deze ochtend fiets ik een stukje op met een buurvrouw die ook arts is. ‘En? Hoe is het bij jou?’
‘Rustig. Raar. Onrustig.’
Het is raar om te zeggen maar terwijl een virus het halve land lam legt, zijn er ook een hoop dokters die maar een beetje met hun vingers zitten te draaien. Ook bij ons is het rustiger dan normaal.
Sommige dokters kunnen perfect die knop omzetten en genieten volop van de vrije tijd die ze anders zo zelden hebben, anderen worden er alleen maar onrustig van. Een vaag schuldgevoel onderdrukkend: hoe is het mogelijk dat deze mensen niet beter benut kunnen worden terwijl anderen dubbele shiften draaien?
Wij draaien natuurlijk wel extra shifts in het callcenter enzo, maar bevredigend voelt dat allemaal niet. Dus als ik ’s avonds hard mee klap, is dat voor verpleging en longartsen en spoedartsen en al die anderen die zich uit de naad werken. Voor mij – en veel andere dokters – is het niet op zijn plaats.

Vandaag terug naar de frontlinie: infectieraadpleging in de containers. Vorige keer was ik echt wel een beetje nerveus voor de fronlinie: er waren zoveel procedureregels te volgen, zou me dat wel allemaal correct en in de juiste volgorde lukken? Ik moest om de haverklap naar het toilet, net als vroeger in de examens eigenlijk.
Maar alles went, en deze keer waren de zenuwen ver te zoeken. Al spreekt er uit al die rare dromen wel een zekere onrust.

Bij aankomst aan de containers had ik meer het gevoel in een skidorp beland te zijn. Wel passend bij het thema natuurlijk want hoe is dat beest ooit in ons land geraakt?
Er stond een houten tuinhuis dat voor een chalet kon doorgaan en de vlaggetjes leken in de vroege ochtend zelfs op een vrolijke slinger gekleurde lampjes.
Slechts één patiënt stond ingepland in de agenda. Die was zo ziek dat ik hem prompt naar spoed moest sturen. Vervolgens bleef het zo lang kalm dat ik maar naar huis fietste, maar ik was nog niet halverweg of er kwam al telefoon: een volgende patiënt op komst.
Ik draai terug, trek m’n apenpakje weer aan en ga op de parking wachten om de patiënt op te vangen, want om daar direct je weg te vinden is niet zo evident.
Ik wacht. En wacht. En wacht….
Als het academisch kwartier verstreken is, bel ik de man.
‘Oh, ik was in slaap gevallen…’

Man! Wat word ik daar boos van! Nul besef van hoeveel mensen keihard werken om dit soort raadplegingen georganiseerd te krijgen. En dan nog al dat beschermingsmateriaal dat ik nu zomaar moet weggooien. Terwijl het al zo schaars is.
Zullen we hier ook eens GAS-boetes voor gaan uitschrijven?

Pffff….
Hoog tijd voor aperitief. Het is weekend. Nog even en ik moet mijn website veranderen. ‘MartineDrinkt’ in plaats van ‘MartineSchrijft’. Cheers!

#blijfinuwkot, #wasuwhanden, hou u goed?! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

#18 dagboek van een huisarts aan het coronafront

#18 offline

De sneeuw bleef niet liggen vanochtend maar ik wel. Tot kwart na elf zelfs.

Deze luxe die een schrijver zich kan permitteren – de zin komt uit Dimitri Verhulsts corona-dagboek – zit er voor mij niet in. Ik had mijn collega beloofd om stand by te blijven voor het geval haar nachtdienst te zwaar zou blijken. En inderdaad was dat het geval geweest: ze was elk uur wakker gebeld voor zaken die gerust hadden kunnen wachten tot de ochtend, en was dan ook erg toe aan een beetje slaap.
Midden in mijn ochtendmeditatie rinkelde de telefoon: of ik de ochtend voor haar in kon vallen. Natuurlijk. Ik was erop voorzien.
Het was verder een rustige ochtend, we deden een aantal telefoontjes, zagen wat patiënten en bekeken een webinar over de mogelijkheden van videoconsulting binnen het medische programma.

De digitale toekomst in de huisartsenpraktijk ontwikkelt zich ineens met zo’n rasse schreden dat hij struikelt over zijn eigen voeten.
Geweldig allemaal, daar niet van, maar het gaat me soms ook te hard.
Nu de buitenwereld zo stil geworden is, is de wereld van de sociale media luidruchtig aanwezig. Als ik ook maar tien minuten mijn kont durf te keren, staan er alweer tig ongelezen berichtjes te blinken op mijn telefoon. De sociale media zijn me wat té sociaal geworden. Was ik al geen uitblinker in sociaal aangepast gedrag in de normale wereld, in de virtuele ben ik zo mogelijk nog asocialer. Dus nee, ik installeer géén Houseparty, Zoom of Google Hangout. Sorry, vriendekens.
En het ligt naturlijk alleen maar aan mezelf dat ik alles wil bekeken hebben en beantwoord.
Er heerst een nieuwe vorm van FOMO. Ik zag het al benoemd worden als ‘self optimalisation anxiety’. Kregen we vroeger al het gevoel mislukt te zijn van het kijken naar blinkende Facebook-plaatjes, nu wordt ons aangepraat dat als we niet van de extra tijd (welke extra tijd?) gebruik maken om de juiste boeken te lezen, de juiste reeksen te bekijken, en bij te blijven met alle huiskamerconcerten, virtuele museumbezoeken en cultureel verantwoord theater en film te kijken vanuit uw zetel, dat we dan toch echt niet mee zijn.
En u bakt toch ook hele dagen taarten en koekjes met uw kinderschaar als u niet met hen aan het tekenen/schilderen/kleuren/gezelschapsspelletjes spelen/originele filmpjes aan het maken bent?

Kortom, ik moest even offline. Naar buiten. Rondje joggen. Het bos in. Met als enige toegeving een antieke iPod in de oren.
En daar – midden in het bos – werd ik plots overvallen door de heilige drievuldigheid. Die verscheen in de gedaante van de zon op mijn gezicht, de eerste maten van de zware discorockbeat van ‘Mad love sweet love’ van A Brand en een uitgelaten hond die exact op dat moment een spurtje inzette achter de draad van zijn hondenwei om een eindje met mij op te lopen.

En zo kruip ik ’s avonds een stuk vrolijker mijn bed in dan den Dimitri het zijne uitgekropen is.

#blijfinuwkot, #wasuwhanden, hou u goed?! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

dagboek van een huisarts aan het coronafront

#17 radeloze dokters

Als vandaag een vis was, gooide ik hem terug in zee*

Ik nam eergisteren pas de tijd om naar de Telefacts-documentaire** te kijken over het begin van de Corona-epidemie. Die liet me verslagen achter. Ik was geschockeerd door de beelden en filmpjes van radeloze artsen die wanhopig en soms buiten zinnen zijn door de ellende waardoor ze overspoeld worden. De lichamen van mensen die in de ziekenhuisgangen gestorven zijn, blijven liggen omdat niemand tijd heeft om ze op te halen, omdat ondertussen nieuwe patiënten blijven toestromen. Een arts roept in de telefoon dat iemand hem maar moet doodmaken als er nog mensen bij gepropt worden.
Patiënten die de ziekenhuizen binnenkomen, reageren ontzet op wat ze daar zien.
Collega’s zo ontredderd te zien, hoe ver ze ook waren, raakte me diep.

Daar bovenop kwam gisteren het nieuws over het overlijden van het meisje van twaalf in Gent. Ook dat kwam hard binnen.

Er was tegenwicht nodig. Dus stopte ik even met nieuws kijken, kranten lezen en mails checken.
Ik kroop dicht tegen mijn dochter aan die naar de docufilm ‘De Stig’ was beginnen kijken. En daar voor mijn ogen ontplooide zich een wereld aan troost. Wat een mooi mens, wat een moed, wat een veerkracht, wat een optimisme en positiviteit. Gevraagd naar het leukste moment van alle bijzondere gebeurtenissen sinds zijn herstel, antwoordde hij ‘Het leukste was een pannenkoek gaan eten met Victor. Die was echt lekker.’ Die Victor Campenaerts had net het werelduurrecord verbeterd en die pannenkoek op de pannenkoekenboot in Dessel had Stig hem daarvoor beloofd.
Campenaerts had dat record dan ook binnengehaald door zich tijdens het rijden steeds voor te houden: ‘Stig heeft ook afgezien. Ik ook dan. Komaan, ik moet doorgaan.’

Kwistig gooide Stig nog wat andere wijsheden in het rond. Toen het er bijvoorbeeld over ging of hij al aan zijn plafond zat qua herstel: ‘Ja, dokters… Maar wie heeft gelijk? Ik.’
‘De dokters hebben ongelijk?’ vraagt documentairemaker Eric Goens.
‘Ja. Ik denk het wel’ antwoordt Stig beslist.
Deze zalige eigenwijzigheid toverde een lach op mijn gezicht. Stig mag dat zeggen.
Maar waar ik vooral van onder de indruk was, is wat Stig zegt als hij naar de Tour aan het kijken is en Goens hem vraagt: ‘Denk je niet: ik hoorde daar nu te rijden?’
Waarop Stig dat met één haal wegveegt: ‘Nee, want dat is verloren energie.’

Al dat moois belichaamd in die ene prachtige mens, was meer dan genoeg tegenwicht tegen alle corona-angst. Met een goed gevoel ging ik naar bed. Om weer fit en klaar te zijn voor de volgende corona-dag.

#Blijf in uw kot, #Wasuwhanden, hou u goed?! En zoniet: BEL JE HUISARTS! Ga niet in de wachtzaal zitten, loop niet meteen naar spoed.

*Deze prachtzin las ik in ‘Zeldzame aarden’ van Sandro Veronesi. Ik zei toch dat lezen altijd troost biedt?
**Als je een account aanmaakt op VTM GO kan je Telefacts uitzending hier bekijken. Kost je niets.
En als je een account maakt op VRT NU, (ook gratis), dan kan je ook de documentaire over Stig Broeckx daar bekijken.